Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0

Ik heb niets te verbergen…

Maar vernietigen we niet heel veel….

als de informatie die in een intieme relatie twee mensen elkaar als gift geven en de betekenis van hun relatie voedt…

op straat komt te liggen?

Privacy Matters!

In 2018 kwam Frank Slisser met het idee om een masterclass over Privacy te organiseren aan de UvA Academy. Het achterliggende motief mag helder zijn: door digitale technologie, met al zijn voordelen, wordt privacy bedreigd.

Mensen produceren continu allerlei data over waar ze zijn, hoe ze zich voelen, over hun lichaam, over wat ze doen, met wie ze zijn, wat ze kopen, wat ze interessant vinden, hoe hun huizen erbij staan, hun auto’s rijden, enzovoort. In de ogen van een wiskundige zijn het wellicht gegevens waarmee mensen als het ware zijn te kwantificeren, te objectiveren of transparant te maken. Het zijn data die vastgelegd worden, veelal in de Cloud, om nooit meer gewist te worden. Het zijn data die in een connected world, ondanks beveiligingen, soms sneller gedeeld worden dan je denkt. Ze zijn te gebruiken door private partijen en overheden, met mogelijk andere doelen dan het individu, met goede of slechte bedoelingen, en zijn met statistiek, machine learning en artificial intelligence (AI) te analyseren en te gebruiken bij het profileren, voorspellen en beïnvloeden of manipuleren van mensen.

Digitale technologie maakt het mensen makkelijker, maar het bedreigt ook hun controle op informatie, op wie ze zijn, op met wie ze relaties onderhouden en op wie toegang krijgt tot hun omgeving.

De AVG van mei 2018 poogt de private personen hun controle op hun persoonsgegevens terug te geven en daarmee op (een deel van) hun privacy.

Maar de vraag is in hoeverre de AVG hierin effectief is. Wat zijn de aannames waarop de AVG is gestoeld? Is de assumptie dat mensen gemotiveerd en kundig genoeg zijn om hun persoonsgegevens te managen correct? En zo niet, hoe beïnvloedt dat de effectiviteit van de wet? Wat kunnen organisaties doen bij het formuleren, organiseren, uitvoeren en monitoren van hun privacybeleid om toch op de gewenste wijze de privacy van hun particuliere relaties te respecteren? Zonder overigens de vooruitgang een halt toe te willen roepen. Digitale technologie is de drijvende kracht achter innovatie en leidt zonder twijfel tot efficiency, meer maatwerk, meer gemak en betere oplossingen voor problemen.

Rondom deze kernvragen is de masterclass Privacy, the Next Step ontwikkeld. Het is een multidisciplinair programma geworden, waarin privacy vanuit ethisch, sociaalpsychologisch, juridisch, technisch en bedrijfskundig perspectief wordt belicht.

Dit executive programma staat aan de basis van dit boek. Met deze publicatie willen we een breder publiek bereiken en meer mensen aan het denken zetten. Zoals Timothy Prescott het formuleert: de online wereld is nog een wildwest, waarin nog weinig regels zijn geformuleerd over privacy. We moeten voorkomen dat het een chaos wordt en dat zich (te veel) escalaties voordoen. De uitdaging is te ontdekken hoe in die nieuwe wereld, die zich vermengt met de fysieke, het recht op controle op privacy op gefundeerde wijze is te borgen. Op een wijze die past binnen onze liberale traditie. En die gebaseerd is op inzicht in de waarde van privacy voor de zelfontplooiing van het individu en voor de relaties die het kan ontwikkelen.

Als auteur van het boek heb ik geenszins de pretentie dat ik specialist ben in alle disciplines van waaruit privacy is te onderzoeken. Van huis uit ben ik bedrijfseconoom met een specialisatie in klantgericht ondernemen (waaronder CRM) en business model innovatie. In dit boek wil ik dan ook niet meer en niet minder de inzichten van een selectie van specialisten over het voetlicht brengen. Het zullen niet in alle gevallen de meest bekende onderzoekers of experts zijn, maar het zijn wel filosofen, juristen, ethisch hackers, journalisten, communicatiewetenschappers en marketeers, IT’ers, die in hun proefschriften, wetenschappelijk of journalistieke werk de kernthema’s weten te adresseren en hun sporen hebben verdiend. Ik noem – en dank – hier Bart van der Sloot en Marjolein Lanzing wiens publicaties ik heb bewerkt. Maar ook Paul Korremans die als ervaren functionaris gegevensbescherming uitgebreid zijn ervaringen met me heeft gedeeld. En verder ook Verena Wottrich, Joris Demmers, Alexander Singewald en Inge de Ruijter voor hun onderzoek, inspiratie en enthousiasme. En tot slot Frank Slisser, wiens idee het is dit boek te schrijven.

Privacy is een onderwerp dat voor- en tegenstanders kent. En niet te vergeten, een grote groep passieven, die zich wel zorgen maken over hun privacy, maar dat in hun gedrag niet laten blijken! De discussie over privacy is daardoor zelden objectief, maar meestal gekleurd. Gepoogd is in dit boek in ieder geval zo beargumenteerd mogelijk het privacyvraagstuk te belichten vanuit verschillende invalshoeken. Sinds privacy onder druk staat, ontkom ik er niet aan die kant van de medaille extra te belichten.

De hoop die ik uitspreek, is dat de manier waarop we de privacy van individuen in een hybride wereld dadelijk respecteren weer onderdeel wordt van ons normale handelen. We zijn ons er misschien niet eens van bewust: het past in onze routines, in onze omgangsvormen. We weten dat je niet hoort te stalken. Dat het ergens toch wel vreemd is dat je op iemand zijn Facebookpagina zit te lurken. Dat je geen gebruik maakt van gegevens waarvan je weet dat je ze niet hoort te kennen. Dat je sommige dingen moet vergeten en vergeven. Dat je een zekere mate van intimiteit moet verdienen. We hebben de gangbare handelwijzen ingeregeld in onze systemen. Het vraagt geen expliciete aandacht meer die kan uitgaan naar het ontwikkelen van positieve wederzijdse waardevolle relaties met onze particuliere belanghebbenden. De AVG wordt niet als een bureaucratische last gezien.

Ed Peelen

Rotterdam/Amsterdam, september 2020