Politiegegevens kunnen worden verwerkt met het oog op de controle op en het beheer van een informant alsmede de beoordeling en verantwoording van het gebruik van informantgegevens.
De politiegegevens, bedoeld in het eerste lid, kunnen gedurende een periode van maximaal vier maanden na de datum van de eerste verwerking ter beschikking worden gesteld voor verdere verwerking op grond van de artikelen 8, 9 of 10.
De verwerking van politiegegevens, bedoeld in het eerste lid, vindt slechts plaats omtrent:
informanten;
personen waarover informanten informatie geven of waarmee informanten contacten onderhouden;
ambtenaren van politie of buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Voor zover dat noodzakelijk is voor de controle op en het beheer van een informant kunnen politiegegevens die met het oog op dat doel worden verwerkt, geautomatiseerd worden vergeleken met politiegegevens die worden verwerkt op grond van artikel 8, 9 of 10 teneinde vast te stellen of verbanden bestaan tussen de betreffende gegevens. De gerelateerde gegevens kunnen voor dat doel verder worden verwerkt.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van personen worden aangewezen op wie het eerste, vierde en zesde lid van overeenkomstige toepassing zijn indien het bekend worden van politiegegevens voor die categorieën van personen gevaar oplevert. Daarbij worden de categorieën van personen aangewezen over wie politiegegevens worden verwerkt.
De politiegegevens die zijn verwerkt op grond van het eerste en vijfde lid, worden vernietigd zodra zij niet langer noodzakelijk zijn voor het doel van de verwerking. Daartoe worden de gegevens elk half jaar gecontroleerd. De gegevens worden vernietigd uiterlijk tien jaar na de datum van laatste verwerking van gegevens die blijk geeft van de noodzaak tot het verwerken van politiegegevens van betrokkene op grond van het doel, bedoeld in het eerste en vijfde lid.
Onder informant wordt in dit artikel verstaan: persoon die heimelijk aan een opsporingsambtenaar informatie verstrekt omtrent strafbare feiten of ernstige schendingen van de openbare orde, die door anderen zijn of worden gepleegd of verricht, welke verstrekking gevaar voor deze persoon of voor derden oplevert.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzing Wet politiegegevens en de rol van de officier van justitie
tekst: tekst
Besluit instelling criminele-inlichtingeneenheid ILT-IOD 2012
artikel: 1, 3
Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren
artikel: 2
Besluit politiegegevens
artikel: 2:3, 2:13, 6:1
Besluit verplichte politiegegevens
artikel: 5, 6
Regeling beheer politiekorps BES
artikel: 1, 5
Regeling instelling criminele-inlichtingeneenheid NVWA-IOD
artikel: 1, 3
Regeling team criminele inlichtingen FIOD
artikel: 1, 3
Regeling team criminele inlichtingen Inspectie SZW-DO
artikel: 1, 3
Tijdelijke regeling inzake de toepassing van de Wet politiegegevens
artikel: 2
Wet politiegegevens
artikel: 36c, 36f, 1, 3, 6, 8, 9, 10, 27, 29, 46
Wet wapens en munitie
artikel: 7b
(01-01-2020)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
21-07-2007 |
14-12-2007 |