Het Europees Parlement (EP) heeft een voorstel van de Raad van de Europese Unie (Raad) over de uitwisseling van vingerafdrukken tussen het Verenigd Koninkrijk (VK) en Europese landen afgewezen. Er zijn onzekerheden wat betreft de informatiebeveiligingsstandaarden na de transitieperiode en de leden van het Europees Parlement willen daarom eerst garanties zien voor beveiliging van de gegevens.
Vanwege Brexit en onduidelijkheid over hoe de informatiebeveiligingsstandaarden van het VK er na de transitieperiode uit zullen zien, zou het uitwisselen van vingerafdrukken met het VK een ernstig risico vormen voor de bescherming van fundamentele rechten en vrijheden van Europese burgers. De leden van het Europees Parlement adviseren de Raad dan ook te wachten tot meer duidelijk is over het beleid van het VK ná de transitieperiode, die eindigt op 31 december 2020.
Het Verdrag van Prüm regelt de uitwisseling van informatie tussen verschillende EU-landen voor juridische- en politie-opsporingsdoeleinden. In het afgeschoten voorstel staat onder andere dat het VK niet meer van plan is informatie over verdachten met andere EU-landen te delen. Ook hier zien de leden van het Europees Parlement bezwaren in en zij zijn daarom van mening dat er sprake moet zijn van wederkerigheid en dat daarvoor garanties moeten worden vastgelegd voor gegevensuitwisseling kan plaatsvinden.
