De Nederlandse politie krijgt vernieuwde hard- en software om verdachten sneller te identificeren. Daarnaast worden de Nederlandse en Amerikaanse databank voor vingerafdrukken aan elkaar gekoppeld. Tot slot komt er ook nog een smartphone-applicatie voor agenten waardoor het vergelijkingsproces een stuk sneller gaat.
Dat meldt de politie in een persbericht (1).
Sinds 1989 werkt de politie met de HAVANK-database. ‘HAVANK’ staat voor Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie. Deze database bevat vingerafdrukken van ruim anderhalf miljoen verdachten die ooit in aanraking zijn geweest met de politie vanwege een ernstig delict, of die zich weigerden te identificeren.
Agenten mogen de vingerafdrukken in de database gebruiken om verdachten op te sporen en vervolgen. Het voorkomen en berechten van strafbare feiten en identificeren van een stoffelijk overschot behoort eveneens tot de bevoegdheden. Ieder jaar worden er zo’n 150.000 nieuwe vingerafdrukken aan de HAVANK-database toegevoegd.
De database is van grote waarde voor de politie. John Riemen, inhoudsdeskundige namens de politie, zegt dat in gemiddeld 20 tot 25 procent van de gevallen de persoon wordt gevonden van wie de vingerafdrukken zijn.
De hard- en software van de HAVANK-database is compleet vernieuwd. Daardoor kan de politie met nog minder materiaal verdachten identificeren. “Dus met minder duidelijke sporen kunnen we iemand terugvinden en met hetzelfde materiaal is de kans groter dat we iemand terugvinden”, aldus Riemen. Volgens hem biedt dat nieuwe mogelijkheden in cold cases, omdat nieuw onderzoek kan leiden tot nieuwe verdachten die eerder niet in beeld waren.
De snelheid waarmee sporen worden verwerkt, gaat eveneens omhoog. Een nieuwe smartphoneapplicatie maakt het mogelijk om vingerafdrukken die gevonden worden op een plaats delict te vergelijken met vingerafdrukken in de HAVANK-database. Voorheen duurde het een week voordat een spoor van het plaats delict was verwerkt. Voortaan kunnen forensisch rechercheurs het spoor direct fotograferen en verzenden. “Dat verbetert de kwaliteit van de veiliggestelde sporen en de kans op een match”, legt Riemen uit.
Tot slot wordt de HAVANK-database gekoppeld aan de Amerikaanse vingerafdrukkendatabase. Mocht er in ons land geen match worden gevonden, dan kan de politie zoeken of er in de VS een treffer is. Riemen vertelt dat Nederland vergelijkbare afspraken heeft met twintig EU-landen. Het Verenigd Koninkrijk heeft een aanvraag tot koppeling ingediend.
Waarborging van de privacy is van groot belang (2), zo benadrukt Riemen. “HAVANK helpt alleen bij het doorzoeken van grote hoeveelheden data en maakt een selectie van die anonieme vingersporen die mogelijk matchen. Een expert bepaalt of er een mogelijke match is. Vervolgens analyseren twee andere experts het spoor volledig, voeren daarna een vergelijking uit met de referentieafdruk en trekken een conclusie. Dat is een zeer zorgvuldig proces.”
De Nederlandse vingerafdrukken-database is behoorlijk groot en wordt jaarlijks verder uitgebreid. Tegelijkertijd verdwijnen er ook sporen uit de database: vingerafdrukken van personen die niet langer verdachte zijn in een zaak, moeten worden verwijderd. Alleen als de Justitiële Informatiedienst (Justid) daartoe opdracht geeft, mogen vingerafdrukken worden gewist. De politie kijkt samen met Justid, de Koninklijke Marechaussee (KMar), Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en het Openbaar Ministerie (OM) of het nodig is om stappen te zetten om dit proces beter in te richten of te automatiseren.
https://www.politie.nl/nieuws/2022/juli/7/betere-software-voor-vingerafdrukken-biedt-politie-nieuwe-mogelijkheden.html
https://www.vpngids.nl/privacy/
