Amerika loopt op veel fronten voorop, zo ook wat betreft massa-claims die in verband met de opmars van AI zijn ingesteld. De basis van deze rechtszaken is steeds de ontwikkeling van de verschillende AI-modules die, kort gezegd, via bronnen op het internet zijn getraind. Daarmee zou vervolgens inbreuk worden gemaakt op verschillende rechten, waaronder auteursrecht (copyright) van de makers en privacy van de gebruikers van het internet.
Een kleine greep uit de ingestelde acties laat zien hoe divers deze klachten zijn die vrijwel vanaf het razendsnelle begin van ChatGPT zijn ingediend en steeds maar toenemen:
Al in januari van dit jaar werd een procedure gestart tegen GitHub, Microsoft en OpenAI (de maker van ChatGPT). De klacht ziet op de manier waarop het AI-systeem zijn kennis. vergaart, en de vraag hoe zich dit verhoudt tot open-source software dan wel fair use ervan.
Kort daarna volgde de eerste zaak in verband met foto’s. Zo begon GettyImages een zaak tegen Stability AI, die daarnaast werd betrokken bij een class action van kunstenaars in Californië die hun pijlen ook hebben gericht op Midjourney en Deviant Art.
In juli werd Google aangesproken op het scrapen van het internet en aansprakelijk gehouden voor een bedrag van USD 5 miljard, in september kwam er weer een zaak tegen OpenAI bij.
In augustus werd bekend dat de New York Times een rechtszaak zou overwegen als de lopende gesprekken met de makers van ChatGPT niet tot een resultaat leiden.
Het laatste nieuws is dat de Authors’ Guild op 20 september een zaak tegen OpenAI heeft aangespannen wegens inbreuk op auteursrechten, dit in vervolg op twee eerdere zaken die de Amerikaanse komiek Sarah Silverman samen met andere schrijvers in juli was begonnen.
Kort en goed, er gaat geen week voorbij zonder aankondiging van een nieuwe klacht of rechtszaak. Naar aanleiding van de laatste actie kwam overigens in het nieuws dat er ook boeken van Nederlandse auteurs zouden zijn gebruikt voor training van AI-modules.
Dit roept de vraag op wanneer het in Nederland zo ver is dat er collectieve actie(s) op het gebied van AI worden begonnen. Ik zal hier niet ingaan op de juridische merites ervan – waar ook op dat punt vooral wordt gekeken naar de eerste inhoudelijke beslissingen uit de VS (zie al het artikel van Siebe van Cassel) – maar op de mogelijkheid om vergelijkbare acties in Nederland in te stellen.
In Nederland bestaat sinds 2020 een nieuw regime voor collectieve acties. Dit nieuwe regime maakt massa-claims mogelijk (i) die namens een hele groep gedupeerden kunnen worden ingesteld die vertegenwoordigd worden tenzij zij een opt-out doen (onder het vorige regime was een opt-in vereist), en (ii) waarbij er - in tegenstelling tot daarvoor - ook schadevergoeding kan worden gevorderd. Dit verruimde actierecht heeft in Nederland in korte tijd tot een explosieve toename van massa-claims geleid met inmiddels ruim 80 zaken op de rol (zie het openbare WAMCA-register).
Onder deze zaken – die overigens voor de meerderheid zien op acties tegen de overheid, dan wel voorlopige voorzieningen zonder schadevergoeding betreffen – zijn ook enkele grote class actions naar US model te vinden. Te denken valt aan de sjoemeldiesel zaken tegen verschillende autofabrikanten, klachten in verband met de app stores van Apple dan wel Google, en diverse grote privacy claims waaronder tegen TikTok. Met de inwerkingtreding in juni van dit jaar van de nieuwe EU Richtlijn inzake collectieve consumentenacties is te verwachten dat deze stroom alleen maar toe gaat nemen, en ook zal leiden tot overkoepelende acties in verschillende landen van de EU.
De in Nederland aanhangige procedures laten een divers beeld van grondslagen zien. Hoewel bescherming van auteursrecht in Nederland nog niet tot grote collectieve acties heeft geleid met schadevergoeding, is dit uiteraard ook een mogelijke grondslag mits er sprake is van ‘gelijksoortigheid’, dus vorderingen die in grote mate gelijk zijn en beter collectief kunnen worden afgewikkeld. Zo is het denkbaar dat een belangenorganisatie op het gebied van auteursrecht namens haar achterban een collectieve actie instelt, zoals dit door de Authors’ Guild in de VS werd gedaan. Het is ook mogelijk dat de collectieve actie op het privacy recht wordt gestoeld en bijvoorbeeld namens Nederlandse gebruikers op het internet wordt ingesteld. Sterker nog, er zijn op dit moment verschillende privacy claims aanhangig op basis van de AVG die in verschillende opzichten strenger is dan de wet- en regelgeving in de VS.
Om te beginnen, moet een collectieve actie in Nederland, kort gezegd, verband houden met de Nederlandse rechtssfeer (bijvoorbeeld omdat de gedaagde in Nederland zetelt, of de gedupeerden hier schade leiden). Deze zogenaamde scope rule is in principe iets anders dan de IPR vraag of dergelijke acties bij de Nederlandse rechter aanhangig kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld dat een in de VS gevestigd bedrijf zoals Google in Nederland kan worden gedagvaard omdat de schade hier is ingetreden (vgl. de Erfolgsort in art. 7 lid 2 Brussel I bis Verordening). De scope rule kan daarentegen met zich meebrengen dat (bijvoorbeeld) Duitse gedupeerden in Nederland geen collectieve vordering in kunnen stellen om van het Nederlandse collectieve actierecht te kunnen profiteren.
Bovendien dient er ook sprake te zijn van een ‘bundelbaar’ vorderingsrecht omdat er bij collectieve acties (in zekere zin) geabstraheerd moet worden van individuele belangen. Het is vereist dat de vordering is gebaseerd op een gebeurtenis of gebeurtenissen die voor alle vertegenwoordigde gedupeerden hetzelfde is. Ook moet het gaan om gelijksoortige feitelijke en rechtsvragen. Dit betekent echter niet dat de schade van, bijvoorbeeld, Sarah Silverman, hoger kan zijn dan de schade van een andere komiek of schrijver, zolang de schade maar voortvloeit uit eenzelfde gebeurtenis. Dit lijkt bij een inbreuk door AI-modules overigens ook voor de hand te liggen omdat aan te nemen is dat bij het trainen van de AI-modules alle mogelijke bronnen zijn gebruikt, en niet alleen specifieke werken of data.
Dit laatste punt brengt mij weer terug naar de VS. Zonder hier enig empirisch onderzoek naar te hebben verricht, neem ik aan dat de overgrote meerderheid van bronnen dan wel informatie voor het trainen vooral/eerst in het Engels zal zijn gebruikt. Dit betekent in ieder geval dat de focus van collectieve acties op dit moment in de VS zal liggen, ook omdat daar de bedrijven zijn gevestigd die de AI-modules hebben ontwikkeld. Daar komt nog bij dat collectieve acties in de VS bread & butter issues zijn die horen bij het rechtssysteem en dan ook (mede de veel bredere mogelijkheden van discovery en concrete dreiging van torenhoge schadevergoedingen) effectief worden afgewikkeld. In Nederland daarentegen staat de collectieve schadevergoeding nog in de kinderschoenen, en zal dan ook (naar mijn verwachting) niet per se de eerstvolgende jurisdictie zijn waarin dit soort procedures zullen worden uitgeprobeerd.
Op dit moment kijkt Europa dan ook weer met veel spanning naar ontwikkelingen in de VS die – gezien de reikwijdte van AI-modules – hoe dan ook een grote impact op ons zullen hebben.