De artikelen 10, 27 tot en met 29 van de wet zijn van toepassing op de in de justitiële inrichting door het justitieel personeel verrichte arbeid voor zover geen inbreuk wordt gemaakt op de orde, de veiligheid of de goede gang van zaken in de inrichting of op het ongestoord verloop van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming en andere beperkingen die krachtens enige wettelijke bepaling door de daartoe bevoegde autoriteiten zijn opgelegd.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op gedetineerden, verpleegden en jeugdigen.
(03-06-2020)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
16-04-2015 |
16-04-2015 |
||||||
wijziging |
05-12-2006 |
11-12-2006 |
||||||
wijziging |
05-12-2006 |
11-12-2006 |
||||||
wijziging |
10-09-1999 |
25-10-1999 |
||||||
wijziging |
22-05-1997 |
05-07-1997 |
||||||
nieuwe-regeling |
15-01-1997 |
20-06-1997 |
Opmerkingen
1) Artikel 4.8, tweede en zesde lid, treedt voor zover het de aanwezigheid van het certifcaat van vakbekwaamheid betreft, in werking op 1 oktober 1997.