Indien de Nederlandsche Bank een besluit neemt als bedoeld in de artikelen 3A:85, eerste lid, 3A:86, of 3A:87, lijden de houders van eigendomsinstrumenten of de schuldeisers van wie vorderingen zijn afgeschreven of omgezet, geen grotere verliezen dan zij zouden hebben geleden indien de entiteit onmiddellijk voorafgaand aan dat besluit in faillissement zou zijn geliquideerd.
Indien de Nederlandsche Bank ter uitvoering van een besluit als bedoeld in het eerste lid besluit tot overgang van gedeelten van de activa of passiva van de entiteit in afwikkeling, ontvangen de houders van eigendomsinstrumenten en de schuldeisers van wie vorderingen niet zijn overgegaan, onverminderd het eerste lid, ter voldoening van hun vorderingen ten minste evenveel als zij zouden hebben ontvangen indien de entiteit in afwikkeling onmiddellijk voorafgaand aan de overgang in faillissement zou zijn geliquideerd.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wet op het financieel toezicht
artikel: 3a:91
(01-05-2021)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuw |
28-11-2018 |
11-12-2018 |