De Europese consumententoezichthouders, waaronder de ACM, spreken Meta aan vanwege een mogelijke overtreding van het consumentenrecht. De Europese Commissie coördineert de actie van de toezichthouders. Zij zien dat Meta consumenten onder druk zetten om te kiezen tussen een betaalde en een zogenaamd ‘gratis’ versie van Facebook of Instagram, zonder dat consumenten over de informatie beschikten om een juiste keuze te kunnen maken. Bij de keuze voor de zogenaamd ‘gratis’ versie gaven zij Meta toestemming om hen op basis van hun (persoons)gegevens gepersonaliseerde advertenties te tonen.
De actie werd direct na de introductie van dit model gestart, mede naar aanleiding van een klacht van de Europese consumentenorganisatie BEUC waarvan de Consumentenbond deel uitmaakt. De Franse toezichthouder leidt deze EU-brede actie.
De toezichthouders hebben onderzocht of Meta gebruikers vooraf voldoende juiste en duidelijke informatie verstrekte om de gevolgen van hun keuze voor een betaald of ‘gratis’ account te kunnen beoordelen. Daarnaast is gekeken naar de druk die gebruikers hebben kunnen ervaren om snel een keuze te maken tussen beide opties, ook omdat zij vreesden dat zij toegang tot hun account en contacten zouden verliezen.
De Europese toezichthouders zien verschillende praktijken bij de uitrol van het abonnementsmodel die mogelijk in strijd zijn met de regels die consumenten beschermen tegen oneerlijke praktijken.
De belangrijkste zijn:
Het misleiden van consumenten door gebruik van het woord ‘gratis’. Terwijl Meta eist dat gebruikers die zonder kosten Facebook/Instagram gebruiken, daarmee accepteren dat Meta geld verdient met het gebruik van hun (persoons)gegevens door gepersonaliseerde advertenties te laten zien.
De informatie over hoe Meta voorkeuren en (persoons)gegevens van consumenten gebruikt voor gepersonaliseerde advertenties is lastig te vinden. Pas na veel doorklikken in de app of op de website kun je de informatie vinden in de algemene voorwaarden en het privacybeleid.
Het gebruik van verhullend taalgebruik, zoals ‘jouw info’ als verwijzing naar persoonsgegevens van de consument.
Door druk uit te oefenen op consumenten om direct te kiezen voor een bepaalde abonnementsvorm en geen toegang te geven tot hun account totdat zij een keuze hebben gemaakt, terwijl Facebook/Instagram een belangrijk onderdeel is van hun sociale interacties.
Meta krijgt tot 1 september 2024 de tijd om te reageren op de brief van het Europese CPC-netwerk van consumentenautoriteiten (Consumer Protection Cooperation) en de Europese Commissie (die deze actie coördineert) en actie te ondernemen. Als Meta niet de nodige stappen onderneemt, kunnen de CPC-autoriteiten elk overgaan tot handhaving.
Deze gezamenlijke actie van het CPC-netwerk richt zich op de beoordeling van Meta’s praktijken onder het EU-consumentenrecht. Hiernaast lopen andere Europese onderzoeken naar de uitrol van dit model: de Europese Commissie doet onderzoek naar een mogelijke schending van de Digital Markets Act en de Digital Services Act; de Ierse toezichthouder doet onderzoek naar een mogelijke overtreding door Meta van de regels van de Algemene verordening gegevensbescherming. Bovendien heeft de European Data Protection Board in april 2024 een opinie gepubliceerd waarin het EDPB aangeeft dat zeer grote online platforms gebruikers niet mogen dwingen zich te laten volgen.