Verrekening van een geldschuld met een bestaande vordering geschiedt slechts voor zover in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien.
Verrekening geschiedt onder vermelding van de vordering waarmee de geldschuld is verrekend alsmede de hoogte van het bedrag van de verrekening.
De verrekening werkt terug overeenkomstig artikel 129, eerste en tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
De schuldenaar is niet bevoegd tot verrekening voor zover beslag op de vordering van de schuldeiser nietig zou zijn.
Uitstel van betaling staat aan verrekening niet in de weg.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene Kinderbijslagwet
artikel: 17g
Algemene nabestaandenwet
artikel: 45
Algemene Ouderdomswet
artikel: 17i
Algemene wet bestuursrecht
artikel: 4:108
Besluit CAK mandaat en machtiging aan het CJIB voor de inning van bestuurlijke boetes en bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet
artikel: 1
Invorderingswet 1990
artikel: 24
Participatiewet
artikel: 60
Remigratiewet
artikel: 6f
Toeslagenwet
artikel: 14g
Werkloosheidswet
artikel: 27g
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
artikel: 54
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
artikel: 3:43, 46
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
artikel: 28
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
artikel: 28
Wet studiefinanciering 2000
artikel: 7.4
Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
artikel: 7.3
(21-04-2021)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuw |
25-06-2009 |
25-06-2009 |
Opmerkingen
1) De artikelen III en IV van Stb. 2009/264 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.