Roger van Boxtel was minister van Grotestedenbeleid, Overheidsinformatiebeleid en Integratie tijdens het tweede paarse kabinet (Kok II, 1998-2002). In zijn portefeuille zat bovendien het ‘millenniumprobleem’: de zorg of computersystemen de cijfermatige overgang naar de nieuwe eeuw aankonden. Dat probleem was ontstaan doordat systemen bij het noteren van het jaartal alleen de laatste twee cijfers gebruikten. In een interview voor De top kijkt om(link naar andere website) deelt hij zijn ervaringen uit die periode. “Overal zaten nulletjes en eentjes in.”
In De top kijkt om (1) (DTKO) blikken oud-bewindslieden en -topambtenaren terug op hun loopbaan en delen de lessen die zij leerden. Te lezen, te beluisteren en te bekijken in geschreven interviews, podcasts en themavideo’s. DTKO is onderdeel van het bredere programma Kennis van de overheid (2). Het artikel op digitaleoverheid.nl is een fragment en bewerking van het interview met Roger van Boxtel (3). Op 1 juli 2024 is de presentatie van het tweede boek in de DTKO-serie tijdens een lunchsessie in Nieuwspoort.
De aanpak van dat millenniumprobleem bood de overheid mogelijkheden om de IT te vernieuwen omdat er toen budget beschikbaar was, vertelt Van Boxtel: “Het project zelf (in z’n totaliteit, red.) heeft niet zoveel gekost, veel is toen gebruikt om systemen te vervangen.” Daarnaast veranderde het beeld over het belang van IT, schetst hij: “De vitale infrastructuur was altijd water, elektriciteit en verkeer en vervoer. Daar kwam ineens de IT-infrastructuur bij, dat was toen niet zo goed doordacht. We hebben destijds bijvoorbeeld de eerste IT-oefeningen gehad.”
Het was een verandering van tijdsgewricht, concludeert hij. Niet lang daarvoor had premier Kok nog met de muis op een scherm bewogen, waarmee hij liet zien geen idee te hebben van hoe hij een computer moest bedienen. Van Boxtel nam de andere bewindslieden in deze ontwikkelingen mee door nota’s te schrijven, maar vooral door erover te vertellen en te laten zien wat hij deed. “Dat moet je met enthousiasme doen en zorgen dat de koudwatervrees een beetje wegblijft.”
1 januari 2000 was een belangrijk moment voor hem, vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het overheidsinformatiebeleid. Het ‘moment suprême’ voor de millenniumbug. De spanning daarover begon al vroeg, toen hij zich bewust werd van deze verantwoordelijkheid. Naast interesse realiseerde hij zich: “Het is een super bananenschil. Niemand wist precies waar het over ging; nou, het ging over alles.” Ook over de vorderingen van de andere departementen. “Ik ben in die periode overal geweest, tot onder de grond waar de Nederlandse veiligheid voor de luchtvaart zit, bij Schiphol, KLM, bij de waterwerken in Zeeland… Tot aan de tanks die we toen in Joegoslavië hadden staan toe. Overal zaten nulletjes en eentjes in.”
“Meest pregnant waren de waterhuishouding, elektriciteit en sociale zaken. Kunnen de uitkeringen overgemaakt worden, blijft er geld uit de muur komen?”Roger van Boxtel
Gelukkig beseften de andere leden van het kabinet ook dat er iets moest gebeuren. “Ik heb 1 collega nog eens aan zijn jas moeten trekken. Dat was Jan Pronk op VROM. Ik zei: ‘Jan, bij jou zitten de gevangenissen (het beheer daarvan viel onder het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, red.). Als al die deuren openspringen, hebben we een issue.’ Meest pregnant waren de waterhuishouding, elektriciteit en sociale zaken. Kunnen de uitkeringen overgemaakt worden, blijft er geld uit de muur komen? Al dat soort vragen waren relevant om te checken.”
Voor de communicatie over de aanpak van het millenniumprobleem was een nationaal dekkende structuur ingericht. Overheidsbreed met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en andere koepels. “We deden het niet ieder op eigen houtje, kanaliseerden het allemaal. Crisiscommunicatie is echt iets anders dan gewone communicatie. Dus dan moet je korte lijnen hebben, een beetje militaristisch zijn en zeggen: ‘Dit is de manier waarop we werken.’”
Toen het nieuwe millennium was begonnen, veranderde de teneur van de vragen. “Op 2 of 3 januari moest ik naar NOVA (voorloper van Nieuwsuur, red.). De interviewer begon met de vraag: ‘Nou meneer Van Boxtel, waar was dat nou allemaal voor nodig?’ Een inkoppertje. Ik heb alleen gezegd: ‘Ik ben benieuwd naar wat uw vraag was geweest als er echt iets fundamenteel mis was gegaan. De interviewer antwoordde: ‘Daar heeft u wel een punt.’ We hebben het goed gedaan, er is niks misgegaan. Dan kun je zeggen: ‘Hebben we er niet te veel geld in geïnvesteerd? Was het niet ongerustheid over niks?’ Dat zijn vragen uit het ongerijmde.”
Van Boxtel staat over het algemeen nog steeds achter zijn werkwijze van destijds: “Misschien had ik bij het aanpakken van de millenniumbug dingen in de uitvoering beter of anders kunnen doen. Maar ik heb iedereen van meet af aan volledig meegenomen in die aanpak, bijvoorbeeld de gemeenten en provincies. Je moet voortdurend afstemmen, luisteren en overtuigen als je denkt dat er toch een andere keuze nodig is. Leg het uit!”
Zijn ervaringen rondom het millenniumprobleem waren een basis voor het aanpakken van andere grote vraagstukken in zijn loopbaan. “Bij Menzis heb ik als directievoorzitter de hele IT moeten vervangen. Met een miljardenomzet en bijna 2,5 miljoen verzekerden was dat een enorme operatie. Dan kan je putten uit de lessen van rond de eeuwwisseling. Er gaan altijd weer luikjes open: hoe ging dat toen met het crisismanagement?”
https://www.kennisvandeoverheid.nl/leren-van-het-verleden/de-top-kijkt-om
https://www.kennisvandeoverheid.nl/
https://www.kennisvandeoverheid.nl/leren-van-het-verleden/de-top-kijkt-om/roger-van-boxtel