De politie Oost-Nederland heeft zeven jaar persoonsgegevens van duizenden verdachten van hennepteelt gedeeld met de Belastingdienst. Het verstrekken van deze ‘hennepberichten’ was volgens de privacydeskundige van de politie onrechtmatig. Om die reden is de politie nu gestopt met het delen van informatie over verdachte henneptelers met de Belastingdienst.Dat blijkt uit een interne brief aan de Eenheidsleiding Oost-Nederland, die is ingezien door NRC.
Zeven jaar lang deelde de politie Oost-Nederland strafrechtelijke informatie en persoonsgegevens van duizenden personen die verdacht werden van (betrokkenheid bij) illegale hennepteelt met de Belastingdienst. Zo’n zeshonderd keer per jaar verstuurde de politie een zogeheten ‘hennepbericht’ aan de fiscus. Daarin vermeldden agenten hoeveel wietplanten ze aantroffen bij de henneptelers, maar ook welke apparatuur en hoeveel stroom ze gebruikten voor de teelt. Informatie over de huurovereenkomst en persoonlijke gegevens van verdachten (zoals de kans op recidive) werden eveneens gedeeld met de Belastingdienst.
De uitwisseling van deze data vond niet voor niets plaats. Aan de hand van deze gegevens berekende de fiscus hoeveel verdachte henneptelers verdiend zouden hebben met de illegale wietteelt. Vervolgens zou de Belastingdienst een naheffing opleggen om meer inkomstenbelasting te innen.
De privacydeskundige van de politie trekt aan de bel. Uit een interne brief aan de Eenheidsleiding Oost-Nederland schrijft hij dat het “verstrekken van het hennepbericht aan de Belastingdienst als onrechtmatig moet worden beschouwd”. Door strafrechtelijke informatie en persoonsgegevens van verdachten met de fiscus te delen, overtrad de politie de Wet politiegegevens.
Uit de brief blijkt dat de politie zeven jaar lang informatie deelde met de Belastingdienst. “Zorgelijk is dat hier de rechtsgrond ontbreekt”, schrijft de privacydeskundige. Volgens hem hebben steeds meer agenten het bezwaar om hennepberichten met de fiscus te delen. Ze hebben het idee dat ze “structureel informatie aan het lekken” zijn. De privacyexpert adviseert om voorlopig geen informatie met de Belastingdienst te delen.
NRC heeft aan de politie gevraagd op welke juridische grond zij hennepberichten met de Belastingdienst deelt. Een woordvoerder stelt dat de politie Oost-Nederland ‘op dit moment’ geen hennepberichten deelt met de fiscus.
Voor de oorsprong van het delen van gegevens van verdachten van illegale wietteelt, moeten we terug naar 2014. Dat jaar ondertekenden diverse partijen een hennepconvenant om samen te strijden tegen illegale hennepplantages. De politie, het Openbaar Ministerie, uitkeringsinstantie UWV, elektriciteitsbedrijven, woningcorporaties en tientallen gemeenten zetten hun handtekening onder dit akkoord. Verdachten kunnen sindsdien op allerlei manieren dwarsgezeten worden. Zo kunnen ze, naast een gevangenisstraf, uit hun huurhuis gezet worden. Of kan het UWV hun uitkering terugvorderen.
Omdat er private partijen deelnamen aan het convenant, weigerde de Belastingdienst om de overeenkomst te ondertekenen. Als argument hiervoor droeg de fiscus de fiscale geheimhoudingsplicht aan. Desondanks deelde de politie toch jarenlang allerlei zaken met de Belastingdienst.
In dit geval was het de politie die onrechtmatig gegevens deelde met andere instanties. Andersom wisselde het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) tussen 2013 en 2020 gegevens van asielzoekers uit met het Nationaal Vreemdelingen Informatie Knooppunt (NVIK). Dit is een afdeling van de politie die misstanden, incidenten en misdrijven in en rondom asielzoekerscentra onderzoekt. Daarbij ging het niet alleen om voor- en achternaam, geboortedatum en land van herkomst. Ook zogeheten bijzondere persoonsgegevens als etniciteit, levensbeschouwelijke overtuiging, gezondheid en seksuele geaardheid werden uitgewisseld. De politie ontving van 27.000 asielzoekers deze gegevens.
Juristen omschreven dit als een ‘onevenredige en disproportionele schending van de privacy’ van asielzoekers. Vluchtelingenwerk noemde de gegevensuitwisseling ‘schokkend’ en zei zich grote zorgen te maken. “Hiermee ontstaat een vooringenomenheid vanuit de politie richting asielzoekers, waarmee een hele groep over één kam geschoren en als potentiële verdachte behandeld wordt. Deze vorm van stigmatisering en criminalisering moet stoppen.”
Minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid erkende dat het verwerken van bijzondere persoonsgegevens in deze kwestie onevenredig was. Via een brief aan de Tweede Kamer liet hij weten dat de uitwisseling van gegevens tussen het NVIK en de politie is stopgezet.