Uitspraak : 13 september 2024 Tegenspraak
in de strafzaak tegen de verdachte:
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Curaçao.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 23 augustus 2024. De verdachte is verschenen, bijgestaan door, mr. J. Joemmanbaks, occuperende voor mr. S.F. Osepa, beiden advocaat in Curaçao.
De officier van justitie, mr. K. Hara, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van voorarrest.
Haar vordering behelst voorts de verbeurdverklaring van het in beslag genomen geldbedrag van – naar het Gerecht begrijpt: – US$ 15.887,-. In tegenstelling tot het bedrag van US$ 4.723,- dat in de schriftelijke vordering wordt genoemd, verstaat het Gerecht – gelet op het in de tenlastelegging onder feit 3 opgenomen geldbedrag – dat de officier van justitie voormeld bedrag wenst verbeurd te verklaren.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Voorts heeft zij een strafmaatverweer gevoerd en verzocht dat de inbeslaggenomen goederen aan de verdachte worden teruggegeven.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 21 februari 2024, althans in of omstreeks de maand februari 2024 te Curaçao, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk
een nationaal paspoort (voorzien van het nummer [paspoortnummer]) van de Republiek van Honduras ten name van [verdachte]
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst (telkens) met het oogmerk om het/ze als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken, bestaande de valsheid of vervalsing hierin dat
in voornoemd paspoort, voorzien van zijn, verdachtes, pasfoto, en/of geboortedatum, anders dan zijn, verdachtes, personalia, op dit paspoort was vermeld en/of opgenomen, en/of
de basisbedrukking van de personaliapagina is niet gedrukt maar geprint en/of,
de bedrukking van de personaliapagina bevat geen microtekst en/of,
de personaliapagina is voorzien van een niet originele folie en/of,
de variabele gegevens dus de persoons-en afgiftegegevens en de pasfoto van de houder zijn aangebracht middels een afwijkende printtechniek en/of,
de absorptie van de personaliabladzijde bij infrarood licht wijkt af en/of,
de fluorescentie van de personaliabladzijde bij de ultraviolet licht wijk af;
hij op of omstreeks 21 februari 2024, althans in of omstreeks de maand februari 2024 te Curaçao meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van één of meer valse of vervalste geschriften, te weten
een nationaal paspoort (voorzien van het nummer [paspoortnummer]) van de Republiek van Honduras [verdachte]
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die/dat geschift(en) (telkens) echt en onvervalst en/of opzettelijk zodanig(e) geschrift(en) heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij (telkens) wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die/dat geschrift(en) bestemd was/waren voor zodanig gebruik, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, voornoemd document ter controle heeft aangeboden aan een ambtenaar belast met de uitoefening van de grensbewaking, althans aan een persoon belast met enig toezicht op de Curacao International airport en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
in voornoemd paspoort, voorzien van zijn, verdachtes, pasfoto, en/of geboortedatum, anders dan zijn, verdachtes, personalia, op dit paspoort was vermeld en/of opgenomen, en/of
de basisbedrukking van de personaliapagina is niet gedrukt maar geprint en/of,
de bedrukking van de personaliapagina bevat geen microtekst en/of,
de personaliapagina is voorzien van een niet originele folie en/of,
de variabele gegevens dus de persoons-en afgiftegegevens en de pasfoto van de houder zijn aangebracht middels een afwijkende printtechniek en/of,
de absorptie van de personaliabladzijde bij infrarood licht wijkt af en/of,
de fluorescentie van de personaliabladzijde bij de ultraviolet licht wijk af;
hij op of omstreeks 21 februari 2024, althans in of omstreeks de maand februari 2024 te Curaçao, van een voorwerp, te weten
een geldbedrag(en) van USD $ 15.887,- (zegge: vijftienduizend achthonderdenzeventachtig), althans een en/of meerdere geldbedragen
de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat voorwerp was, of wie dat voorwerp voorhanden had, terwijl hij wist of begreep, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat voormeld voorwerp -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf en/of een voorwerp, te weten
een geldbedrag(en) van USD $ 15.887,- (zegge: vijftienduizend achthonderdenzeventachtig),
althans aan en/of meerdere geldbedragen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist of begreep, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat voormeld voorwerp - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf;
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak van feit 1 (valselijk opmaken/vervalsen van een geschrift)
Het Gerecht is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend kan worden bewezen hetgeen de verdachte onder 1 ten laste is gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het Gerecht overweegt daartoe dat er geen gedragingen van de verdachte zijn gebleken die hem aanwijzen als pleger van het valselijk opmaken of vervalsen van het nationaal paspoort van de Republiek van Honduras met nummer [paspoortnummer].
De verdachte zal daarom van feit 1 worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 2
hij op of omstreeks 21 februari 2024, althans in of omstreeks de maand februari 2024 te Curaçao meermalen, althans eenmaal, (telkens), opzettelijk gebruik heeft gemaakt van één of meer valse of vervalste geschriften, te weten:
een nationaal paspoort (voorzien van het nummer [paspoortnummer]) van de Republiek van Honduras op naam van [verdachte],
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware die/dat geschift(en) (telkens) echt en onvervalst en/of opzettelijk zodanig(e) geschrift(en) heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij (telkens) wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die/dat geschrift(en) bestemd was/waren voor zodanig gebruik, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, voornoemd document ter controle heeft aangeboden aan een ambtenaar belast met de uitoefening van de grensbewaking, althans aan een persoon belast met enig toezicht op de Curaçao International Airport en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat:
in voormeld paspoort, voorzien van zijn, verdachtes, pasfoto, en/of geboortedatum, anders dan zijn, verdachtes, personalia, op dit paspoort was vermeld en/of opgenomen;, en/of
de basisbedrukking van de personaliapagina is niet is gedrukt, maar geprint; en/of,
de bedrukking van de personaliapagina bevat geen microtekst bevat; en/of,
de personaliapagina is voorzien is van een niet originele folie; en/of
de variabele gegevens, dus de persoons- en afgiftegegevens en de pasfoto van de houder, zijn aangebracht middels een afwijkende printtechniek; en/of
de absorptie van de personaliabladzijde bij infraroodlicht wijkt afwijkt; en/of
de fluorescentie van de personaliabladzijde bij de het ultravioletlicht wijk afwijkt.;
Feit 3
hij op of omstreeks 21 februari 2024, althans in of omstreeks de maand februari 2024 te Curaçao, van een voorwerp, te weten
een geldbedrag(en) van USD$ 15.887,- (zegge: vijftienduizend achthonderdenzevenentachtig), althans een en/of meerdere geldbedragen
de werkelijke aard en/of herkomst en/of vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat voorwerp was, of wie dat voorwerp voorhanden had, terwijl hij wist of begreep, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat voormeld voorwerp -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf en/of een voorwerp, te weten
een geldbedrag(en) van USD $ 15.887,- (zegge: vijftienduizend achthonderdenzeventachtig),
althans aan en/of meerdere geldbedragen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist of begreep, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat voormeld voorwerp - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf.;
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn omwille van de leesbaarheid in de bewezenverklaring (cursief) verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.n
Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Curaçao (Divisie Georganiseerde Criminaliteit) d.d. 25 juli 2024, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 68/24 NBD/DGC en de onderzoeksnaam “Bonaparte”, doorgenummerde dossierpagina’s 001 – 275.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 387, eerste lid, aanhef, onder e Sv betreft, telkens slechts wordt gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.
Ten aanzien van feiten 2 en 3
“(…) Wij zagen dat [verdachte] twee stuks bagage bij zich had. Wij zagen dat het een middelgrote koffer betrof en een middelgrote zachte tas. (…) Wij zagen nadat de koffer bijna leeg was dat er een ritssluiting in de voering van de koffer zat. Wij hebben deze ritssluiting opengemaakt en zagen dat er twee mappen in de voering van de koffer verstopt waren. Wij hebben één van de mappen gepakt en zagen dat er medische papieren in zaten. Wij hebben deze papieren doorgebladerd en zagen daar een onbekende hoeveelheid Amerikaanse dollar tussen (…) zit. (…) Wij hoorden [verdachte] zeggen dat het ongeveer drieduizend (3.000,-) Amerikaanse dollar was. Wij hebben hierna het geld geteld en zagen dat het precies drieduizend (3.000,-) Amerikaanse dollar betrof. Wij hebben de andere map uit de voering van de koffer gehaald en zagen dat hierin identiteitsdocumenten zaten. (…) Bij het bekijken van de identiteitspapieren zagen wij een onbekend aantal Amerikaanse dollar tussen de papieren verstopt zitten. (…) Wij hoorden [verdachte] zeggen dat het ongeveer tweeduizend (2.000,-) Amerikaanse dollar was. Wij hebben hierna de Amerikaanse dollar geteld en zagen dat het precies tweeduizend (2.000,-) dollar was. (…) Wij zagen dat er een stapel coupures uit de portemonnee van [verdachte] stak van onbekende valuta. (…) Wij zagen dat er een onbekend aantal Amerikaanse dollar in zijn portemonnee zat. (…) Wij hoorden [verdachte] zeggen dat het ongeveer drieduizend (3.000,-) Amerikaanse dollar was. Wij hebben het geld geteld en zagen dat het precies drieduizenddriehonderdzevenentachtig (3.387,-) Amerikaanse dollar was. (…) Bij het fouilleren voelde ik, Huibers, iets hards in de lies van [verdachte]. (…) Wij (…) zagen dat er een onbekend vierkant pakket verstopt zat onder het scrotum van [verdachte]. (…) Ik, [verbalisant 1], vroeg aan [verdachte] wat er in het vierkante pakketje zat. Wij (…) hoorden [verdachte] zeggen dat het geld was. (…) Wij (…) hoorden [verdachte] zeggen dat er vijfduizend (5.000,-) Amerikaanse dollar in het pakketje zat. Wij (…) hebben het geld geteld, wij zagen dat het precies zevenduizendvijfhonderd (7.500,-) Amerikaanse dollar betrof. Wij hebben al het geld wat wij hebben aangetroffen bij elkaar opgeteld en zagen dat het een totaalbedrag van vijftienduizend achthonderdzevenentachtig (15.887,-) Amerikaanse dollar was. (…)”n
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 februari 2024, dossierpagina’s 001 – 014.
Hoedanigheid : Fysiek document
Document : Nationaal paspoort
Land : Honduras
Nummer : [paspoortnummer]
Afgegeven op : 06-08-2019
Geldig tot : 06-08-2029
Afgegeven op : Instituto Nacional de Migracion
Ten name van:
Naam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboortedatum : [geboortedatum]
Geboorteplaats : [geboorteplaats]
Geboorteland : [geboorteland]
de basisbedrukking van de personaliapagina is niet gedrukt, maar geprint;
de bedrukking van de personaliapagina bevat geen microtekst;
de personaliapagina is voorzien van een niet originele folie;
de variabele gegevens, dus de persoons- en afgiftegegevens en de pasfoto van de houder, zijn aangebracht middels een afwijkende printtechniek;
de absorptie van de personaliabladzijde bij infraroodlicht wijkt af;
de fluorescentie van de personaliabladzijde bij ultravioletlicht wijkt af.
CONCLUSIE: De personaliabladzijde van het onderzochte nationale paspoort van Honduras voorzien van het nummer [paspoortnummer] is vervalst. Daardoor is het paspoort vervalst. (…)”n
Proces-verbaal bevindingen onderzoek document, d.d. 23 februari 2024, geregistreerd onder het proces-verbaalnummer 2024-002, dossierpagina’s 026-027.
“Het kan wel kloppen dat het paspoort vervalst is. (…)”n
Proces-verbaal van voorgeleiding, d.d. 21 februari 2024, dossierpagina’s 018-019.
“(…) Ik heb het geld op verschillende plekken gezet om te voorkomen dat het gepakt wordt. (…)n
Verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 23 augustus 2024, zoals die eventueel later – indien tegen dit vonnis hoger beroep wordt ingesteld – in het proces-verbaal van die terechtzitting zal worden weergegeven.
Bewijsoverwegingen
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten zal worden vrijgesproken. Zij heeft ten aanzien van feit 2 aangevoerd dat de verdachte niet wist dat het paspoort vervalst was en daardoor geen opzet had bij het gebruikmaken van het desbetreffende paspoort. Ook heeft zij aangevoerd dat de verdachte het paspoort al heel lang in zijn bezit heeft en daarvan bij verschillende instanties gebruik maakte en daarmee – als zijnde ondernemer – ook regelmatig rondreisde.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verdachte een goudhandelaar is en dat de bij hem inbeslaggenomen gelden zijn spaargelden betreft die hij gedurende vele maanden heeft opgespaard. De verdachte heeft tijdens de behandeling ter terechtzitting te kennen gegeven dat hij bij de verkoop van goud in contanten betaald wordt.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Ten aanzien van feit 2 Het gebruikmaken van een vervalst paspoort
Bij zijn verhoor van 28 februari 2024 en ter terechtzitting van 23 augustus 2024 heeft de verdachte verklaard het Hondurees paspoort via een advocaat voor een bedrag van US$ 1.500,- te hebben gekocht, daar deze advocaat als bemiddelaar het proces kon versnellen. Voorts heeft de verdachte verklaard het paspoort al drie jaar in zijn bezit te hebben. Dit in tegenstelling tot zijn verklaring ter terechtzitting waarbij hij verklaard heeft het paspoort voor al 6 of 7 jaar in zijn bezit te hebben. Tijdens voormeld verhoor is de verdachte ook door de politie geconfronteerd met het feit dat het Hondurees paspoort met nummer [paspoortnummer] in het jaar 2019 is afgegeven aan de persoon aan wie het officieel toebehoorde en dat deze persoon er in september 2023 nog mee heeft gereisd. Het paspoort is vijf maanden later in het bezit van de verdachte aangetroffen waarbij het is vervalst met diens personalia.
Verdachtes verklaring dat hij in dit alles slachtoffer is geweest en door vorenbedoelde advocaat is bedrogen, acht het Gerecht niet aannemelijk geworden en evenmin geloofwaardig.
De verdachte heeft het paspoort naar zijn zeggen voor een aanzienlijk bedrag gekocht van een bemiddelaar. Nu dit paspoort niet afkomstig was van de bevoegde instantie en de verdachte wisselende, tegenstrijdige, maar bovenal bewijsbaar onjuiste verklaringen heeft afgelegd over het bezit van het paspoort, kan het gelet op de gang van zaken niet anders zijn dan dat hij wist dat het een vervalst paspoort betrof, dat hij opzettelijk gebruikt heeft gemaakt van dat vervalste document als echt en onvervalst, terwijl hij wist of redelijkerwijze moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor zodanig gebruik.
Ten aanzien van feit 3 Witwassen
Het Gerecht stelt vast dat de verdachte met een groot contant geldbedrag is aangehouden op de luchthaven van Curaçao. Een deel daarvan bevond zich in zijn portemonnee, een ander deel was verstopt tussen papieren in de mappen die in de voering van zijn koffer waren verstopt en een ander deel had hij verstopt onder zijn scrotum. Het fysiek vervoeren van een dergelijk groot geldbedrag is niet gebruikelijk en brengt een veiligheidsrisico met zich. Bovendien heeft de verdachte niet uit zichzelf aangegeven dat hij dit geld bij zich had. Daartoe was hij evenwel op grond van de Landsverordening aanmeldingsplicht grensoverschrijdende geldtransporten verplicht.
Deze redengevende feiten en omstandigheden rechtvaardigen naar het oordeel van het Gerecht het vermoeden van witwassen. Gelet op dit vermoeden mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring heeft voor de herkomst van het geld, die concreet en verifieerbaar moet zijn en die niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is.
De verdachte heeft gedurende het strafrechtelijk onderzoek en ter terechtzitting verklaard dat hij een goudhandelaar is, in die zin dat hij opkoper is van het rauwe goudmateriaal, er sieraden van laat maken en die vervolgens verder verkoopt. Hij heeft ook verklaard dat deze handel in contant geld wordt gedreven.
Het Gerecht stelt echter vast dat de verklaringen van de verdachte op geen enkele wijze kunnen worden gecontroleerd, terwijl de verdachte daartoe geen bescheiden ter verificatie in het geding heeft gebracht, terwijl zulks in de omstandigheden van het geval wel op zijn weg had gelegen. Het Gerecht acht de door de verdachte gegeven verklaring voor de herkomst van het geld dan ook volstrekt ongeloofwaardig en stelt deze terzijde.
Het hiervoor overwogene leidt tot het oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat het bij de verdachte aangetroffen geldbedrag – waarvan de verdachte zegt dat het aan hem toebehoort – middellijk of onmiddellijk uit enig misdrijf afkomstig is en dat de verdachte hier wetenschap van had.
Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:184 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Opzettelijk gebruik maken van het valse of vervalste geschrift als ware het echt en onvervalst, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.
Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:404 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het gebruik maken van een vervalst paspoort. Gelet op het belang van reisdocumenten in het maatschappelijk verkeer, moet van de echtheid van dergelijke documenten kunnen worden uitgegaan. Door gebruik te maken van een vervalst paspoort is afbreuk gedaan aan de waarde die dit reisdocument in de dagelijkse praktijk vertegenwoordigt.
Nu voor de strafoplegging van gebruikmaking van vervalste reisdocumenten geen oriëntatiepunten voorhanden zijn, heeft het Gerecht bij het bepalen van de op te leggen straf aansluiting gezocht bij de door het Gerecht in recente verleden soortgelijke opgelegde straffen.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een aanzienlijk geldbedrag. De verdachte heeft op de luchthaven van Curaçao een bedrag van US$ 15.887,- (NAf 28.914,34), waarvan hij wist dat dit van misdrijf afkomstig was, contant voorhanden gehad met het kennelijke doel dit aan het zicht van de autoriteiten te onttrekken. Door opbrengsten van misdrijven aan het zicht van de autoriteiten te onttrekken en daaraan een schijnbaar legale herkomst te verschaffen, wordt de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast.
In dat verband kan aansluiting worden gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor “opzetwitwassen” waarbij er sprake is geweest van een benadelingsbedrag tot NAf 140.000,-, als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2–5 maanden of 120uur – 240uur taakstraf, plus 1 maand voorwaardelijke gevangenisstraf, gegeven.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het Gerecht ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die tijdens de zitting naar voren zijn gebracht, geen aanleiding een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen.
Op grond van het voorgaande acht het Gerecht de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden. De verdachte zal dan ook daartoe worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van US$ 15.887,-, het nationale paspoort (voorzien van het nummer [paspoortnummer]) van de Republiek van Honduras op naam van [verdachte] en de mobiele telefoon van het merk iPhone 14 Pro.
Het geldbedrag van US$ 15.887,- is vatbaar voor verbeurdverklaring. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het bewezen verklaarde feit met betrekking tot dat geldbedrag is begaan, terwijl niet kon worden vastgesteld wat de herkomst van dat geldbedrag is.
Het Gerecht zal daarom de verbeurdverklaring van dit geldbedrag gelasten.
Het nationale paspoort (voorzien van het nummer [paspoortnummer]) van de Republiek van Honduras op naam van [verdachte] is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Met behulp van dit voorwerp is het onder feit 2 bewezenverklaarde begaan. Het ongecontroleerde bezit van voormeld voorwerp is bovendien in strijd met de wet en het algemeen belang. Het Gerecht zal voormeld nationale paspoort daarom onttrekken aan het verkeer.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen mobiele telefoon. Uit onderzoek is niet gebleken dat deze telefoon is gebruikt bij het begaan van de bewezenverklaarde strafbare feiten dan wel enig ander strafbaar feit. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:67 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 1 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de 9 (negen) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde straf;
verklaart verbeurd het in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag te weten: US$ 15.887,-;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: het nationale paspoort (voorzien van het nummer [paspoortnummer]) van de Republiek van Honduras op naam van [verdachte];
gelast de teruggave van de mobiele telefoon van het merk iPhone 14 Pro aan de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. S.A. Carmelia, bijgestaan door mr. O.H.M. Leito, zittingsgriffier, en op 13 september 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.