Cameratoezicht in of rond een winkel, horecagelegenheid of sportclub kan helpen om eigendommen, bezoekers en personeel te beschermen. Maar de inbreuk op de privacy van klanten en werknemers is groot. Daarom mogen ondernemers alleen camera’s ophangen als zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Ook moeten zij ervoor zorgen dat de inbreuk op de privacy van de klanten en het personeel zo klein mogelijk is. Een camera in een pashokje, kleedkamer of toilet gaat te ver, omdat mensen dan bloot in beeld kunnen komen.
De ondernemer moet een gerechtvaardigd belang hebben voor het cameratoezicht. Bijvoorbeeld diefstal tegengaan of klanten en werknemers beschermen.
Het cameratoezicht moet noodzakelijk zijn. Dat wil zeggen dat de ondernemer het doel niet op een andere manier kan bereiken. Is er geen andere mogelijkheid, die minder ingrijpend is voor de privacy? Dat moet de ondernemer eerst nagaan. Ook mag het cameratoezicht niet op zichzelf staan. Het moet onderdeel zijn van een totaalpakket aan maatregelen.
De ondernemer moet eerst een privacytoets uitvoeren. Dit betekent dat hij de belangen van de klanten en de werknemers afweegt tegen zijn eigen belang.
Zet de ondernemer grootschalig en/of systematisch cameratoezicht in om diefstal en fraude door werknemers te bestrijden? Dan moet de werkgever een data protection impact assessment (DPIA) uitvoeren. Dit is bijvoorbeeld zo als de ondernemer structureel of gedurende een langere periode cameratoezicht inzet voor dit doel. Wil de ondernemer een verborgen camera (heimelijk cameratoezicht) inzetten? Dan moet de ondernemer hiervoor altijd een DPIA uitvoeren. Ook als het heimelijk cameratoezicht incidenteel is.
Voordat klanten naar binnen gaan, moeten zij kunnen weten dat er cameratoezicht is. De ondernemer moet hen hierover informeren. Bijvoorbeeld door bordjes op te hangen. Het moet duidelijk zijn voor welk doel de camera’s daar hangen. Daarnaast geeft de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de volgende privacyrechten aan betrokkenen:
het recht om gegevens (camerabeelden) in te zien;
het recht om vergeten te worden;
het recht op beperking van de verwerking;
het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik van persoonsgegevens.
De ondernemer mag de camerabeelden niet langer bewaren dan noodzakelijk is. De richtlijn hiervoor is maximaal 4 weken. Maar is er een incident vastgelegd, zoals diefstal? Dan mag de werkgever de betreffende beelden bewaren tot dit incident is afgehandeld.