Rubriceringen worden verbonden aan een maximum tijdsverloop of aan een bepaalde gebeurtenis. Na die periode of na die gebeurtenis weegt de vaststeller van bijzondere informatie af of herziening, dan wel beëindiging van de rubricering, aan de orde is.
Van het eerste lid kan worden afgeweken in die gevallen waarin de rubricering betrekking heeft op:
Bijzondere informatie die krachtens een verdrag of internationale overeenkomst is verkregen;
Staatsgeheimen die door de wet als zodanig zijn aangewezen.
Uitsluitend de vaststeller van de rubricering is bevoegd de rubricering te herzien of te beëindigen.
Bij overbrenging van bijzondere informatie naar een rijksarchiefbewaarplaats als bedoeld in de Archiefwet 1995 vervalt de rubricering, tenzij de zorgdrager, na advies van de algemene rijksarchivaris en de rubriceringsambtenaar, bepaalt dat deze gehandhaafd dan wel herzien moet worden.
(10-09-2025)
Datum van inwerking- treding | Terugwerkende kracht | Betreft | Ondertekening | Bekendmaking | Kamerstukken | Ondertekening | Bekendmaking | Opmerking |
09-09-2025 | nieuwe-regeling | 21-08-2025 | 21-08-2025 |