ECLI:NL:RBMNE:2025:2552
Verzetprocedure. Afwijzing ontruiming huurwoning omdat de huurachterstand volledig is betaald. Het slechte betaalgedrag van de huurder in het verleden kan aanleiding geven om alsnog tot ontbinding over te gaan, maar in dit geval is dat niet gerechtvaardigd.
Rechtbank Midden-Nederland 30 May 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:2552
text/xml
public
2025-05-30T08:30:17
2025-05-26
Raad voor de Rechtspraak
nl
Rechtbank Midden-Nederland
2025-05-07
11534003
Uitspraak
Eerste aanleg - enkelvoudig
Verzet
NL
Almere
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2025:2552
text/html
public
2025-05-30T08:29:47
2025-05-30
Raad voor de Rechtspraak
nl
ECLI:NL:RBMNE:2025:2552 Rechtbank Midden-Nederland , 07-05-2025 / 11534003
Verzetprocedure. Afwijzing ontruiming huurwoning omdat de huurachterstand volledig is betaald. Het slechte betaalgedrag van de huurder in het verleden kan aanleiding geven om alsnog tot ontbinding over te gaan, maar in dit geval is dat niet gerechtvaardigd.
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 11534003 MC EXPL 25-708
Vonnis van 7 mei 2025
in de zaak van
[opposant]
,
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [opposant] ,
gemachtigde: mr. M. Raaijmakers,
tegen
[geopposeerde] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [geopposeerde] ,
gemachtigde: mr. H.J.M. van de Pas.
1De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verstekvonnis van 18 december 2024; - de verzetdagvaarding van 5 februari 2025 met producties 1-2; - de conclusie van antwoord in oppositie met producties 1-2; - de conclusie van repliek in oppositie met productie 3.
1.2.
Tot slot is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.
2De kern van de zaak
2.1.
[geopposeerde] verhuurt een woning aan [opposant] . [opposant] heeft een huurachterstand laten ontstaan. [geopposeerde] vordert dat [opposant] de huurachterstand betaalt en dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en de woning ontruimd. Omdat [opposant] in eerste instantie niet was verschenen, zijn deze vorderingen in een verstekvonnis toegewezen. In deze verzetprocedure voert [opposant] alsnog verweer en wil hij dat de vorderingen worden afgewezen. Hij stelt dat de huurachterstand volledig is betaald. De kantonrechter zal de vorderingen van [geopposeerde] alsnog afwijzen. Hierna wordt uitgelegd hoe de kantonrechter tot dat oordeel komt.
3De beoordeling
Het verzet is op tijd ingesteld
3.1.
Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld. Dit betekent dat [opposant] in zijn verzet kan worden ontvangen.
[opposant] heeft wel een belang bij de verzetprocedure
3.2.
Volgens [geopposeerde] heeft [opposant] geen belang heeft bij deze verzetprocedure, omdat [geopposeerde] het ontruimingsvonnis niet ten uitvoer zal leggen. De kantonrechter is het hier niet mee eens. [geopposeerde] beschikt met het verstekvonnis immers nog over een executoriale titel. Bovendien is de huurovereenkomst door het verstekvonnis ontbonden. [opposant] heeft daarom belang bij vernietiging van het verstekvonnis.
[opposant] heeft de huurachterstand en rente ingelopen
3.3.
[geopposeerde] vordert betaling van € 5.371,48 aan huurachterstand, berekend tot en met de maand november 2024 en te vermeerderen met wettelijke rente.
3.4.
In de conclusie van repliek in oppositie stelt [opposant] dat de huurachterstand volledig is ingelopen. In de e-mail van 5 februari 2025 (productie 2 bij de conclusie van antwoord in oppositie) schrijft de gemachtigde van [geopposeerde] dat de vordering van [opposant] berekend tot en met januari 2025 is geïncasseerd, dat het dossier is gesloten en dat het verstekvonnis niet ten uitvoer zal worden gelegd. De kantonrechter maakt hieruit op dat de door [geopposeerde] gevorderde huurachterstand en rente volledig is betaald. Deze vorderingen worden daarom alsnog afgewezen.
De ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming worden afgewezen
3.5.
[geopposeerde] vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. [opposant] is het hier niet mee eens. Hij heeft de achterstallige huur inmiddels ingelopen en bovendien woont hij met zijn partner en drie minderjarige kinderen in de woning. Bij een ontruiming worden zij dakloos en wordt de stabiliteit van het gezin ontwricht, zo stelt [opposant] .
3.6.
Vast staat dat [opposant] de huurachterstand heeft ingelost. Daarin is op zich dus geen reden gelegen om de huurovereenkomst te ontbinden. Maar [geopposeerde] heeft ook aangevoerd dat [opposant] sinds 2021 al drie keer eerder door de kantonrechter is veroordeeld om een huurachterstand te betalen. Dit kan een reden zijn om de huurovereenkomst alsnog te ontbinden, ondanks dat er geen sprake (meer) is van een huurachterstand.
3.7.
In dit geval vindt de kantonrechter dat ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning niet gerechtvaardigd is, omdat:
er geen sprake meer is van een huurachterstand;
er drie minderjarige kinderen in de woning wonen; en
[geopposeerde] zelf al heeft aangegeven geen gebruik te maken van het ontruimingsvonnis.
3.8.
Deze vorderingen worden dus alsnog afgewezen. Dit betekent dat er ook geen aanleiding bestaat om [opposant] te veroordelen tot het betalen van de maandelijkse huur tot de datum van de ontruiming.
De buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen
3.9.
[geopposeerde] vordert betaling van buitengerechtelijke incassokosten. In het verstekvonnis is deze vordering afgewezen, omdat er kort gezegd sprake is van een oneerlijk beding. [geopposeerde] is hier verder niet meer op ingegaan. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke incassokosten daarom om dezelfde reden afwijzen.
[opposant] moet de proceskosten betalen
3.10.
[opposant] heeft een huurachterstand laten ontstaan. De kosten van de dagvaarding en het griffierecht komen daarom voor zijn rekening.
3.11.
Wat betreft de kosten van de verzetprocedure heeft [opposant] gesteld dat de gemachtigde van [geopposeerde] heeft gezegd dat [opposant] geen verweer hoefde te voeren, omdat er niet zou worden ontruimd als [opposant] de lopende huur zou betalen en de achterstand zou aflossen. Desondanks ontving [opposant] toch een ontruimingsexploot, waardoor – zo begrijpt de kantonrechter – hij genoodzaakt werd deze verzetprocedure te voeren.
3.12.
[geopposeerde] heeft betwist dat haar gemachtigde heeft gezegd dat [opposant] geen verweer hoefde te voeren. [opposant] heeft dit niet nader onderbouwd of daarvan bewijsstukken ingebracht. Daarom is niet vast komen te staan dat dit is gezegd. Dit betekent dat de kosten van de verzetprocedure voor rekening van [opposant] komen.
3.13.
De proceskosten van [geopposeerde] worden begroot op:
- dagvaarding
€
136,72
- griffierecht
€
524,00
- salaris gemachtigde
€
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
€
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
€
1.473,72
4De beslissing
De kantonrechter
4.1.
vernietigt het verstekvonnis van 18 december 2024 met kenmerk 11420419 MC EXPL 24-7716;
en opnieuw rechtdoende:
4.2.
wijst de vorderingen af;
4.3.
veroordeelt [opposant] in de proceskosten van € 1.473,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [opposant] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.4.
verklaart de proceskostenveroordeling onder 4.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. B.G.W.P. Heijne en in het openbaar uitgesproken op
7 mei 2025.
45353