Als blijk van onze inzet voor de consistente toepassing en handhaving van gegevensbescherming in de EU-instellingen (EUI’s) en de EU als geheel, neemt de EDPS deel aan de gecoördineerde handhavingsactie van de European Data Protection Board (EDPB) voor gegevensbescherming (EDPB) inzake het recht op verwijdering van persoonsgegevens.
Dit is de vierde gecoördineerde handhavingsactie waaraan de EDPS deelneemt, samen met 31 gegevensbeschermingsautoriteiten van de Europese Economische Ruimte, sinds de lancering van het initiatief, in het kader van het gecoördineerde handhavingskader, in 2022. Prioritaire onderwerpen betroffen de rol van functionarissen voor gegevensbescherming, het gebruik van clouddiensten in de overheidssector en het recht op toegang tot persoonsgegevens in de EU-instellingen, -organen, -bureaus en -agentschappen (EUI’s) en in de hele EU.
Wojciech Wiewiórowski, EDPS: “Met onze betrokkenheid bij deze gecoördineerde handhavingsactie pleiten wij voortdurend voor een coherente toepassing van de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming en de consistente bescherming van de persoonsgegevens van personen in de hele EU/EER. Het recht op verwijdering stelt individuen in staat om hun identiteit terug te winnen in de digitale wereld. Het is een complex recht om na te gaan, en daarom is het onze taak ervoor te zorgen dat het binnen de EUI’s correct wordt begrepen en toegepast.”
Het recht op verwijdering - of het recht om vergeten te worden - is verankerd in artikel 19 van Verordening (EU) 2018/1725 (EUDPR), de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming voor EUI’s, en in artikel 17 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) voor EU/EER-landen, die overeenkomsten vertonen. Dit recht stelt personen in staat de controle over hun persoonsgegevens te behouden door te verzoeken om verwijdering van EUI’s of openbare of particuliere entiteiten van de EU/EER die deze persoonsgegevens verwerken. Het is het meest voorkomende recht dat individuen vaststellen.
Belangrijk is dat het recht op verwijdering (of het recht om vergeten te worden) geen absoluut recht is; er bestaan uitzonderingen op grond van de EUDPR en de AVG, zoals, in het geval van de naleving van een gerechtelijke procedure, voor het algemeen belang. Daarom moet elk verzoek tot verwijdering van natuurlijke personen per geval worden geanalyseerd door verwerkingsverantwoordelijken die op basis van een gerechtvaardigde en juridische motivering beslissen over de verwerking van persoonsgegevens van natuurlijke personen. Het recht om vergeten te worden vormt dus een uitdaging voor het delicate evenwicht tussen het recht op gegevensbescherming en het collectieve geheugen van de samenleving.
Om deze gecoördineerde handhavingsactie uit te voeren, zal de EDPS een onderzoek uitvoeren, met inbegrip van een vragenlijst voor de verwerkingsverantwoordelijken van EUI’s, op basis van de analyse van klachten van personen over het recht op verwijdering, om na te gaan hoe zij de wettelijke verplichtingen van dit recht toepassen. Als follow-up zal de EDPS zijn bevindingen samenvatten, conclusies trekken over de beste en slechtste praktijken die zijn vastgesteld, en gebieden identificeren die voor verbetering vatbaar zijn.
De resultaten van dit gemeenschappelijk optreden zullen ook op gecoördineerde wijze met de andere gegevensbeschermingsautoriteiten van de EU/EER worden geanalyseerd om zo nodig te beslissen over verdere toezichts- en handhavingsmaatregelen. Zodra de gecoördineerde handhavingsactie is afgerond, zal het EDPB een verslag over de resultaten van deze analyse publiceren.
Download hier het document.
