Universitair hoofddocent Privacy en Technologie aan de Radboud Universiteit, Jaap-Henk Hoepman, waarschuwt voor surveillance in de publieke sector. “Als je weet dat je overal in de gaten wordt gehouden, ga je je gedrag inperken om niet als probleemgeval te worden aangemerkt,” aldus Hoepman in een recent interview in de Volkskrant.
De krant publiceerde een artikel over de surveillancecamera’s met kunstmatige intelligentie die tijdens de Olympische Spelen in Parijs werden ingezet. De spelen zijn weliswaar afgelopen maar de camera’s blijven tot 31 maart 2025 in de Franse hoofdstad hangen. De wetgeving die de inzet van de ‘augmented’ beveiligingscamera’s mogelijk maakt, blijft tot die datum van kracht.
“Privacy zorgt ervoor dat je niet meteen wordt aangesproken op het hebben van bizarre ideeën of gedachten”, beargumenteert Hoepman. Volgens hem is dergelijke vrijheid essentieel voor de creativiteit in een samenleving. Bovendien kunnen normerende algoritmes mensen die buiten de normale kaders vallen harder raken. “Als kunstmatige intelligentie bepaalt wat afwijkend is, bepaalt die software ook wat de norm is. Wat daarvan afwijkt, is slecht.”
Ook het normaliseren van surveillance baart de hoofddocent zorgen: “Er is een permanente drang om het nóg wat veiliger te maken omdat de technologische mogelijkheden er nu eenmaal zijn. Gevolg is een steeds verstikkender samenleving, waar de overheid steeds strikter en makkelijker kan handhaven.”