Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0

ECLI:NL:RBMNE:2025:1373

adoptie duomoeder

Rechtbank Midden-Nederland 22 April 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:RBMNE:2025:1373 text/xml public 2025-04-22T09:42:04 2025-03-27 Raad voor de Rechtspraak nl Rechtbank Midden-Nederland 2025-04-03 C/16/582377 / FO RK 24-1247 Uitspraak Eerste aanleg - enkelvoudig Beschikking NL Utrecht Civiel recht; Personen- en familierecht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2025:1373 text/html public 2025-04-22T09:36:19 2025-04-22 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:RBMNE:2025:1373 Rechtbank Midden-Nederland , 03-04-2025 / C/16/582377 / FO RK 24-1247
adoptie duomoeder
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht

locatie Utrecht

zaaknummer: C/16/582377 / FO RK 24-1247

adoptie

Beschikking van 3 april 2025

in de zaak van:

[verzoekster] ,

wonende in [woonplaats] ,

hierna te noemen: verzoekster,

advocaat mr. K.S.M. Smienk,

met als belanghebbende

[belanghebbende] ,

wonende in [woonplaats] ,

hierna te noemen: [achternaam van belanghebbende] .
1De procedure 1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:

het verzoekschrift, met bijlagen, ingediend op 11 oktober 2024;

de brief van 22 oktober 2024 van de Raad voor de Kinderbescherming;

het F-formulier van 25 februari 2025 van verzoekster, met bijlage.
1.2.
Verzoekster en [achternaam van belanghebbende] willen geen verwijzing naar de bevoegde rechtbank.
2Waar de procedure over gaat 2.1.
Verzoekster en [achternaam van belanghebbende] hebben een relatie met elkaar en wonen samen.
2.2.
Tijdens deze relatie is geboren:

[eerste voornaam van minderjarige] [tweede voornaam van minderjarige] [achternaam van belanghebbende], geboren op [geboortedatum 1] 2025 in [geboorteplaats 1] .
2.3.
[achternaam van belanghebbende] is bevallen van [eerste voornaam van minderjarige] . De zwangerschap is tot stand gekomen door middel van kunstmatige inseminatie. De donor is onbekend.
2.4.
[achternaam van belanghebbende] heeft het ouderlijk gezag over [eerste voornaam van minderjarige] . Dit betekent dat zij de belangrijke beslissingen over [eerste voornaam van minderjarige] mag nemen.
2.5.
Verzoekster wil [eerste voornaam van minderjarige] adopteren. [achternaam van belanghebbende] staat achter dit verzoek.
2.6.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft geen aanleiding gezien om onderzoek te doen.
3De beoordeling
Adoptie
3.1.
De rechtbank zal het verzoek toewijzen en de adoptie van [eerste voornaam van minderjarige] door verzoekster uitspreken. Hierna legt de rechtbank uit waarom zij deze beslissing neemt.
3.2.
Het verzoek tot adoptie moet worden getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank is van oordeel dat hieraan is voldaan.
3.3.
Volgens de rechtbank is de adoptie in het belang van [eerste voornaam van minderjarige] , want zij wordt door verzoekster en [achternaam van belanghebbende] samen verzorgd en opgevoed.

Ook heeft verzoekster de vereiste verklaringen overgelegd, te weten:

de verklaring van 26 september 2024 van de heer [A] , MSc, namens de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting, waaruit blijkt dat de zwangerschap van [achternaam van belanghebbende] tot stand is gekomen door kunstmatige donorbevruchting;

de verklaring van 3 september 2024 van [achternaam van belanghebbende] , waaruit blijkt dat zij instemt met de adoptie.

Ingangsdatum
3.4.
De adoptie werkt terug tot het tijdstip van de geboorte van [eerste voornaam van minderjarige] , omdat de adoptie voor de geboorte van [eerste voornaam van minderjarige] is verzocht.

Geslachtsnaam
3.5.
Verzoekster en [achternaam van belanghebbende] hebben voor [eerste voornaam van minderjarige] de geslachtsnaam [achterenaam van verzoekster] gekozen. De rechtbank zal deze naamskeuze in de beslissing opnemen.

Gezag
3.6.
Verzoekster en [achternaam van belanghebbende] zullen na de adoptie samen het ouderlijk gezag over [eerste voornaam van minderjarige] uitoefenen. Zij hebben verzocht om hen ook samen te belasten met het ouderlijk gezag over [eerste voornaam van minderjarige] voor de periode tot aan het in kracht van gewijsde gaan van deze beschikking.
3.7.
De rechtbank vindt het in het belang van [eerste voornaam van minderjarige] dat verzoekster, die vanaf de geboorte van [eerste voornaam van minderjarige] samen met [achternaam van belanghebbende] de verzorging en opvoeding van [eerste voornaam van minderjarige] voor haar rekening neemt, ook zeggenschap over [eerste voornaam van minderjarige] heeft. De juridische situatie wordt hiermee in overeenstemming gebracht met de in de praktijk bestaande situatie, waarbij [achternaam van belanghebbende] alle beslissingen over [eerste voornaam van minderjarige] samen met verzoekster neemt.

De rechtbank zal verzoekster daarom op grond van artikel 1:253t BW nu al samen met [achternaam van belanghebbende] met het gezag over [eerste voornaam van minderjarige] belasten.
4De beslissing
De rechtbank:
4.1.
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het vrouwelijke geslacht:

[eerste voornaam van minderjarige] [tweede voornaam van minderjarige] [achternaam van belanghebbende], geboren op [geboortedatum 1] 2025 in [geboorteplaats 1] ,

door:

[verzoekster] , geboren op [geboortedatum 2] 1984 in [geboorteplaats 2] ;
4.2.
bepaalt dat de adoptie terugwerkt tot het tijdstip van de geboorte van [eerste voornaam van minderjarige] ;
4.3.
stelt vast dat verzoekster en [achternaam van belanghebbende] hebben verklaard dat [eerste voornaam van minderjarige] de geslachtsnaam [achterenaam van verzoekster] zal dragen na de adoptie, zodat zij zal heten: [eerste voornaam van minderjarige] [tweede voornaam van minderjarige] ;
4.4.
belast verzoekster en [achternaam van belanghebbende] samen met het gezag over [eerste voornaam van minderjarige] ;
4.5.
verklaart deze beschikking onder 4.4. uitvoerbaar bij voorraad.

Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. M.C. Oostendorp, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. A. Verouden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 april 2025.

Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Artikel 1:230 lid 2 BW

Artikel 1:5 lid 3 BW

Artikel 1:229 lid 4 BW

Artikel delen