Met hun intelligent personal assistants Alexa, Home Pod en Echo krijgen Amazon, Apple en Google een vaste plek in de huiskamer. Ruim 15% van de Amerikanen heeft een Amazon Echo in huis, en ruim 7% een Google Home. Inmiddels staan nu 100 miljoen van dit soort slimme speakers wereldwijd in huiskamers. Een apparaat dat naar je luistert is handig, maar tegelijkertijd geven smart speakers soms een ongemakkelijk gevoel. Anouk Mols van Erasmus School of History, Culture and Communication onderzoekt de relatie tussen mens en digitale assistent.
auteur: Anouk Mols
Als je via je toetsenbord Googelt op "weekendje weg", kun je verwachten dat je advertenties krijgt voor hotelarrangementen. Nu de techgiganten ook aanspreekbaar zijn via intelligent personal assistants in mobiele telefoons en smart speakers, bekruipt veel mensen het gevoel dat ze worden afgeluisterd. Deels terecht, `want om te reageren op onze vragen en commando's, moeten Siri en Google Assistant wel luisteren. Toch is dat geen reden om bang te worden, vindt promovendus Anouk Mols. 'Maar we moeten wel onderzoeken hoe dit soort apparaten onze beslissingen over privacy beïnvloeden.'
Wereldwijd gingen er in het derde kwartaal van 2018 zo'n 19,7 miljoen smart speakers over de toonbank, een groei van 137% ten opzichte van 2017. Daarmee behoren smart speakers tot de snelst groeiende consumententechnologie, Amerika loopt hierin voorop.
VS vs. NL
Mols' promotieonderzoek is onderdeel van het project ‘Mapping Privacy and Surveillance Dynamics’ waarin zij vanuit de Erasmus Universiteit met Jason Pridmore en Daniel Trottier samenwerkt met onderzoekers aan de universiteiten van Maryland en Wisconsin-Milwaukee. Binnen dit project wordt door middel van enquêtes en (groeps)interviews onderzocht hoe Nederlanders en Amerikanen dagelijks gebruik maken van verschillende technologieën, waaronder digitale assistenten.
325 medewerkers van de Erasmus Universiteit en 1160 medewerkers van de Amerikaanse universiteiten werden afgelopen voorjaar bevraagd over hun gebruik van digitale assistenten op hun telefoon (zoals Siri en Google Assistant) en smart speakers. Als je op Amerikaanse universiteiten vraagt of mensen bekend zijn met de Amazon Echo, bevestigt ruimt 95%.
In Nederland kent slechts 54% het apparaat. Logisch, want in Nederland is het apparaat pas verkrijgbaar sinds 24 oktober. In beide landen bestaan zorgen over privacy, maar de Nederlandse respondenten maken zich in vergelijking met de Amerikanen meer zorgen over de verwerking en eventuele verkoop van persoonlijke gegevens aan derden, en het gebruik van data om gedrag en interesses te voorspellen. Zowel in de VS als in Nederland hebben universiteitsmedewerkers weinig vertrouwen in de privacy-overeenkomsten van smart speakers en de beveiliging tegen hackers.
'Google, doe het licht aan'
'Bij Amerikanen zijn slimme apparaten al veel meer geïntegreerd in het dagelijks leven', zegt Mols. Het is de vraag hoe snel dit het geval zal zijn bij Erasmus Universiteit medewerkers, want veel respondenten rekenen zichzelf tot de "late adopters". Als je niet ervaart wat zo'n ding kan doen, blijf je een beetje in de lucht praten. Daarom hebben we een groepsinterviews gedaan met 36 mensen uit de enquête, die gebruik mochten maken van een Google Home die was gekoppeld aan Netflix, Spotify en de verlichting. Proefpersonen konden dus zeggen: 'Ok Google, doe het licht aan en speel Bruno Mars.' Als je beter bekend raakt met de technologie, kun je beter oordelen over de voor- en nadelen.'Tijdens de interviews gaven veel deelnemers aan dat ze zichzelf geen smart speakers zien gebruiken, terwijl ze tegelijkertijd wel denken wel dat het een succes zal worden.’
Angst voor afluisteren
Behalve het praktische bezwaar ('Straks moet ik nieuwe spullen kopen') was er ook angst om afgeluisterd te worden. Mols: 'Die angst bestaat bij iedereen die meedeed aan het onderzoek. Mensen zijn niet zozeer bang dat hun data wordt gedeeld met hun eigen overheid, maar eerder met commerciële bedrijven.' De angst om afgeluisterd te worden is niet zo gek, aangezien de apparaten ook daadwerkelijk de hele dag "luisteren" naar hun triggerwoord ("Ok Google"). Volgens Google versturen de slimme assistenten geen informatie vóórdat ze het triggerword horen. Dat een apparaat als Google Home ook zonder triggerword informatie doorspeelt naar het hoofdkantoor, gelooft Mols niet. 'Het opslaan en verwerken van al die data is zelfs voor Google teveel werk. Maar je moet je wel realiseren dat al je zoekopdrachten, of je die nu intikt of dicteert, worden opgeslagen in een dataprofiel. En dat dataprofiel wordt ook nog eens aangevuld met meta-informatie, zoals onze locatiegeschiedenis, welke apps we dagelijks gebruiken en met wie we contact hebben.'
Kopen op commando
In Nederland kun je via je Google Home je Appie boodschappenlijstje aanvullen, praten met Buienrader en de locatie van een pakketje opvragen bij PostNL. Meer bedrijven hebben of ontwikkelen momenteel een koppeling met je smart speaker. Mols: ‘Ook in Nederland zullen er steeds meer mogelijkheden komen om bank- en creditcardgegevens te koppelen aan zo'n dienst om via je smart speaker te betalen. De drempel om spullen te kopen, wordt zo steeds lager.' Zoals bijvoorbeeld in Amerika, waar een kind een poppenhuis bestelde via de Alexa-assistent van Amazon. Toen een tv-programma aandacht besteedde aan het voorval, plaatsten Alexa's van kijkers opnieuw bestellingen, en zo waren de poppen aan het dansen.
Toestemming
'Het is goed om kritisch te kijken naar de toestemmingen die je zo'n apparaat geeft', zegt Mols. 'De platformeconomie wordt gedomineerd door grote bedrijven als Google, en drijft op gebruikersdata. Je ziet dat bedrijven daar op willen inhaken, want ze kunnen via die smart speakers niet alleen klanten binden, maar ook dataprofielen opbouwen van die klanten. En je kunt je afvragen of er straks ook koppelingen komen met je verzekering of met bijvoorbeeld je gemeente. Het is van belang dat we zelf de baas blijven over de mogelijkheden van je smart speaker en dat we controle hebben over financiële koppelingen en de metadata die verzameld worden. We moeten zorgen dat we slimmer blijven dan onze slimme speakers.'
bron: Erasmus Universiteit Rotterdam
Dit artikel is ook te vinden in het dossier Internet of Things