Hugo de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), zegt dat het voortvarend gaat met de ontwikkeling van de corona-app. Volgens de planning gaan testers deze en volgende week aan de slag met de concept-app die nu op tafel ligt. In de tweede helft van juni vindt de praktijktest of ‘praktijkbeproeving’ plaats. De app moet deze zomer klaar zijn voor gebruik. Dat schrijft minister De Jonge in een brief aan de Tweede Kamer. Daarin geeft hij een update over de laatste ontwikkelingen in de bestrijding van het coronavirus.
Het aantal ziekenhuisopnames wordt vrijwel iedere dag minder. Volgens de laatste cijfers liggen er momenteel minder dan honderd coronapatiënten op de IC. Dat wil niet zeggen dat alles onder controle is. Artsen, virologen en epidemiologen vrezen nog altijd voor een tweede uitbraak. Met de versoepeling van de maatregelen is volgens hen niets mis mee, maar we moeten vooral niet te hard van stapel lopen. Grootschalige demonstraties zoals in Amsterdam en Rotterdam deze week onder de noemer #BlackLivesMatter, zijn dan ook onverstandig omdat de anderhalve meter afstand niet gehandhaafd kan worden.
Minister De Jonge haalt alles uit de kast om het coronavirus in te dammen. Afgelopen maand lanceerde hij een dashboard om vroegtijdig een nieuwe uitbraak te voorkomen en lokaal of regionaal maatregelen te nemen. Samen met Frankrijk, Duitsland en Italië werkt de minister aan een vaccin voor het coronavirus.
Verder behandelt de Tweede Kamer binnenkort de tijdelijke noodwet van de Telecommunicatiewet. Hiermee wil de minister telecomaanbieders verplichten om zendmastdata te verzamelen en door te sturen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwerkt deze gegevens in dagelijkse rapporten, die op hun beurt worden doorgestuurd naar het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Op deze manier wil de minister bewegingen van burgers (en het coronavirus) volgen. Diverse politieke partijen zijn kritisch over het voorstel.
Tevens is minister De Jonge al enkele maanden druk bezig om een corona-app te laten ontwikkelen. Deze moet het bron- en contactonderzoek voor de GGD een stuk sneller en eenvoudiger maken. Ook kunnen burgers hiermee doorgeven als ze besmet zijn met het coronavirus. Iedereen die onlangs met deze persoon in aanraking is geweest, krijgt dan een melding daarvan, inclusief medisch advies.
De ontwikkeling verloopt voorspoedig. Op 27 mei maakte het ministerie van VWS de eerste conceptontwerpen openbaar. Volgens de minister bekeken meer dan 200 app-ontwikkelaars het voorstel, 20 daarvan kwamen direct met voorstellen om de app te verbeteren. Op 28 mei is de werking van de app openbaar beschreven, een dag later werden de eerste stukken van de broncode openbaar gemaakt. “Dit alles doe ik om iedereen die wil bijdragen te betrekken en om transparant te zijn in waar we aan werken en waar we daarbij staan”, aldus minister De Jonge.
Daarmee is de kous vanzelfsprekend niet af. In de brief aan de Tweede Kamer beschrijft de minister wat de volgende stappen zijn. In de eerste twee weken van juni gaan testers aan de slag. Zij kijken of de technische, privacy- en veiligheidseisen van de app in orde zijn. De Jonge zegt tevens nauw samen te werken met andere Europese landen, Apple en Google. Ook brengt hij “de noodzaak van interoperabiliteit” in Europees verband onder de aandacht. Daarmee bedoelt hij dat de app ook werkt als in het buitenland op vakantie gaat en achteraf blijkt dat je in contact bent geweest met een besmet persoon. Het is één van de eisen die de Europese Commissie onlangs stelde om de grenzen weer volledig open te gooien en de toeristische sector een stimulans te geven.
In de tweede helft van juni wil minister De Jonge de app in praktijk testen, in één of meerdere regio’s. Hij kan nog niet zeggen welke regio’s dit zijn: ze moeten er immers wel voor openstaan. De minister onderzoekt momenteel welke regio’s dat zijn. “Tijdens de beproeving wordt onder andere onderzoek gedaan naar de epidemiologische waarde, de technische werking en de gebruikerservaringen”, zo schrijft de minister. Na afloop van de evaluatie wil hij de Tweede Kamer een voorstel opsturen voor de vervolgstappen.
Verder werkt de minister aan een wetsvoorstel om misbruik van de app door derden te verbieden. Daarbij wil hij in de Wet politiegegevens (Wpg) expliciet vastleggen dat de GGD bij bron- en contactonderzoek gebruik mag maken van digitale ondersteuning, zoals de app die momenteel getest wordt.
Verder schrijft minister De Jonge dat hij restaurantreserveringen wil gebruiken voor bron- en contactonderzoek. “Het gebruiken van reserveringsgegevens van horecagelegenheden, zoals naam en contactgegevens, voor het bco [bron- en contactonderzoek, red.] kan GGD’en ondersteunen in het opsporen van contacten van de indexpatiënt”, zo schrijft de minister. “Met deze gegevens kunnen GGD’en klanten informeren over het feit dat iemand met COVID-19 in de betreffende horecagelegenheid is geweest en hen adviseren over welke maatregelen er getroffen dienen te worden.”
Voorwaarde is dat horecabezoekers vooraf expliciet toestemming moeten geven dat het goed is dat de horecaondernemer deze gegevens deelt met de GGD. Samen met de horecasector wil de minister bekijken hoe dit vormgegeven kan worden. Tevens wil De Jonge bekijken of het gebruik van reserveringsgegevens in andere sectoren waardevol kan zijn voor bron- en contactonderzoek.
Bekijk de hele kamerbrief: COVID-19 Update stand van zaken
