Op 11 juni 2019 heeft de Algemene Rekenkamer uw Kamer het Rapport “Datagedreven selectie van aangiften door de Belastingdienst” gestuurd. Naar aanleiding van dit rapport is de vaste commissie voor Financiën op 12 september 2019 een schriftelijk overleg gestart. Bijgaand treft u de beantwoording aan van de vragen uit het schriftelijk overleg.
Ik heb met interesse kennisgenomen van de vragen van de leden van de fracties van het CDA, D66 en de SP. Ik beantwoord de vragen zoveel mogelijk in de volgorde waarin ze gesteld zijn, met dien verstande dat ik gelijkluidende of in elkaars verlengde liggende vragen tezamen beantwoord.
De leden van de fractie van het CDA vragen nader in te gaan op het verschil tussen een risicomodel en selectieregels.
Selectieregels worden vastgesteld op basis van de kennis en expertise van medewerkers van de Belastingdienst. Hierbij kan gedacht worden aan vakkennis, kennis van wet- en regelgeving, of ervaringen uit voorgaande jaren. Met deze selectieregels worden specifieke onderdelen van de aangifte getoetst, bijvoorbeeld of een specifieke aftrekpost hoger is dan een bepaald normbedrag. Op deze wijze geven selectieregels aan welke onderdelen van de aangifte wel of geen risico’s op fouten bevatten.
Voor het opstellen van een risicomodel wordt in de beschikbare historische data – uit bijvoorbeeld aangiften – gezocht naar risicovolle patronen. Deze patronen worden vervolgens door de computer vertaald naar het model. In tegenstelling tot selectieregels, zijn risicomodellen niet beperkt tot het toetsen van specifieke onderdelen van de aangifte. De volledige aangifte kan door de modellen worden getoetst op de kans dat er een fout is gemaakt.
Een eerste verschil tussen deze selectiemethoden bestaat dan ook hieruit dat de resultaten van het risicomodel voor de totale aangifte kunnen gelden en de resultaten uit de selectieregels altijd beperkt zijn tot de getoetste onderdelen van de aangifte. Daarnaast toetsen risicomodellen ten opzichte van selectieregels over het algemeen meer verschillende variabelen van een aangifte op de onderlinge samenhang. Tot slot zijn de resultaten van selectieregels veelal beter te herleiden ten opzichte van de resultaten van risicomodellen: een bepaalde aftrekpost wijkt bijvoorbeeld wel of niet af van een normbedrag uit de selectieregel.
Overigens kunnen de resultaten van selectieregels en risicomodellen in sommige gevallen erg op elkaar lijken. Zo vertonen de meest complexe selectieregels overeenkomsten met risicomodellen, doordat er gebruik wordt gemaakt van veel verschillende variabelen. Daarnaast kunnen eenvoudige risicomodellen veel weg hebben van een selectieregel.
Tot slot komt het voor dat of alleen het risicomodel of alleen de selectieregels gebruikt worden als selectiemethode voor te controleren aangiften. Het komt echter ook voor dat een risicomodel gecombineerd wordt met selectieregels, om aangiften voor controle te selecteren. Een voorbeeld van deze combinatie wordt door de onderzoekers van de Algemene Rekenkamer (ARK) geschetst in bijlage 2 van het rapport.
De leden van de fractie van het CDA vragen of risicomodellen alleen voor de btw en de inkomstenbelasting worden gebruikt. Verder vragen deze leden voor welke belastingmiddelen momenteel risicomodellen worden ontwikkeld. De leden van de fractie van de SP vragen op welke belastingonderdelen nu met datagedreven selectie gewerkt wordt en of de gesignaleerde kansen en bedreigingen uit het rapport ook bij die selectie en controle een rol speelt.
De ARK heeft de risicomodellen (gebaseerd op datagedreven selectie) voor de btw en de inkomstenbelasting onderzocht. Naast deze belastingmiddelen, wordt bij de schenk- en erfbelasting gewerkt met een risicomodel, in combinatie met selectieregels. Voorts gebruikt ook de douane risicomodellen en heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer in zijn brief van 17 mei 2017 geïnformeerd over het gebruik van risicoclassificatiemodellen bij Toeslagen.1 Voor de overige belastingmiddelen worden op dit moment geen risicomodellen ingezet. Wel wordt momenteel gewerkt aan modellen voor de loonheffing en de vennootschapsbelasting.
De ARK benoemt een aantal verbeterpunten voor datagedreven selectie in haar rapport en heeft ook een aantal aanbevelingen geformuleerd. De aanbevelingen over de verbeterpunten in de risicomodellen en de omgang met data zijn of worden geïmplementeerd voor de risicomodellen die op dit moment in gebruik zijn. In het navolgende zal ik verder ingaan op de aanbeveling om het keuzeproces voor de capaciteitsinzet anders in te richten. Bij de ontwikkeling van de nieuwe modellen wordt ook rekening gehouden met deze verbeterpunten en de relevante aanbevelingen in het ARK-rapport.
De leden van de fractie van het CDA vragen naar de modelinnovaties die gepland zijn voor de controles van aangiften voor de inkomstenbelasting van ondernemers, aangezien de controleurs het huidige risicomodel niet of nauwelijks gebruiken. De leden van de fractie van de SP vinden het zorgelijk dat de datagedreven selectie leidt tot een uitworp die door controleurs niet snel bekeken kan worden, omdat zij niet weten waarom de aangiftes een risico zijn volgens de dataselectie. Deze leden vragen of dit probleem inmiddels voldoende is ondervangen.
De Belastingdienst heeft de problematiek voor de inkomstenbelasting in het rapport ook gesignaleerd en ondervangt dit door de modellen verder te ontwikkelen en te verbeteren. Dit is een continue proces dat binnen de inkomsten- en omzetbelasting breed wordt opgepakt. Zo wordt bij de controles van aangiften van ondernemers bijvoorbeeld onderzocht op welk niveau de uitkomsten van de modellen het beste kunnen worden vertaald. Dit kan onder andere door informatie te geven op het niveau van de belastingplichtige, op het niveau van de aangifte of een van de onderdelen van de aangifte. Hierdoor krijgen controleurs beter inzicht in welke onderdelen van de aangifte risicovol kunnen zijn.
Lees de volledige aanbiedingsbrief rapport Algemene Rekenkamer datagedreven toezicht