De afgelopen jaren heeft de politie diverse zaken laten vallen. Dat komt enerzijds door een personeelstekort en anderzijds doordat de zaak niet kansrijk genoeg is om tot een goed einde te brengen. Het grootste deel van de zaken die de politie afgelopen jaar liet vallen, waren cybercrime- en oplichtingszaken.
Dat blijkt uit cijfers die de NOS heeft opgevraagd.
Vorig jaar werden bijna 32.000 zaken voortijdig beëindigd omdat er onvoldoende personeel was. Daarnaast werden nog eens 26.000 zaken terzijde geschoven, omdat ze volgens de politie te weinig kans op een goede afloop hadden.
Het grootste gedeelte van de zaken die afgelopen jaar bleven liggen, waren gerelateerd aan cybercriminaliteit en online fraude. Omdat de daders vaak in het buitenland zitten, is de kans dat ze aangepakt worden klein. Daarnaast mag het niet buitenproportioneel veel tijd en energie kosten om de daders te achterhalen en te arresteren.
Het lukte in slechts 6 procent van de cybercrimezaken om een verdachte aan te houden.
De politie beschikt over een beperkt budget, agenten en rechercheurs om zaken te onderzoeken. Dat betekent dat er soms harde knopen doorgehakt moeten worden. “De realiteit is dat we altijd meer zaken hebben dan we aankunnen”, zo zegt Hanneke Ekelmans, lid van de korpsleiding van de Nationale Politie, tegen de NOS.
Ze vervolgt haar verhaal: “Daarnaast zijn zaken de laatste jaren steeds complexer geworden. Ze vragen meer tijd en daarom kun je met hetzelfde aantal mensen minder zaken behandelen. Dat zien we natuurlijk liever anders, maar het is wel zo.”
In Oost-Nederland, Oost-Brabant en Rotterdam zijn door personeelstekorten en een te klein budget de meeste zaken voortijdig beëindigd. Opvallend is dat in deze regio’s de politie vaker een verdachte weet op te sporen dan in andere delen van het land. Dat komt naar eigen zeggen door de selectie. Hoe beter aangiften vooraf worden geselecteerd, des te effectiever de beschikbare opsporingscapaciteit kan worden ingezet om zaken op te lossen.
“Het is voor ons de kunst om met de capaciteit die we hebben de beste keuzes te maken en het meeste eruit te halen”, aldus Ekelmans.
Volgens de meest recente editie van de Cybersecuritymonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het aantal slachtoffers van cybercrime tussen 2012 en 2021 fors toegenomen. In deze periode steeg het aantal gedupeerden met bijna een kwart (22,1 procent).
Het aandeel aankoopfraude – waarbij iemand een product via internet koopt, maar nooit iets geleverd krijgt – steeg met 118,6 procent het hardst. Verkoopfraude – waarbij een verkoper producten levert, maar niet betaald wordt – eindigde op de tweede plek met een procentuele toename van 64,7 procent.
Het aantal slachtoffers van hacking en identiteitsfraude neemt sinds 2012 af, respectievelijk met 5,4 procent en 58,3 procent. De laatste jaren zien de onderzoekers wel een lichte stijging van het aantal slachtoffers van identiteitsfraude.
