De rechtbank Limburg geeft toestemming voor het gebruik van genealogische DNA-databanken voor verwantschapsonderzoek in twee cold case-zaken. Het Openbaar Ministerie (OM), de politie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gaan deze internationaal succesvol gebleken opsporingsmethode nu inzetten in het kader van een pilot, in de hoop een doorbraak te forceren in vastgelopen onderzoeken.
Verwantschapsonderzoek met gebruik van (private) genealogische DNA-databanken kan uitkomst bieden wanneer alle beschikbare opsporingsmiddelen niet hebben geleid tot een doorbraak in een strafzaak. Door het DNA-profiel van een onbekende dode of een onbekende verdachte te vergelijken met de DNA-profielen van personen in een genealogische DNA-databank, kunnen (verre) verwanten van deze onbekende persoon in beeld komen. Met behulp van deze verwanten is het mogelijk om door stamboomonderzoek de identiteit van de verdachte of het onbekende dode slachtoffer te achterhalen.
De eerste cold casezaak waarin deze methode wordt ingezet, betreft een woningoverval met dodelijke afloop. Op 14 augustus 2004 werd het echtpaar Leukel uit Berg en Terblijt op brute wijze overvallen in hun huis. Een onbekende man ging hen te lijf met onder andere een zaag. Sjef Leukel (68) overleed ter plaatse aan zijn verwondingen. Zijn vrouw belandde in coma, waar ze na tien dagen uit ontwaakte. De zaak kreeg landelijke bekendheid als de ‘Heuvelmoord’. Ondanks uitgebreid en langdurig onderzoek, het uitloven van een beloning voor de gouden tip en de aanwezigheid van veel dadersporen, is de identiteit en het motief van de dader tot nu toe altijd onbekend gebleven.
De andere geselecteerde zaak is het onderzoek naar een onbekende overleden vrouw. Politie en OM gaan ervan uit dat zij slachtoffer is geworden van een misdrijf. Haar lichaam werd op 6 januari 2013 aangetroffen ter hoogte van de Pietersplas in Maastricht. Ondanks uitvoerig onderzoek is de identiteit van de vrouw tot op heden niet bekend. Dit bemoeilijkt ook het strafrechtelijk onderzoek naar het misdrijf. Het verwantschapsonderzoek in genealogische DNA-databanken is de ultieme poging om haar identiteit te achterhalen.
Dave Mattheijs, de officier van justitie in Limburg die het onderzoek in beide zaken leidt, is verheugd dat de rechter groen licht heeft gegeven. ‘In deze cold cases gaat het om ernstige feiten en is voldoende DNA-materiaal aanwezig om geschikte profielen te maken. Via deze pilot hopen het OM en het cold case team van de politie in Limburg verwanten te vinden van het onbekende slachtoffer en de onbekende verdachte, zodat we de nabestaanden eindelijk duidelijkheid kunnen geven.’
Als er (verre) verwanten in beeld komen, is het onderzoek niet klaar. ‘Daarvoor moet ook het eventuele stamboomonderzoek succesvol zijn en dat hangt mede af van de beschikbaarheid en volledigheid van persoonsarchieven en bevolkingsregisters’, aldus landelijk officier forensische opsporing Mirjam Warnaar. ‘We proberen met deze pilot inzicht te krijgen in de wijze waarop deze opsporingsmethode in de toekomst in Nederland kan worden ingezet en welke zaken hiervoor nog meer in aanmerking kunnen komen. Mogelijk volgen binnen deze pilot nog meer zaken.’
De twee databanken waar gebruik van wordt gemaakt voor het onderzoek zijn gevestigd in Amerika. Het overgrote deel van de personen in deze databanken heeft een Noordwest-Europese herkomst, waardoor ze ook goed bruikbaar zijn voor Nederlandse strafzaken.. De vergelijkingen vinden uitsluitend plaats met DNA-profielen van mensen die hiervoor expliciet vooraf toestemming hebben gegeven aan de databank.
De huidige wetgeving maakt het gebruik van deze inmiddels internationaal beproefde methode mogelijk. Daarbij is nadrukkelijk gekeken naar juridische, technische en ethische aspecten, en uiteraard ook naar de privacy. De DNA-profielen worden eenmalig vergeleken met die van de deelnemers die daarvoor toestemming hebben gegeven. Als het OM melding krijgt van verwanten in de databanken, is die informatie enkel het startpunt van een op te stellen stamboom. Deze personen spelen verder geen rol in het strafrechtelijk onderzoek.
Ook in het stamboomonderzoek door genealogen, onder regie van het OM, wordt de privacy gewaarborgd. Het onderzoek gebeurt op basis van beschikbare gegevens in openbare (veelal digitale) bronnen, zoals de burgerlijke stand, kerkregisters, emigratieregisters en overlijdensberichten. De personen die deel uitmaken van de opgemaakte stamboom, maar niet in beeld komen als mogelijk onbekend slachtoffer of verdachte, blijven verder buiten het onderzoek. Het stamboomonderzoek is enkel gericht op de namen van een mogelijke dader of overleden persoon. Alleen vergelijking met het DNA van de uit het onderzoek gekomen mogelijke verdachte of overleden persoon kan uiteindelijk bewijs opleveren.