Nederlandse senioren zijn als de dood dat ze gehackt worden door cybercriminelen. Dat is de grootste angst onder deze demografische groep. De vrees om gehackt te worden is nog groter dan de angst voor gezondheidsproblemen of dementie.
Dat blijkt uit het Grote Angstenonderzoek van ouderenorganisatie KBO-PCOB. Aan het onderzoek deden 1.850 senioren mee. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 76 jaar. Het onderzoek werd afgenomen tussen 25 januari en 17 februari 2022.
Negen op de tien ondervraagden zegt wel eens bang te zijn. In het onderzoek komt naar voren dat vrouwen net iets angstiger zijn aangelegd dan mannen (92 procent tegenover 88 procent). Ouderen met gezondheidsklachten zijn vaker bang dan gezonde mensen (95 procent tegenover 88 procent).
De onderzoekers hebben vanzelfsprekend ook naar de grootste angsten van senioren gevraagd. Daaruit kwam een top tien naar voren. De angst voor het krijgen van gezondheidsproblemen, dementie, een ongeluk in het verkeer krijgen, een woninginbraak meemaken en eenzaamheid staan allemaal in de top tien.
De grootste angst voor ouderen heeft echter niets met hun gezondheid of directe omgeving te maken. Uit het Grote Angstenonderzoek blijkt dat gehackt worden op nummer één staat. Ouderen zijn doodsbang dat een hacker of internetcrimineel hun spaargeld steelt. Of dat ze per ongeluk op de verkeerde link drukken.
De angst om gehackt te worden is van recente aard. Volgens de KBO-PCOB is bij meer dan de helft van de senioren deze angst ergens in de afgelopen drie jaar ontstaan. Ingrid Rep, directeur van de ouderenbond, denkt dat dit door de vele verhalen van slachtoffers in de media komt. “Deze ‘moderne’ angsten worden veelal gevoed door berichtgeving in de media. Dit geeft een gevoel van sociale onzekerheid en legt de huivering bloot die menig senior nog heeft met computers en internet.”
Rep komt met een aantal voorstellen om de angst voor hacken en andere cyberdreigingen het hoofd te bieden. Cursussen over internetgebruik moeten in haar ogen laagdrempeliger aangeboden worden. Tevens vindt ze dat cybercrime harder aangepakt moet worden.
In het onderzoek komt naar voren dat de meeste senioren zich niet of nauwelijks laten beperken in hun doen en laten door hun angsten. Zes op de tien ouderen (59 procent) zegt geen enkele beperking te hebben. Twee derde (68 procent) geeft aan dat zijn of haar angst een mentale uitwerking heeft. Dan moet je denken aan bezorgdheid, piekeren en stress of spanningen. Driekwart van de senioren zegt hiermee om te gaan door met mensen in hun omgeving daarover te praten.
De Nederlandse overheid lanceerde afgelopen jaar een voorlichtingscampagne over de gevaren van online fraude en cybercriminaliteit. Deze campagne -‘Maak het ze niet te makkelijk’- was speciaal gericht op senioren en bestond uit diverse voorlichtingsfilmpjes en webinars. Presentatrice Catherine Keyl ondervraagde veiligheidsexperts als Philip Dekkers (hoofd van de afdeling Fraude en Ordening bij het ministerie van Justitie en Veiligheid) en Dick Schoof (secretaris-generaal op het ministerie van Justitie en Veiligheid) over onderwerpen als babbeltrucs, WhatsApp-fraude en phishing.
Banken zijn sinds begin vorig jaar een stuk coulanter als ouderen het slachtoffer worden van oplichters. In februari spraken de grote banken onderling af met een gemeenschappelijke procedure te werken. Zo worden alle slachtoffers van cybercriminelen gelijk behandeld, zo is de gedachte. Als gedupeerden er alles aan hebben gedaan om hun geld terug te krijgen en dit alles niets oplevert, overhandigen banken de NAW-gegevens van de oplichter. Met deze gegevens kunnen de slachtoffers een civielrechtelijke procedure starten. Gedupeerden moeten wel aannemelijk kunnen maken dat ze niet ‘grof nalatig’ zijn geweest.