Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0

Politie vraagt om meer duidelijkheid online gegevensvergaring

Er moet meer duidelijkheid komen over de bevoegdheden waarbinnen de politie informatie mag verzamelen op internet. De wettelijke bevoegdheden waarbinnen agenten mogen opereren zijn momenteel verwarrend en vaag. Ook de taakverdeling en afstemming tussen organisatieonderdelen kan strakker.

VPN Gids 27 september 2022

Dat schrijven onderzoekers in het rapport ‘Politiewerk op het web’ (1).

Cybercrime aan de orde van de dag

Criminaliteit speelt zich vandaag de dag steeds vaker op internet af. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2) berekende in de Veiligheidsmonitor 2021 dat er afgelopen jaar 4,2 miljoen delicten zijn gemeld waarbij de slachtoffers financiële schade ondervonden. De meeste meldingen gingen over aankoop- en verkoopfraude. Naar schatting maakten internetoplichters zich zo’n 157.000 keer schuldig aan fraude in het betalingsverkeer. Dat veroorzaakte in totaal 2,5 miljard euro aan schade, waarvan 261 miljoen euro is toe te schrijven aan spoofing.

Omdat criminaliteit zich steeds vaker in het digitale domein afspeelt, is de politie veel actief op internet. Agenten speuren het wereldwijde web af naar informatie om de openbare orde te handhaven of verdachten op te sporen. Dit noemen we ook wel Open Source Intelligence (OSINT).

Van online specialisten tot wijkagenten: informatie die agenten op internet vergaren worden door de gehele organisatie gebruikt. Daardoor ontstaan er vragen over de taakverdeling en afstemming van de verschillende organisatieonderdelen: het moet duidelijk zijn wie wat doet.

Onrechtmatig handelen

“Het juridisch kader voor online gegevensvergaring door de politie is echter op dit moment nog gebaseerd op politiewerk in de fysieke wereld”, zo staat er in het rapport ‘Politiewerk op het web’. De ‘vertaling’ hiervan naar de online wereld zorgt in de praktijk voor onduidelijkheden.

Reinder Doeleman, programmadirecteur Intelligence binnen de politie, zegt dat gegevensverzameling op internet tegenwoordig een belangrijk onderdeel uitmaakt van het takenpakket van de politie. “Er wordt veel van ons gevraagd en daarbij hebben we een helder juridisch kader nodig”, zegt hij op de website van de politie (3). “Feitelijk wegen we steeds opnieuw af of iets wel of niet mag en wat proportioneel is, net als in het dagelijkse politiewerk.”

Saskia van Goor, programmamanager digitale vakontwikkeling Gebiedsgebonden Politie (GGP), sluit zich daarbij aan. “Uit het onderzoek blijkt dat online gegevensvergaring specialistische expertise vraagt. Meer kennis is nodig, bijvoorbeeld over wanneer een meer dan geringe inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van burgers en er sprake is van stelselmatig handelen. Het is nu bijvoorbeeld onduidelijk in hoeverre de politie aanwezig mag zijn in besloten omgevingen, zoals Telegram-groepen (4). Collega’s lopen het risico onrechtmatig te handelen.”

Inbreuk op de privacy

De politie verzamelt online informatie op basis van artikel 3 van de Politiewet. Daarin staat dat het de taak van de politie is om de openbare orde te handhaven. Het wetsartikel zegt niets over de reikwijdte ervan. In het bijzonder bij opsporingstaken kan dat problematisch zijn: wanneer zoekt een agent online gewoon naar informatie, en wanneer krijgt dit een stelselmatig karakter? In het laatste geval is er sprake van een inbreuk op de privacy (5) en persoonlijke levenssfeer van burgers.

Onderzoekers pleiten voor juridisch kader online gegevensvergaring

De onderzoekers hebben een aantal aandachtspunten geformuleerd voor de toekomst van online gegevensvergaring binnen de politie. Om te beginnen moeten er meer leidinggevenden komen die de ins and outs kennen van de digitale transformatie van de samenleving en begrijpen wat de meerwaarde of noodzaak is van online gegevensvergaring.

Ook moeten basisvaardigheden beter verankerd worden in de politieorganisatie, te beginnen in het politieonderwijs. “Wijk en web wil zeggen dat je ook fatsoenlijk moet kunnen OSINT’en. De basisvaardigheden zijn geen specialisme”, zo zegt een van de respondenten die de onderzoekers hebben geïnterviewd. Niet alleen bij politieagenten, maar ook bij rechercheurs is het belangrijk dat ze enigszins verstand hebben van online gegevensvergaring.

Om ervoor te zorgen dat online gegevensvergaring niet onrechtmatig plaatsvindt, is het noodzakelijk dat er een juridisch kader komt. “In de politiepraktijk ervaart men op dit moment onduidelijkheid ten aanzien van wat mag op basis van art. 3 Pw [Politiewet, red.] en er doen zich verschillen voor ten aanzien van hoe de grens van art. 3 Pw wordt geïnterpreteerd”, aldus de onderzoekers.

Politie legt nadruk op verdere ontwikkeling van vakgebied

Doeleman zegt dat een groot gedeelte van de aanbevelingen prioriteit heeft bij de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid. “Zo wordt er momenteel gewerkt aan een verkenning van de mogelijkheid om voor de openbare orde in online besloten groepen te kunnen kijken. Het juridisch kader en eventuele onduidelijkheden in de toepassing daarvan maken onderdeel uit van deze verkenning. Dit past in een lopende, bredere verkenning naar de bevoegdheid voor online gegevensvergaring door de politie voor de handhaving van de openbare orde. De uitkomsten van dit onderzoek helpen daarbij.”

Tot slot zegt de programmadirecteur dat online gegevensvergaring als vakgebied verder wordt ontwikkeld binnen de politie. Hiervoor wordt er nauw samengewerkt met het ministerie van Justitie en Veiligheid en andere ketenpartners.

  1. https://www.politieenwetenschap.nl/publicatie/politiewetenschap/2022/politiewerk-op-het-web-380

  2. https://www.vpngids.nl/nieuws/ruim-kwart-miljard-euro-aan-schade-door-spoofing/

  3. https://www.politie.nl/nieuws/2022/september/27/00-onduidelijkheid-over-online-gegevensvergaring.html

  4. https://www.vpngids.nl/privacy/social-media/telegram-veiligheid/

  5. https://www.vpngids.nl/privacy/

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.