De Tweede Kamer heeft zich deze week gebogen over de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke), waarmee Nederland de Europese Critical Entities Resilience (CER)-richtlijn moet omzetten in nationale wetgeving. Hoewel de Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid het voorstel rijp acht voor openbare behandeling, klinkt er nog veel kritiek over de timing, uitvoerbaarheid en gevolgen van de wet.
De Wwke moet de bescherming van essentiële diensten versterken tegen risico’s als sabotage, terrorisme, natuurrampen en pandemieën. Het wetsvoorstel geldt voor aanbieders in sectoren als energie, drinkwater, zorg, transport, bankwezen, digitale infrastructuur en voedselvoorziening. Nationale veiligheidstaken zoals politie en defensie vallen er buiten.
Kritieke entiteiten die onder de wet vallen, krijgen drie kernverplichtingen: regelmatig hun risico’s in kaart brengen, passende maatregelen nemen om de continuïteit te waarborgen, en ernstige incidenten binnen 24 uur melden bij de bevoegde autoriteit.
Toch leven er in de Kamer de nodige zorgen. Zo hekelen VVD en ChristenUnie de vertraging: Nederland had de richtlijn al in oktober 2024 moeten invoeren. BBB en NSC vrezen dat de wet leidt tot extra regeldruk, vooral voor kleinere organisaties. GroenLinks-PvdA en CDA wijzen op het risico van dubbele verplichtingen door overlap met bestaande wetten, en vragen om één integrale risicobeoordeling.
Ook de onafhankelijkheid van toezicht staat ter discussie. SP en NSC vinden het problematisch dat ministeries zowel onder de wet kunnen vallen als verantwoordelijk zijn voor het toezicht. Verder waarschuwt de Autoriteit Persoonsgegevens dat onduidelijk blijft welke persoonsgegevens mogen worden gedeeld. NSC wil daarom een duidelijke wettelijke basis voor gegevensuitwisseling.
Daarnaast vragen partijen aandacht voor Caribisch Nederland, dat nu buiten de wet valt, en voor de risico’s van buitenlandse leveranciers. VVD en NSC willen meer duidelijkheid over waarborgen tegen afhankelijkheid van landen die de continuïteit van vitale diensten kunnen bedreigen.
Tot slot klinkt er een roep om meer steun voor organisaties die moeite hebben met de nieuwe verplichtingen. Vooral kleinere spelers zouden hulp nodig hebben bij risicobeoordelingen en het treffen van maatregelen.
De komende periode moet het kabinet deze vragen en zorgen wegnemen. Pas dan kan de Wwke uitgroeien tot het stevige fundament dat de Europese richtlijn beoogt.