Er kwam een mooie kans op mijn pad bij deze grote gemeente dus die moest ik pakken. Ik wil mij graag blijven inzetten voor de publieke sector en als dat kan vanuit de politieke hoofdstad.
Ik weet hoe een politieke organisatie werkt en hoe ik mensen mee kan krijgen in mijn verhaal dat privacy een kwaliteitsnorm is van een goede bedrijfsvoering. Uiteraard is de gemeente Den Haag een stuk groter, maar ik vertrouw er op dat mijn ervaring en communicatievaardigheden naar alle lagen van een organisatie hier goed van pas komen. Daarnaast heb ik in korte tijd veel ervaring opgedaan door mijn netwerk en mijn tijd bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Dit alles geeft mij de ervaringen die perfect zijn voor de rol van privacy officer in Den Haag.
De opkomst van AI (Artificial Intelligence) en hoe je daarmee omgaat als gemeente. AI krijgt veel aandacht in het nieuws en de ontwikkelingen gaan snel. Daar moet je als gemeente ook iets mee en ik vind het mooi om daar een rol in te spelen, maar een uitdaging is het zeker. AI brengt namelijk vraagstukken en uitdagingen met zich mee op verschillende fronten. Technisch, juridisch en zeker ook ethisch.
De enorme golf aan Europese digitale wetgeving die de komende jaren op ons afkomt. Regelgeving over cybersecurity-normen, AI of het delen van data tussen de publieke en private sector. Dat heeft ook implicaties voor de nationale wetgeving dus een privacy-professional bij de (lokale) overheid heeft nog genoeg om zijn/haar tanden in te zetten de komende jaren.
Het gevoel dat iets “niet mag van de AVG” is echt onjuist en brengt risico’s met zich mee voor de publieke zaak. Recent was er een Kamerbrief (d.d. 30 maart jl.) van de Rekenkamer waarin dit risico werd aangekaart. Ik hoop er met mijn werkwijze aan bij te dragen dat een gemeente zijn gemeentelijke taken binnen de privacykaders kan uitvoeren, want die ruimte is er vaker wel dan niet. Duidelijkheid scheppen op die punten zodat de publieke zaak door kan gaan op een privacybewuste wijze zie ik voor mezelf als een doel.
In groep 7 op de middelbare school kwam de vraag ‘wat wil je later worden?’. Politieagent, astronaut of voetballer waren de standaard antwoorden. Ik zei toen dat ik advocaat wilde worden. Geen idee waarom, maar ik zei het eigenlijk al meteen. Waarschijnlijk met het idee dat een advocaat de hele dag staat te pleiten in de rechtbank. Uiteindelijk ben ik als jurist in het privacy-werkveld terechtgekomen dus toch wel min of meer in dezelfde richting. Ik kan me niet echt een ander domein voorstellen.
Voor bewustwording moet je “The Social Dilemma” hebben gezien. Voor vermaak denk ik dan eerder aan “Enemy of the State”. Voor de lezers kan ik echt het boek “Het is oorlog, maar niemand die het ziet” van journalist Huib Modderkolk aanraden.