Premier Mark Rutte verwijderde jarenlang dagelijks sms-berichten van zijn mobiele telefoon. Dat deed hij omdat zijn smartphone te weinig geheugen had. Daardoor kon hij slechts een handjevol berichten opslaan. Belangrijke berichten stuurde Rutte door naar zijn ambtenaren voor archivering. Dat schrijft de Volkskrant.
Dit kwam aan het licht toen het dagblad een rechtszaak had aangespannen tegen het ministerie van Algemene Zaken. De Volkskrant wilde inzage in documenten die relevant waren voor het coronabeleid. In 2020 deed de krant daarom een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
In de stukken die de krant kreeg aangeleverd, zaten alleen tekstberichten die Rutte aan zijn ambtenaren had verzonden. De sms die de burgemeester van Amsterdam Femke Halsema op 1 juni naar Rutte stuurde vanwege problemen bij een grote coronademonstratie zat er niet tussen. Dat geldt ook voor een bericht van Paul Polman, oud-topman van Unilever, over de afschaffing van de dividendbelasting.
Dat vond de Volkskrant vreemd en spande een rechtszaak aan om de onderste steen boven te krijgen.
Volgens de landsadvocaat is er eenvoudige verklaring waarom Rutte dagelijks sms-berichten van zijn telefoon verwijderde. Hij zegt dat Rutte aan “real-time-archivering” deed tijdens de coronacrisis. Ook in de daaraan voorafgaande jaren verwijderde hij naar eigen inzicht dagelijks sms-berichten. Dat deed de minister-president omdat zijn telefoon slechts ruimte had voor twintig sms-berichten.
‘Real-time archivering’ behoort nu tot het verleden. Vorige week donderdag kreeg premier Rutte een nieuw toestel met meer opslagcapaciteit. Hij hoeft daarom niet langer iedere dag zijn inbox op te schonen door berichten te wissen. De Rijksvoorlichtingsdienst laat weten dat de oude telefoon is vervangen omdat die “niet in alle landen in voldoende mate werd ondersteund”.
De Volkskrant wijst erop dat het bewust verwijderen van ‘functiegerelateerde correspondentie’ mogelijk in strijd is met de Archiefwet. Deze wet regelt het beheer van en de toegang tot overheidsarchieven. Volgens de landsadvocaat is er geen reden om aan te nemen dat door de werkwijze van de premier belangrijke berichten verloren zijn gegaan.
Dit is niet het eerste voorval waarbij de communicatie van een bewindspersoon voor commotie zorgt. In april werd duidelijk dat toenmalig minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge zijn privé e-mailadres gebruikte voor zakelijke doeleinden. Dat is omstreden omdat privéaccounts over het algemeen minder goed beveiligd zijn dan zakelijke mailadressen. Daarnaast bestaat het risico dat er relevante informatie kwijtraakt en dus niet beschikbaar is voor journalisten. De Jonge ging diep door het stof en bood zijn excuses aan in de Tweede Kamer.
De Amsterdamse burgemeester Halsema gebruikte eveneens haar eigen e-mailadres om te overleggen met ambtenaren en politici. Een woordvoerder van de gemeente zei dat Halsema dit deed, omdat ze meerdere a-mailaccounts op één e-mailapplicatie had staan en ze deze met elkaar verwarde. De burgemeester deed dit volgens de woordvoerder slechts incidenteel. Sinds begin dit jaar houdt Halsema haar privé en zakelijke accounts strikt gescheiden.
Tot slot maakte Jaap van Dissel zich hier eveneens schuldig aan, omdat het zijn werk ‘makkelijker maakte’. De directeur van het Centrum Infectiebestrijding van het RIVM en voorzitter van het Outbreak Management Team (OMT) was zich bewust van de veiligheidsrisico’s: hij was daarvoor gewaarschuwd door zijn eigen dienst. Hij verstuurde dan ook geen vertrouwelijke stukken via zijn Gmail account.