In de praktijk komt het voor: een mentor die namens een cliënt inzage in het medisch dossier vraagt, terwijl de cliënt daar zelf geen toestemming voor geeft. Dit roept vragen op over de rechten van vertegenwoordigers en de privacy van de cliënt. Wat mag wel en wat niet?
Een cliënt kan een wettelijke vertegenwoordiger hebben, bijvoorbeeld omdat hij of zij wilsonbekwaam is verklaard. Er zijn drie vormen van wettelijke vertegenwoordiging:
Curator: voor zowel financiële als persoonlijke belangen.
Bewindvoerder: uitsluitend voor financiële zaken.
Mentor: voor beslissingen over verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.
Wanneer een mentor door de rechter is benoemd, heeft deze een formele rol als vertegenwoordiger in zorginhoudelijke kwesties.
Een mentor mag inzage krijgen in het cliëntdossier, ook als de cliënt daar geen toestemming voor geeft. Dit is mogelijk omdat de mentor optreedt als wettelijk vertegenwoordiger in zorgzaken, mits de cliënt wilsonbekwaam is op het betreffende gebied.
Maar: dit recht op inzage is niet onbeperkt.
Volgens de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ moet bij een verzoek tot inzage altijd worden bekeken:
Wat is de bevoegdheid van de mentor?
Wat is het doel van de inzage?
Is de gevraagde informatie noodzakelijk voor het vervullen van de taak van de mentor?
De mentor mag alleen die gegevens inzien die nodig zijn voor het nemen van beslissingen in het kader van de zorg. Het verzoek moet dus goed gemotiveerd zijn.
De zorgverlener of behandelend arts heeft een eigen verantwoordelijkheid. Het is wel gebruikelijk dat bij een verzoek tot inzage de zorgverlener nagaat wat de bevoegdheid is van de vertegenwoordiger en voor welk doel de informatie wordt opgevraagd. Bovendien, als het verstrekken van informatie aan de mentor in strijd zou komen met goed hulpverlenerschap, kan hij of zij besluiten geen inzage te geven.
Een wettelijke mentor mag in beginsel inzage krijgen in het cliëntdossier, ook zonder toestemming van de cliënt, maar alleen voor zover dit nodig is voor het vervullen van zijn of haar wettelijke taak. Zorgverleners doen er goed aan om elk verzoek zorgvuldig te toetsen aan de hand van de richtlijn en de concrete situatie van de cliënt.