Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0

ECLI:NL:RBLIM:2024:1911

18 april 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Strafrecht

Parketnummer : 03.197153.21

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 april 2024

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1999,

wonende te [adresgegevens verdachte] .

De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.K.T. Schoffelen, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 maart 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is vervolgens op 4 april 2024 gesloten.

Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten:

- [medeverdachte 1] met parketnummer 03.189531.21;

- [medeverdachte 2] met parketnummer 03.197155.21;

- [medeverdachte 3] met parketnummer 03.197152.21.

De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, in de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021, in/vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo, samen met (een) ander(en):
feit 1: opzettelijk amfetamine, MDMA, metamfetamine, cocaïne, heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd;
feit 2: opzettelijk 5.237,7 gram amfetamine, 157,63 gram MDMA, 4.573,42 gram metamfetamine en 48,18 gram cocaïne, aanwezig heeft gehad;
feit 3: opzettelijk amfetamine, MDMA en cocaïne, buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
feit 4: in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk meer dan 30 gram hennep heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd;
feit 5: opzettelijk een grote hoeveelheid hennep, te weten 1.481,7 gram, aanwezig heeft gehad;
feit 6: opzettelijk een hoeveelheid hennep buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht.

De beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat het onder 1 (de drugshandel) tot en met 6 ten laste gelegde bewezen zal worden verklaard. Van de productie van harddrugs (feit 1) dient verdachte partieel te worden vrijgesproken.

Het standpunt van de verdediging

Voor wat betreft de ten laste gelegde periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 dient de verdachte partieel vrijgesproken te worden omdat de verdachte pas vanaf 29 mei 2021 in beeld komt bij observaties. Ten aanzien van feit 1 kan enkel het vervoeren van cocaïne bewezen worden verklaard. Ten aanzien van feit 2 stelt de verdediging dat, zou de verdachte al beschikkingsmacht hebben gehad over de in de woning aangetroffen drugs, uit het dossier onvoldoende blijkt dat hij ook wetenschap had van de aanwezigheid van de drugs die werden aangetroffen in de woning. Met betrekking tot de verdovende middelen in de kelder had de verdachte louter wetenschap en beschikkingsmacht over de aangetroffen cocaïne (13,98 gram) en MDMA (115,64 gram). De feiten 4 en 5 kunnen wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, omdat de verdachte deze feiten heeft bekend. De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de feiten 3 en 6 omdat er geen bewijs is dat er daadwerkelijk verdovende middelen de grens over zijn gegaan.

3.3 Het oordeel van de rechtbank

3.3.1 Vrijspraak

De rechtbank acht de feiten 3 en 6 niet wettig en overtuigend bewezen omdat uit het dossier onvoldoende blijkt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de uitvoer van hard- en/of softdrugs. De verdachte zal dan ook hiervan worden vrijgesproken.

De rechtbank acht de feiten onder 1, 2, 4 en 5 wel wettig en overtuigend bewezen.

Bewijsmiddelen n

Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie, eenheid Limburg, Basisteam Venlo / Beesel, zaaknummer BVH 2021199662, onderzoek Flandrien/ LB13021006, gesloten d.d. 28 januari 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1641.

Feiten 1, 2, 4 en 5

3.3.2.1 Op 22 juli 2021 werden in de woning en in de bijbehorende kelder van de [adres 1] te Venlo verdovende middelen aangetroffen. In de woning werden om 19.25 uur de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangehouden.n

Proces-verbaal binnentreden in woning d.d. 217 en 218; Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juli 2021, pagina 222 tot en met 228.

Later deze dag om 21.14 uur werd medeverdachte [medeverdachte 3] aangehouden. Bij zijn aanhouding werden bij de verdachte twee sleutels aangetroffen, waarvan een sleutel paste op de centrale toegangsdeur van de flat en de andere sleutel op het slot van de voordeur en de kelderbox van de woning aan de [adres 1] .n

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juli 2021, pagina 301.

De medeverdachte [medeverdachte 1] verklaarde op 23 juli 2021 dat hij ingeschreven stond op het adres [adres 1] te Venlo en daar inmiddels negen jaar woonde.n

Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 juli 2021, pagina 1021.

3.3.2.2 De volgende verdovende middelen werden aangetroffen:

Woning

Goednummer PL2300-2021047331-1433159
Boterhamzakje met pillen, aangetroffen op keukenkast.

Gewicht netto: 24,09 gram.

Resultaat: MDMA.n

Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1582; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 311; Rapport NFiDENT d.d. 2 augustus 2021, pagina 322.

Goednummer PL2300-2021047331-1433155
Gripzakje met pillen, aangetroffen in wandkast in woonkamer.

Gewicht netto: 13,35 gram.
Resultaat: MDMA.n

Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1574; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 313; Rapport NFiDENT d.d. 2 augustus 2021, pagina 323.

Goednummer PL2300-2021047331-1433085
Plastic bakjes (8) met witte substantie, aangetroffen in diepvries keuken.

Gewicht netto: 171,95 gram (bak 1), 705,55 gram (bak 2), 707,08 gram (bak 3), 741,37 gram (bak 4), 677,80 gram (bak 5), 735,39 gram (bak 6), 741,06 gram (bak 7), 742,10 gram

(bak 8).

Resultaat: amfetamine.n

Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1545; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 augustus 2021, pagina 325 tot en met 329; Rapporten NFiDENT, alle van 30 juli 2021, pagina 335 tot en met 342.


Goednummer PL2300-2021047331-1433089
Bakjes (6) met korrelachtige substantie, aangetroffen in woonkamer achter deur.
Gewicht netto: 284,93 gram (bak 1), 295,68 gram (bak 2), 285,37 gram (bak 3), 579,09 gram (bak 4), 318,80 gram (bak 5), 211,06 gram (bak 6).

Resultaat: metamfetamine.n

Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1551; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 augustus 2021, pagina 325 en 329 tot en met 332; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 343 tot en met 348.

Op drie van deze zes bakjes werd het DNA van de medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen.n

Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 6 augustus 2021, pagina 370, 371, 374; Rapport TMFI d.d. 4 augustus 2021, pagina 381 tot en met 386.

Op twee bakjes werd het DNA van de medeverdachte [medeverdachte 3] aangetroffen.n

Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 6 augustus 2021, pagina 370, 371, 374; Rapport TMFI d.d. 4 augustus 2021, pagina 381 tot en met 386.

Goednummer PL2300-2021047331-1433081
Tas met 3 bakken met kristallen, bakken transparante deksels, aangetroffen in wandkast hal.

Gewicht netto: 997,61 gram (bak 1), 996,00 gram (bak 2), 506,09 gram (bak 3).

Resultaat: metamfetamine.n

Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1541; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 augustus 2021, pagina 325, 332 en 333; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 349 tot en met 351.

Op twee bakken werden de vingerafdrukken van de medeverdachte [medeverdachte 3] aangetroffen.n

Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 26 augustus 2021, pagina 443, 444 en 445; Proces-verbaal

individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 13 oktober 2021, pagina 548 tot en met 553; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 13 oktober 2021, pagina 554 tot en met 559.

Goednummer PL2300-2021047331-1433153
Gripzakje hennep, aangetroffen op keukenkast.
Gewicht bruto: 5,5 gram.

Resultaat: door verbalisant [verbalisant 1] werd vastgesteld dat de in de woning aangetroffen goederen waarvan werd vermoed dat het hennep betrof, ook daadwerkelijk hennep is.n

Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1571; Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2021, pagina 369.

Kelder

Goednummer: PL2300-2021047331-1433405
Parfumdoosje met sealtjes in kelder aangetroffen.
Gewicht bruto: 11,05 gram (11 sealtjes blanco) en 2,93 gram (3 sealtjes met opdruk).

Resultaat: cocaïne.n

Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1587; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 306 tot en met 308; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 315 tot en met 318.

Goednummer PL2300-2021047331-1433098
Bakje met verschillende soorten pillen in zakjes, bakje met transparante deksel, aangetroffen in tas in kelder.
Gewicht netto: 35,97 gram (groep 1), 6,16 gram (groep 3) en 73,66 gram (groep 4)

Resultaat: MDMA.n

Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1569; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304, 309 en 310; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 319 tot en met 321.

Op het bakje en een zakje met tabletten werd het DNA van de verdachte aangetroffen.n

Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 6 augustus 2021, pagina 370, 372 en 376; Rapport TMFI d.d. 4 augustus 2021, pagina 381 tot en met 386; Rapport TMFI d.d. 9 augustus 2021, pagina 387 tot en met 389.

Op drie zakjes werden de vingerafdrukken van de medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen.n

Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 26 augustus 2021, pagina 443, 445 en 446; Proces-verbaal

individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 13 oktober 2021, pagina 458 tot en met 463; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 19 oktober 2021, pagina 464 tot en met 469; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 16 november 2021, pagina 470 tot en met 475.

Goednummer PL2300-2021047331-1433426
Aluminium verpakking met hierin witte kristallen, aangetroffen in plastic tas in kelder.

Gewicht netto: 98,79 gram.

Resultaat: metamfetamine. n

Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1560; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 313; Rapport NFiDENT d.d. 2 augustus 2021, pagina 324.

Goednummer PL2300-2021047331-1433094
Transparante zak waar hennep in heeft gezeten, aangetroffen in kelder.
Gewicht netto: 640 gram.

Resultaat: zie hieronder.n

Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1555.

Op de zak werden de vingerafdrukken van de verdachte aangetroffen.n

Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 26 augustus 2021, pagina 443, 446, 451 en 452; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 23 september 2021, pagina 476 tot en met 481; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 23 september 2021, pagina 482 tot en met 487; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 5 oktober 2021, pagina 488 tot en met 493.


Goednummer PL2300-2021047331-1433102
Tas met 25 boterhamzakjes (in elk 10 gripzakjes hennep), aangetroffen in kelder.
Gewicht bruto: 460 gram.

Resultaat: zie hieronder.n

Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1564 en 1565.

Goednummer PL2300-2021047331-1433105
Bakje met hennep, aangetroffen in koffer in kelder.
Gewicht bruto: 76,2 gram.

Resultaat: zie hieronder.n

Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1564.

Goednummer PL2300-2021047331-1433109
Zak met hennepgruis, aangetroffen in kelder.
Gewicht bruto: 300 gram.

Resultaat: zie hieronder.n

Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1565.

Resultaat: door verbalisant [verbalisant 1] werd vastgesteld dat de in de kelder aangetroffen goederen waarvan werd vermoed dat het hennep betrof, ook daadwerkelijk hennep is.n

Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1564.

In totaal werden op het adres [adres 1] te Venlo (woning en kelder) de volgende hoeveelheden verdovende middelen aangetroffen:
- 13,98 gram cocaïne;
- 153,23 gram MDMA;

- 4.573,42 gram metamfetamine;
- 5.222,30 gram amfetamine;

- 1.481,70 gram hennep.

3.3.2.2 Verklaringen getuigen

Getuige [getuige 1] verklaarde op 19 april 2021 onder meer als volgt:n

Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 april 2021, pagina 58.

[…] Ik woon […] op de [adres 2] . […] Ik woon al 4 jaar in de flat […]. Ik zie […] dingen welke ik niet vertrouw zoals dealen van drugs via het balkon. Het valt mij al jaren op dat er op huisnummer [adres 1] door de bewoner gedeald wordt met drugs. […] [medeverdachte 1] heb ik

persoonlijk gesproken waarbij hij vertelde dat hij in speed en in softdrugs zat. […]

Getuige [getuige 2] verklaarde op 13 september 2021 onder meer als volgt:n

Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 13 september 2021, pagina 918 en 919.

[…] Ik ben […] vaak over de vloer geweest bij [medeverdachte 1] . […] Ik ben daar in korte tijd vanaf mei 2021 veel geweest. […] [medeverdachte 3] [de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3]] kwam daar. […] [medeverdachte 2] [de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2]] […] kwam daar met [medeverdachte 3] . […] Die [medeverdachte 2] bepaalde zaken en kwam binnen wanneer hij wilde. […] De naam [verdachte] [de rechtbank begrijpt: [verdachte]] zegt me wel wat. […] Hij kwam vaker samen met [medeverdachte 2] mee. […] Ik heb wel harddrugs gezien. Dat was speed en dat lag “uitgesmeerd” op een bord in de keuken van [medeverdachte 1] . […] Ik weet dat er in de kelder van [medeverdachte 1] ’s woning ook weed lag. […] Er werden door [medeverdachte 1] wel eens weedtoppen afgewogen en in zakjes gedaan. Dat gaf hij dan aan mensen. [medeverdachte 1] had dus wel weedzakjes liggen. In de mei vakantie ben ik daar elke dag geweest. […] Ik weet dat ze daar speed maakten. […] [medeverdachte 1] belde mij een keer op en zei dat hij moest wachten om te slapen omdat “ze” speed aan het maken waren. […] Als [medeverdachte 2] kwam, leek het alsof het huis niet meer van [medeverdachte 1] was.

[naam 1] verklaarde op 22 juli 2021 onder meer als volgt:n

Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 juli 2021, pagina 1491 en 1492.

[…]

V: We willen even terugkomen op jouw eerdere verklaring. Vanochtend heb je verklaard dat

dat je voor 50 euro, 20 gram amfetamine hebt gekocht. Klopt dat?

A: Ja dat klopt.

[…]

V: Door de politie is gezien dat jij bij een flatcomplex aan de [straatnaam 1] naar

binnen bent gegaan. […] V: Hoe wist je waar je moest zijn daar?

A: […] je kan daar altijd komen en gaan. Er is altijd wel iemand. […]

[…] Ik heb geprobeerd de drugs te verstoppen in de struiken/weg te gooien. […] Het verloop van mensen is daar groot. […] Ik krijg daar alleen maar mijn spul. […]

De medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie op 2 augustus 2021 en 15 september

2021 onder meer als volgt verklaard:n

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2021, pagina 705, 706 en 716.

Een van de drie heeft een sleutel. Daarmee bedoel ik de 3 anderen, die vast zitten.

V: Wie zijn dat dan?

A: [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] .

V: Omdat jij drugs voor hen bewaart?

A: Mijn woning werd gebruikt als stashplaats. Zo zou je het kunnen zeggen.

V: Hoeveel geld kreeg jij dan?

A: Ik kreeg ongeveer 100 euro per maand voor de sleutel. […]

V: Hoe lang werd jouw woning als stashplaats gebruikt?

A: Ongeveer drie maanden denk ik.

[…]

Jij zegt tegen [medeverdachte 3] dat hij toch gewoon effe naar binnen kan gaan. Hoe bedoel je dat?

A: Dat hij die huissleutel heeft. Die sleutel is bij een van die drie en hij kan die gewoon pakken. De huisdeursleutel past ook op mijn kelderdeur. Verder is ook nog een aparte sleutel voor de centrale toegang. Zij hebben beide sleutels.

[…]

3.3.2.4 Relaas verbalisanten relevante tapgesprekken

Verbalisant [verbalisant 2] relateerde ten aanzien van de tapgesprekken op 23 juli 2021

onder meer als volgt:n

Proces-verbaal van bevindingen relevante tapgesprekken d.d. 23 juli 2021, pagina 113, 115 tot en met 117, 119, 120, 122, 123, 138, 139, 141, 152, 159, 166 en 207 tot en met 209.

Op 29 juni 2021, omstreeks 20.27 uur werd door [medeverdachte 2] gebeld met [verdachte] . In het gesprek geeft [medeverdachte 2] , [verdachte] opdracht om dingen te pakken en naar [medeverdachte 1] te brengen. [medeverdachte 2] zegt dat [verdachte] op moet passen voor een controle en zegt dat [verdachte] 3 bagga’s max bij zich moet doen en die bij de kamer moet leggen. [medeverdachte 2] zegt tegen [verdachte] , dat [verdachte] eerst die kamersleutel moet komen pakken.

Op 29 juni 2021, omstreeks 23:11 uur, werd [verdachte] opnieuw gebeld door [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] vraagt in dat gesprek of [verdachte] nog even [naam 2] kan doen, maar alleen als die geld heeft. [medeverdachte 2] zegt tegen [verdachte] dat [verdachte] nog twee bagga’s bij zich heeft.

Op 6 juli 2021, omstreeks 19:21 uur, belde [verdachte] met het telefoonnummer van [medeverdachte 3] . De persoon aan de telefoon van [medeverdachte 3] blijkt [medeverdachte 2] (stemherkenning door verbalisant) en die zegt tegen [verdachte] dat hij naar onder moet gaan en daar een zak met 70 gram gruis moet pakken. [verdachte] vroeg wat ‘hij’ daarvoor moet geven en [medeverdachte 2] zegt 120 euro.

Op 11 juli 2021, omstreeks 17:21 uur, belde [medeverdachte 2] met [verdachte] . [medeverdachte 2] zegt in dat gesprek dat [verdachte] , 200 paarse snoepjes moet pakken van de resterende 300 en dat [verdachte] die naar die ene [straatnaam 2] moet brengen, naar die ´ [naam 3] ’. [medeverdachte 2] zegt dat hij ze onder in een tas heeft gelegd, aan de rechterkant van de kelder. Snoepjes is straattaal voor MDMA tabletten.

Op 15 juli 2021, omstreeks 22.52 uur, werd [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2] , via de telefoon van [medeverdachte 3] . [verdachte] zegt dat die packjes op zijn, dat hij er 22 heeft kunnen maken. [medeverdachte 2] vraagt hoeveel Sani (verbalisant: cocaïne) er nog is en dat er packjes zijn in een andere zak.

[verdachte] vindt vervolgens lege packjes.

Op 21 juli 2021, omstreeks 16.22 uur, belde [medeverdachte 2] naar [verdachte] . Hij zei tegen [verdachte] dat deze 100 granny snelle uit de diepvriezer bij [medeverdachte 1] boven moest pakken, omdat er 20 minuten later een man zou komen die voor 90 euro die 100 granny zou pakken.

Op 22 juli 2021, omstreeks 20.41 uur, kort na de aanhoudingen van [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 1] , in het pand aan de [adres 1] in Blerick, belde [medeverdachte 3] uit met een onbekende persoon die gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] . [medeverdachte 3] zei dat er een inval geweest was bij de plek van hem en [medeverdachte 2] in Blerick.

Verbalisant [verbalisant 1] relateerde op 23 juli 2021 - zakelijk weergegeven - onder meer

als volgt ten aanzien van het uitluisteren van de tapgesprekken:n

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juli 2021, pagina 941 tot en met 956.

Op 15 juli 2021 om 18.59 uur werd [medeverdachte 3] gebeld door een onbekende man. Door deze man werd gevraagd naar de prijs van twee kilo amfetamine. Hierop werd aangegeven dat een kilo 650 euro kost, dus 1.300 euro totaal. De onbekende man zou hier nog op terug komen.

Om 19.03 uur werd [medeverdachte 3] wederom gebeld door deze onbekende man. Er wordt een prijs van 1.250 euro afgesproken.

Om 20.43 uur belde [medeverdachte 3] naar de onbekende man. Er werd gesproken over hoe lang het nog duurt. Er wordt aangegeven dat hij over 10 minuten bij het centraal station is.

Omstreeks 21.15 uur belde [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] nam dit gesprek niet aan.

Kort hierna werd er met de telefoon met het nummer van [medeverdachte 3] een SMS-bericht gestuurd naar [medeverdachte 1] , met de tekst: “met [medeverdachte 2] ”.

Om 21.16 uur belde [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] .

Kort na dit SMS-bericht werd er wederom door [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] gebeld. Ditmaal werd er wel opgenomen. De stem aan de telefoon met het nummer van [medeverdachte 3] werd herkend als zijnde die van [medeverdachte 2] . Door de gebruiker van het nummer van [medeverdachte 3] werd gevraagd aan [medeverdachte 1] of ze even langs kunnen komen. [medeverdachte 1] vraagt daarop of ze weer dingen moeten regelen. Vervolgens wordt gevraagd of [medeverdachte 1] de deur open kan doen, want de sleutel is niet in de buurt. Er wordt vervolgens een afspraak gemaakt.

Tussen 21.28 uur en 21.41 uur werd [medeverdachte 3] een aantal keer gebeld door de onbekende man. De onbekende man moet even wachten. Op een gegeven moment wordt door de onbekende man gevraagd bij welk nummer hij moet zijn, en hij vraagt dan zelf “ [adres 1] ?”. Er wordt vervolgens door [medeverdachte 3] gezegd dat hij moet wachten bij de deur (vermoedelijk de centrale toegangsdeur bij de flat).

Na 21.45 uur zijn er geen gesprekken meer geweest tussen de beide personen.

Vanaf 21.15 uur zijn de camerabeelden bekeken van de camera die staat gericht op de [adres 1] . Op die beelden werd het volgende waargenomen:

- om 21.22 uur zag ik een voor mij onbekend persoon uit de woning [adres 1] komen lopen;

- om 21.28 uur zag ik [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] aan komen bij de woning. Er wordt aangebeld bij het pand en de deur wordt voor hen open gemaakt. Ze lopen beiden het pand in. [medeverdachte 2] droeg een donkerkleurige jas, en [medeverdachte 3] droeg een lichtkleurige hoodie met een schoudertasje. Vervolgens wordt het licht in de keuken aangemaakt en zijn er schimmen te zien in de keuken;

- om 21.31 uur komt [verdachte] aan bij het pand. Hij belt aan en wordt binnen gelaten. [verdachte] draagt een grijskleurige hoodie;

- op de camerabeelden zijn vanaf dat moment constant bewegende schimmen gezien in de keuken;

- om 21.43 uur komt [medeverdachte 3] naar buiten en loopt richting de centrale toegangsdeur, (rondom dit tijdstip is tevens het laatste gesprek geweest met de mogelijke klant van de amfetamine). Er is niet te zien of [medeverdachte 3] iets in zijn handen heeft in verband met begroeide bosssages in het beeld. Enkel het bovenlichaam is te zien op deze beelden.

- om 21.45 uur komt [medeverdachte 3] terug bij het pand en gaat weer naar binnen;

- om 21.49 uur verlaat [verdachte] het pand;

- om 21.52 uur komt [verdachte] terug bij het pand;

- om 21.58 uur verlaat [verdachte] het pand weer;

- om 22.20 uur komt [verdachte] terug bij het pand;

- om 22.27 uur verlaten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] het pand.

Vanaf 22.30 uur zijn de beelden niet meer terug gekeken.

Samenvattend:

Er heeft zich een persoon gemeld die 2 kilogram amfetamine wil kopen van [medeverdachte 3] . Er wordt een afspraak gemaakt. Vervolgens wordt er gevraagd aan [medeverdachte 1] of ze even langs kunnen komen. Op het moment dat de afspraak plaatsvindt zijn [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] allemaal in/bij het pand [adres 1] in Venlo.

Verbalisant [verbalisant 1] relateerde op 21 juli 2021 onder meer als volgt:n

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2021, pagina 959 en 960.

Op 21 juli 2021, omstreeks 17.00 uur, […] had ik vanaf mijn positie zicht op het balkon van de woning welke gelegen is aan de [straatnaam 1] . […] Omstreeks 17.00 uur kreeg ik via een collega op de tapkamer te horen dat er een mogelijke overdracht van verdovende middelen ging plaatsvinden. Omstreeks 17.00 uur zag ik […] vervolgens een Fiat Punto, voorzien van het kenteken [kenteken] aan komen rijden op de [straatnaam 1] . Dit kenteken staat op naam van […] [verdachte] . Ik […] zag vervolgens dat [verdachte] uit het voertuig stapte en naar de centrale toegangsdeur van de flat liep. [verdachte] verdween hier uit mijn zicht. Via collega's op de tapkamer en via cameratoezicht kreeg ik vervolgens te horen dat [verdachte] voor het pand [adres 1] stond, echter deed hier niemand open. [verdachte] is vervolgens terug gelopen naar de centrale toegangsdeur. Vervolgens is [medeverdachte 1] , de bewoner van het adres [adres 1] […], met een scooter aan komen rijden. Kort hierna zag ik een man voor het balkon van het pand [adres 1] Venlo aan komen lopen uit de richting van de [straatnaam 3] . Deze man droeg een zwartkleurige tanktop en een witkleurige broek. Vervolgens werd er door een collega op de tapkamer aangegeven dat alle 3 deze personen samen het pand [adres 1] in liepen. Na enkele minuten hoorde ik dat de man met de tanktop/witte broek weer uit het pand kwam lopen. Ik zag deze persoon vervolgens weer over de [straatnaam 1] lopen, onderlangs het balkon van het adres [adres 1] , en liep in de richting van de [straatnaam 3] . Door een andere collega werd vervolgens portofonisch doorgegeven dat de betreffende man in een op de [straatnaam 3] geparkeerde bestelbus stapte aan de bijrijderszijde. Dit voertuig reed vervolgens weg via de [straatnaam 1] in de richting van de [straatnaam 4] . Ik zag vervolgens de betreffende bestelbus in mijn zicht komen. Ik zag de man met de tanktop en witte broek op de bijrijdersplaats van het voertuig zitten. Ik zag vanuit mijn positie (4e etage) dat de bijrijder, op het moment dat hij langs mijn positie reed, met een van zijn handen iets uit zijn broek haalde, ter hoogte van zijn kruis. Ik zag dat hij op dat moment zijn broek wat naar voren haalde en hier een doorzichtige zak, met doorzichtige zijkanten, met hierin een witkleurige substantie eruit haalde en deze op zijn schoot legde. Naar schatting, vanaf mijn positie zichtbaar, had deze zak de afmetingen 30x15 cm. Gezien de plaats waar deze man, naderhand bleek dit verdachte [naam 1] te zijn, dit verstopt had, de wijze van verpakken en inhoud, had ik […] het vermoeden dat dit verdovende middelen betroffen. Ik heb dit vervolgens portofonisch doorgegeven aan de overige collega's op straat welke vervolgens

2 aanhoudingen hebben verricht.

Verbalisanten [verbalisant 3] , [verbalisant 4] , [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 7] , [verbalisant 8] , [verbalisant 9] ,

[verbalisant 10] , [verbalisant 1] , [verbalisant 11] en [verbalisant 12] relateerden op 23 juli 2021 onder meer als volgt:n

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2021, pagina 961, 963 964.

[…] Op […] 21 juli 2021 waren wij verbalisanten doende met onderzoek. […] Ik zag dat de man met tanktop aan de bijrijderszijde uit de bestelbus stapte. […] Ik zag dat de man met tanktop in mijn richting keek. Ik zag dat de man met tanktop zich direct omdraaide en weg sprintte […] Wij […] renden achter de verdachte aan. Wij zagen dat de verdachte tijdens het rennen meerdere malen in onze richting keek. Wij […] zagen dat de verdachte tijdens het rennen zwaaiende bewegingen maakte met zijn rechterhand boven zijn lichaam. Wij zagen dat de verdachte in zijn rechterhand een plastic zakje vasthield met daarin een wit kleurige substantie. Door deze zwaaiende beweging zagen wij dat vanuit dit plasticzakje wit kleurige substantie viel en in de lucht rond vloog. Wij zagen dat deze witkleurige substantie op de grond […] terechtkwam. […] Wij […] hebben de verdachte om 17.15 uur aangehouden […]. De verdachte bleek later zijn genaamd:

Achternaam : [naam 1]

Voornamen : [voornamen]

Geboren : [geboortedatum 2] 1989 te [geboorteplaats 2] .

De zak werd inbeslaggenomen en de inhoud werd onderzocht:

Goednummer PL2300-2021113593-1432539
Plastic zak met sporen van amfetamine.

Gewicht netto: 5,62 gram.
Resultaat: amfetamine.n

Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1637; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 27 augustus 2021, pagina 987 en 988; Rapport NFiDENT d.d. 27 augustus 2021, pagina 990.

Verbalisant [verbalisant 2] relateerde op 15 oktober 2021 onder meer als volgt:n

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2021, pagina 588, 589 en 592.

Op 22 juli, tussen 17:36:05 uur en 18:36:47 uur, zijnde omstreeks het moment van de aanhoudingen van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] , in de woning van [medeverdachte 1] , stuurde [naam 4] 53 berichten via WhatsApp. Omstreeks 17:46:56 uur, schreef [naam 4] naar [medeverdachte 2] , “Alles is weg van jou”.

Verbalisant [verbalisant 2] relateerde op 11 oktober 2021 over de telefoon in gebruik bij

de verdachte onder meer als volgt:n

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2021, pagina 663, 664 en 670.

Er staan diverse usernames in de telefoon, waarbij de naam ‘ [naam 5] ’ herhaaldelijk terug komt.

In de telefoon werd een animatie aangetroffen (video 643, accessed en modified op 22-5-2021 om 10:53:30) van wat kennelijk een soort reclamefilmpje is voor ‘ [naam 6] ’, met daarbij het telefoonnummer dat in gebruik was bij [verdachte] . Onderaan staat [naam 5] en draaien de wijzers van een klok rond.

Er werd een afbeelding aangetroffen van het symbool dat door verdachte [verdachte] , gebruikt werd als WhatsApp profielfoto. Daarnaast staat de tekst “ [naam 5] ”.

Verbalisant [verbalisant 2] relateerde op 15 oktober 2021 over de telefoon in gebruik bij

medeverdachte [medeverdachte 2] onder meer als volgt:n

Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2021, pagina 588, 589, 623.

[medeverdachte 2] verstuurde op 14 mei 2021, divere snapchats met het telefoonnummer dat in gebruik was bij [verdachte] , met daarbij de tekst dat dit het nieuwe nummer is voor haze. Haze is straattaal voor een soort cannabis.

3.3.2.5 Verklaring verdachte

De verdachte heeft ter terechtzitting -onder meer- als volgt verklaard:

Ik heb ongeveer 3 maanden in wiet gehandeld. Ik heb ook zakjes met wiet gemaakt.

Ik heb ook zakjes met cocaïne gemaakt, zogenaamde ‘ponypacks’. Dit was in de woning van [medeverdachte 1] .

Ik handelde in wiet. Dit was voornamelijk in opdracht van medeverdachte [medeverdachte 2] en soms in opdracht van [medeverdachte 3] . Ik vervoerde ook wiet. De wiet kwam uit het huis van [medeverdachte 1] . Ik haalde dat daar op. Ik zou daar geld voor krijgen. Medeverdachte [medeverdachte 2] spaarde het geld dat we verdienden op.

De sleutels van de woning van [medeverdachte 1] rouleerden een beetje. Ik heb die sleutels ook wel eens gehad.

Ik wist dat er in de kelder cocaïne en pillen lagen. Dit waren 200 pillen. Ik kon daar ook bij komen.

Ik heb ook wel eens cocaïne afgeleverd in opdracht van [medeverdachte 3] .

De verdachte heeft bij de politie op 23 juli 2021 en 3 augustus 2021 over de in de

kelder aangetroffen hennep onder meer als volgt verklaard: n

Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 augustus 2021, pagina 1042, 1043 en 1047.

[…]

[…] Ik wist dat daar zakjes wiet lagen. [medeverdachte 1] heeft wel eens gevraagd om daar zakjes te pakken. Ik heb daar 20 of 30 zakjes gezien. Ik pak er dan 5 zakjes. Ik liet boven 40 euro achter. Als ik die gepakt had.

V: Wat voor zakjes waren dat?

A: Gewoon wietzakjes.

V: Waar lagen die dan?

A: Het is daar altijd donker. Ze lagen voor de deur. Meer heb ik niet gezien

V: Wat voor zakjes?

A: Gewoon klein. Er lagen precies 5 zakjes klaar.

V: Was dat alles wat daar lag?

A: Er lagen ook meerdere kleine zakjes in een groter zakjes. Verder heb ik het niet gezien.

V: Wanneer?

A: Gewoon wanneer ik zakjes ging pakken.

[…]

V: Dus jij verkoopt wiet?

A: Ja dat klopt.

V: Hoe vaak verkoop je wiet?

A: Zo af en toe. […]

[…]

V: Van wie kreeg je die wiet dan?

A: Die moest ik pakken bij [medeverdachte 1] .

V: Waar lag die dan?

A. Bij [medeverdachte 1] .

V: Waar in de woning?

A: In de kelder van [medeverdachte 1] . […]

[…]

3.3.2.6 Conclusie

De rechtbank overweegt dat de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten uit de bewijsmiddelen blijkt en ook dat de verdachte de feitelijke beschikkingsmacht had over de aangetroffen verdovende middelen in de woning en de kelder van [medeverdachte 1] . De rechtbank concludeert dat op basis van de bewijsmiddelen het medeplegen van het voorhanden hebben en de handel in soft- en harddrugs door de verdachte bewezen kan worden verklaard.
Gelet op het feit dat uit het dossier blijkt dat handel in en het gebruiken van de softdrugs geregeld en stelselmatig plaatsvond gedurende een aantal maanden en dat door de verdachten actief reclame werd gemaakt (‘ [naam 5] ’) voor de handel, kan geconcludeerd worden dat de woning van [medeverdachte 1] fungeerde als een soort van coffeeshop. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de handel in softdrugs in de uitoefening van een beroep of bedrijf plaatsvond.

De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat de verdachte ook betrokken was bij de productie van harddrugs en daarom zal zij de verdachte partieel vrijspreken van feit 1.

De bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte

1.

in de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk heeft verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, in en/of vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo

- een hoeveelheid amfetamine, zijnde amfetamine en

- een hoeveelheid MDMA, zijnde MDMA, en

- een hoeveelheid metamfetamine, zijnde metamfetamine en

- een hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne

telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,

2.

op 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand aan de [adres 1] te Venlo,

- ongeveer 5.222,30 gram amfetamine, zijnde amfetamine, en

- ongeveer 153,23 gram MDMA, zijnde MDMA, en

- ongeveer 4.573,42 gram metamfetamine, zijnde metamfetamine, en

- ongeveer 13,98 gram cocaïne, zijnde cocaïne,

telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

4.

in de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk heeft verkocht en verstrekt, in en/of vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo, een hoeveelheid van (in totaal) meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;

5.

op 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand aan [adres 1] te Venlo, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 1.481,7 gram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:

feit 1: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;

feit 2: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;

feit 4: medeplegen van in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;

feit 5: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

De straf en/of de maatregel

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van het voorarrest.

De officier van justitie heeft bij de formulering van zijn strafeis een gevangenisstraf van vier jaren als uitgangspunt genomen. Hij heeft in het bijzonder rekening gehouden met de gevorderde partiële vrijspraak, de rol die de verdachte bij de feiten heeft vervuld, de (beperkte) mate van openheid die de verdachte over zijn aandeel met betrekking tot de harddrugs heeft gegeven en de redelijke termijn die is overschreden.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft aangevoerd dat een voorwaardelijke straf, eventueel gecombineerd met een taakstraf, passend is. Een lange gevangenisstraf zal ervoor zorgen dat zijn toekomstperspectief ongunstig is. De verdachte heeft een positieve ontwikkeling laten zien en een blanco strafblad. Daarnaast dient er rekening te worden gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.

Het oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.

De verdachte heeft samen met anderen in de woning van een medeverdachte hard- en softdrugs voorhanden gehad. Het ging daarbij om ongeveer 10 kilogram harddrugs en 1.500 gram softdrugs. Daarnaast heeft hij ook in hard- en softdrugs gehandeld. Het is algemeen bekend dat verdovende middelen, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. De handel in verdovende middelen gaat bovendien gepaard met overlast in de samenleving en het gebruik van verdovende middelen genereert strafbare feiten. Verdachte heeft bijgedragen aan deze problemen door te voorzien in de vraag naar verdovende middelen.

Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 19 februari 2024, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld en na de bewezenverklaarde feiten niet meer met politie en justitie in aanraking is gekomen. De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het over de verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 8 maart 2024. De reclassering heeft in haar advies aangegeven dat de houding van de verdachte in positieve zin veranderd is en dat hij een forse gedragsverandering heeft laten zien. De verdachte heeft positieve doelen voor de toekomst gesteld en gelet op het lage recidiverisico acht de reclassering een toezicht niet langer geïndiceerd.

Voorts heeft de rechtbank bij haar oordeel rekening gehouden met de rol van de verdachte bij de feiten en de bij de bewezenverklaarde feiten behorende LOVS-oriëntatiepunten. De rechtbank ziet de rol van verdachte als degene die uit vrije wil het vervoer van de diverse soorten drugs op zich nam. Hem werd de sleutel van de woning waarin de drugs waren opgeslagen toevertrouwd. Hij was aanwezig bij grote deals, maar niet gebleken is dat hij behoorde tot degenen die het uiteindelijk voor het zeggen hadden.

Naast het voorgaande houdt de rechtbank bij de bepaling van de strafmaat ook rekening met het feit dat de redelijke termijn is overschreden. De Hoge Raad neemt in zijn uitleg van de redelijke termijn immers als uitgangspunt dat binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn in eerste aanleg vonnis dient te worden gewezen. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat door of vanwege de Staat jegens de verdachte een handeling is verricht waaruit deze heeft opgemaakt en redelijkerwijs heeft kunnen opmaken dat tegen hem een strafvervolging zou worden ingesteld. De verdachte werd op 22 juli 2021 aangehouden en in verzekering gesteld. De rechtbank neemt deze datum als aanvangsdatum van de redelijke termijn. Dit vonnis wordt op 18 april 2024 gewezen. Daarmee is de redelijke termijn met bijna 9 maanden overschreden.

Gelet op de ernst van de feiten acht de rechtbank een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, eventueel gecombineerd met een taakstraf, zoals voorgesteld door de raadsman, niet passend. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf evenmin passend is. Het positieve reclasseringsadvies en de jonge leeftijd van verdachte geeft aanleiding om een deel voorwaardelijk op te leggen. Het voorwaardelijk deel dient als stok achter de deur.

Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat aan de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden dient te worden opgelegd, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

Het beslag

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdovende middelen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. De sleutelbos dient te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende. De auto en de telefoon dienen te worden verbeurd verklaard.

De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen.

De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

De beslissing

De rechtbank:

Vrijspraak

- spreekt de verdachte vrij van de onder 3 en 6 ten laste gelegde feiten;

Bewezenverklaring

  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;

  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

Strafbaarheid

  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;

  • verklaart de verdachte strafbaar;

Straf

  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk;

  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;

Beslag

- verklaart verbeurd het/de volgende in beslag genomen voorwerpen:

- 1 Personenauto [kenteken] (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1418931);

- 1 GSM (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1432893);

- onttrekt aan het verkeer het volgende in beslag genomen voorwerp:

- 0,8 STK Verdovende middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433080);

- gelast de bewaring van het/de volgende in beslag genomen voorwerp ten behoeve van de rechthebbende:

- 1 Sleutelbos (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433363).

Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M.C. van de Winkel, voorzitter,

mr. M.J.H. van den Hombergh en mr. G.H. Hermanides, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 april 2024.

Buiten staat

Mr. M.J.H. van den Hombergh is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

BIJLAGE I: De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

1.

hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of

afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, (in en/of vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo)

- een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of

- een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, en/of

- een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine en/of

- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne

(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

(art 11 lid 5 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

2.

hij op of omstreeks 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 1] te Venlo),

- ongeveer 5.237,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of

- ongeveer 157,63 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, en/of

- ongeveer 4.573,42 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine en/of

- ongeveer 48,18 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,

(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

(art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

3.

hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht

- een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of

- een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of

- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne

(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

( art 10 lid 5 Opiumwet, art 2 ahf/ond A Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

4.

hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk

heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo) een hoeveelheid van (in totaal) meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel

aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

(art 11 lid 5 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

5.

hij op of omstreeks 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 1] te Venlo), een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 1.481,7 gram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

(art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

6.

hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

(art 11 lid 4 Opiumwet, art 3 ahf/ond A Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Artikel delen