Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0

Artikel 3:100

  • 1

    De Nederlandsche Bank of, ten aanzien van banken, niet zijnde houders van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4, de Europese Centrale Bank verleent een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95, eerste lid, tenzij:

    • a.

      de betrouwbaarheid van de aanvrager van de verklaring van geen bezwaar of van de personen die op grond van de voorgenomen gekwalificeerde deelneming het beleid van de financiële onderneming zullen bepalen of mede bepalen of zullen kunnen bepalen of mede bepalen niet buiten twijfel staat;

    • b.

      de aanvrager, gelet op zijn reputatie, niet geschikt is of de personen die op grond van de voorgenomen gekwalificeerde deelneming het dagelijks beleid van de financiële onderneming zullen bepalen terzake niet geschikt zijn;

    • c.

      de financiële soliditeit van de aanvrager, rekening houdend met de bedrijfsactiviteiten van de financiële onderneming, niet is gewaarborgd;

    • d.

      de financiële onderneming als gevolg van de gekwalificeerde deelneming niet zal kunnen blijven voldoen aan de prudentiële regels die ingevolge deze wet zijn gesteld;

    • e.

      er goede redenen zijn om te vermoeden dat in verband met de voorgenomen verwerving of vergroting geld wordt of werd witgewassen of terrorisme wordt of werd gefinancierd of dat gepoogd wordt of werd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van de Wet voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme of dat de voorgenomen verwerving of vergroting het risico daarop zou kunnen vergroten; of

    • f.

      onvolledige of onjuiste informatie is verstrekt door de aanvrager.

  • 2

    De Nederlandsche Bank stelt een ontwerpbesluit op als bedoeld in artikel 3:95, derde lid, dat in ieder geval strekt tot afwijzing van de aanvraag indien zich een geval voordoet als bedoeld in het eerste lid.

  • 3

    Met betrekking tot de betrouwbaarheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, zijn het tweede en derde lid van artikel 3:99 van overeenkomstige toepassing.

Informatie geldend op 01-05-2021

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Beleidsregel geschiktheid 2012

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Beleidsregel geschiktheid 2012
    artikel: 1.1

  2. Beleidsregel toepassing Europese toezichthoudende autoriteiten Wft 2019
    artikel: 2

  3. Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft
    artikel: 4.01

  4. Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht
    artikel: 39, 50, 51, 73, 74, 83, 96, 97

  5. Wet op het financieel toezicht
    artikel: 3:110, 2:31, 2:12, 2:99, 2:26b, 3:104, 2:54b, 2:69d, 2:3b, 3:280b

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-05-2021)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

15-10-2020

wijziging

07-10-2020

Stb. 2020, 380

35440

07-10-2020

Stb. 2020, 380

01-07-2019

wijziging

17-10-2018

Stb. 2018, 408

34859

18-03-2019

Stb. 2019, 128

12-06-2015

wijziging

04-05-2015

Stb. 2015, 184

34049

21-05-2015

Stb. 2015, 205

01-07-2012

wijziging

22-12-2011

Stb. 2012, 7

32786

18-01-2012

Stb. 2012, 23

Alg. 1

07-05-2011

wijziging

21-04-2011

Stb. 2011, 206

32292

21-04-2011

Stb. 2011, 206

01-01-2009

wijziging

20-11-2008

Stb. 2008, 545

31468

18-12-2008

Stb. 2008, 582

01-09-2008

wijziging

03-07-2008

Stb. 2008, 333

31131

07-08-2008

Stb. 2008, 335

01-01-2007

nieuwe-regeling

28-09-2006

Stb. 2006, 475

29708

11-12-2006

Stb. 2006, 664

Opmerkingen

  • 1) De artikelen IV en V van Stb. 2012/7 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.