Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0

Digitale weerbaarheid krijgt prominente plek in Veiligheidsstrategie

Het kabinet heeft vandaag de nieuwste editie van ‘De Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden’ gepresenteerd. Het rapport beschrijft hoe de regering de komende zes jaar (van 2023 tot 2029) de nationale veiligheid wil verbeteren. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor het versterken van de digitale weerbaarheid. Daarnaast zijn ideeën over het tegengaan van ongewenste buitenlandse inmenging in nationale aangelegenheden en spionage vastgelegd.

VPN Gids 3 april 2023

Dat schrijven minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) en minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) in de aanbiedingsbrief van de Veiligheidsstrategie (1).

Nationale veiligheid overstijgt landsgrenzen

De urgentie om iets aan de nationale veiligheid van Nederland is groot, zo benadrukken de bewindspersonen. Daarmee doelen ze onder meer op geopolitieke spanningen in de wereld, de militaire dreiging vanuit Rusland, pandemieën, klimaat- en natuurrampen en digitale dreigingen voor onze vitale infrastructuur.

“Als Nederland en als Koninkrijk zijn we niet immuun voor de veranderingen in de wereld. Nationale veiligheid is internationale veiligheid en andersom. Des te belangrijker is het dat we onze inzet op veiligheid, nationaal én internationaal, in deze strategie aan elkaar verbinden (…) De nauwe verwevenheid van dreiging vraagt om een integrale strategische koers en urgente actie in het nationale en internationale domein”, zo valt er te lezen in de aanbiedingsbrief.

Scheefgroei tussen online dreigingen en digitale weerbaarheid aanpakken

Om de nationale veiligheid van ons land te verbeteren, heeft het kabinet 12 actielijnen opgesteld. Deze variëren van het vergroten van de sociale stabiliteit tot het bestrijden van terrorisme, van het verbeteren van klimaatbeleid tot het vergroten van de pandemische paraatheid. Twee speerpunten gaan specifiek over digitale dreigingen: het tegengaan van ongewenste buitenlandse inmenging en spionage (actielijn 6) en het versterken van de digitale weerbaarheid (actielijn 7).

“Digitale processen vormen het ‘zenuwstelsel’ van de maatschappij en economie en vragen continu versterking voor het ongestoord functioneren. Ondanks eerdere inspanningen om de weerbaarheid te verhogen, is er een scheefgroei tussen de toenemende en snel ontwikkelende dreiging en de opbouw van de weerbaarheid”, zo valt er te lezen in de Veiligheidsstrategie. Deze waarschuwing kwamen we eerder al tegen in het Cybersecuritybeeld Nederland 2022 (CSBN).

Het kabinet belooft maatregelen te nemen om de scheefgroei tussen digitale dreiging en digitale weerbaarheid te verkleinen. Om te beginnen wil de overheid de digitale weerbaarheid en paraatheid van overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties verhogen door in te zetten op bewuste risicobeheersing en detectie-, herstel- en responsvermogen. Daarnaast moet ons land minder afhankelijk worden van buitenlandse technologie en investeren in een ‘veilige en innovatieve digitale economie’. Tot slot gaat het kabinet inzetten op het beperken van het ‘aanvalsoppervlak’ bij het digitaliseren en verbinden van processen.

Meer vrijheid voor veiligheidsdiensten

Buitenlandse inmenging door statelijke actoren in nationale aangelegenheden, zoals verkiezingen, vormt in de ogen van de regering ‘een serieuze dreiging’, zowel voor ons land als voor onze bondgenoten. Als er niets tegen gedaan wordt, kan dat leiden tot ernstige ontwrichting van onze maatschappij. Het is daarom van belang dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten een betere informatiepositie krijgen, dat er intensiever informatie wordt uitgewisseld en dat er iets wordt gedaan om spionage en desinformatie tegen te gaan.

Afgelopen jaar kondigde het kabinet de ‘Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma’ aan, of kortweg de Tijdelijke wet. De wet geeft de veiligheidsdiensten meer vrijheden om hun bevoegdheden in te zetten, zoals de onderzoeksopdrachtgerichte interceptie (OOG-I) en hackbevoegdheid. Het toezicht op de diensten wordt door de wet beperkt en verschoven naar controle achteraf. Het is de bedoeling dat de wet vier jaar na de inwerkingtreding komt te vervallen.

Het kabinet kent een belangrijke rol toe aan de Digital Services Act (DSA). Dat is een wet die Europese internetgebruikers moet beschermen tegen desinformatie en nepnieuws op online platforms. Het verplicht aanbieders van digitale diensten om transparanter te zijn over het verwijderen van illegale content of online accounts. Verder wil de regering meerdere vormen van spionage strafbaar stellen. De Raad van State heeft echter zijn bedenkingen bij het huidige wetsvoorstel dat dit moet regelen.

‘Inzet van iedereen is nodig’

Het versterken van onze nationale veiligheid is niet iets dat de Rijksoverheid alleen kan realiseren. Het kabinet doet daarom een beroep op burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties om (digitale) dreigingen het hoofd te bieden.

“Voor een veilig en weerbare samenleving is de inzet van iedereen nodig. Samen zijn we verantwoordelijk om onze veiligheid te beschermen. Iedereen draagt daar een steentje aan bij”, aldus de opstellers van de Veiligheidsstrategie.

  1. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/04/03/aanbiedingsbrief-veiligheidsstrategie-tweede-kamer

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.