Uber zou zijn algoritmes laten bepalen welke chauffeurs moeten worden ontslagen, zo was onlangs in het nieuws. Drie Britse chauffeurs en één Portugese hebben een zaak aanhangig gemaakt bij de rechtbank in Amsterdam. Uber had de ‘driver accounts‘ van deze chauffeurs geblokkeerd wegens frauduleuze praktijken. De vraag is: gaat deze zaak nu daadwerkelijk om een ontslag door een algoritme? En is de algoritme-angst in deze zaak dan terecht? Ja en nee.
Ja, want naar ik begrijp zijn de Britse chauffeurs in loondienst bij Uber. Ik ben geen Engels rechtsspecialist, maar dan riekt dit wel naar een ontslag. Maar vanuit Nederlands perspectief ligt dit anders. Nederlandse chauffeurs werken doorgaans via een zzp-constructie bij Uber. Dan is er dus geen sprake van een arbeidsverhouding. Vandaar de nee.
Toch is er mijns inziens meer te zeggen voor een onterechte algoritme-angst. Uber heeft – kennelijk – met behulp van digitale tools ontdekt dat de chauffeurs er fraudeleuze praktijken op nahouden. Laten we eerlijk zijn: is dit zoveel nieuws onder de zon? Ik vraag het mij maar weer even hardop af. Want ik ken genoeg voorbeelden van bedrijven die met behulp van digitale tools wanpraktijken van mensen laten onderzoeken en boven water halen. Als dit bovenwater komt, volgt er doorgaans een ontslag op staande voet. En weer stel ik mij de vraag: is wat Uber hier doet dan zoveel anders?
De zaak van de chauffeurs tegen Uber is ingeschoten onder de AVG. Volgens de chauffeurs is er sprake van een schending van het verbod op een geautomatiseerd besluit. Voor de liefhebber: artikel 22 AVG. Dit artikel luidt als volgt:
“De betrokkene heeft het recht niet te worden onderworpen aan een uitsluitend op geautomatiseerde verwerking, waaronder profilering, gebaseerd besluit waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of dat hem anderszins in aanmerkelijke mate treft.”
Let hier even op het woord ‘uitsluitend’. Uber zal ongetwijfeld stellen dat dit niet het geval is, en er menselijke tussenkomst is bij de beslissing.
Verder geldt er een belangrijke uitzondering, het verbod geldt namelijk niet indien “noodzakelijk voor de totstandkoming of de uitvoering van een overeenkomst tussen de betrokkene en een verwerkingsverantwoordelijke”.
Als de rechter oordeelt dat er sprake is van “uitsluitend”, zal de inhoudelijke behandeling mijns inziens dus gaan draaien om deze uitzondering. Ik denk op zichzelf een goeie ontwikkeling, want als je het mij vraagt is er wel behoefte aan meer duiding en verdieping op dit punt. Vooral ook in deze setting.
Mijn mening is inmiddels duidelijk. Het is een mooi staaltje ‘framing’ van de Nederlandse advocaat van de chauffeurs, maar wat hier gebeurt betreft geen “ontslag door een algoritme”. Er wordt ons dus onterecht een algoritme-angst ingeboezemd. Maar het is wel een interessante ontwikkeling dat een Nederlandse rechter zich verdiept in de strekking van het verbod op een geautomatiseerd besluit.
Wordt vervolgd dus!
Meer artikelen van BDO