De gemeente Langedijk moet het jeugdhulpdossier van een oud-inwoner en haar zoon vernietigen. Dat heeft de rechtbank Noord-Holland bepaald. De oud-inwoner had om de vernietiging gevraagd, maar de gemeente had dit geweigerd. De gemeente moet dit nu alsnog doen.
De oud-inwoner is de moeder van een minderjarige zoon. Over de zoon zijn de afgelopen jaren zorgmeldingen gedaan. De moeder verzocht de gemeente vorig jaar om alle gegevens van haarzelf en haar zoon te vernietigen. De gemeente weigerde dit omdat zij een wettelijke verwerkingsverplichting zou hebben. Het jeugdhulpdossier zou volgens de regels 20 jaar bewaard moeten worden, meent de gemeente.
De moeder vindt dat het bewaren van de gegevens geen enkel doel dient. Er is volgens de moeder nooit jeugdhulp verleend en de gedane zorgmeldingen zijn nooit opgevolgd. Ze vindt het belangrijk dat de onjuiste informatie geen eigen leven blijft leiden en onnodig ingezet kan worden. Het bewaren van de gegevens maakt volgens haar een te grote inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer.
De rechter oordeelt dat de gemeente de wet verkeerd toepast en stelt haar in het ongelijk. Uit de wet blijkt dat de jeugdhulpverlener gegevens uit het dossier binnen drie maanden moet vernietigen als betrokkene daarom verzoekt. Dit ligt anders als duidelijk is dat het bewaren van de gegevens belang heeft voor anderen, maar dat heeft de gemeente in dit geval niet aangetoond. De gemeente vond het ook niet nodig om dat aan te tonen.
De rechtbank begrijpt niet hoe de gemeente tot de door haar gehanteerde uitleg is gekomen dat het jeugdhulpdossier altijd 20 jaar bewaard zou moeten worden. Bij raadpleging van vakliteratuur en diverse eerdere uitspraken, had de gemeente kunnen concluderen dat zij de wet onjuist toepaste. De rechtbank heeft de indruk dat er bij de gemeente een situatie is ontstaan waarbij het in procedures met de moeder inmiddels gaat om gelijk krijgen en de gemeente daarbij de inhoud uit het oog verloren is.