Tot en met 28 maart 2025 geeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State iedereen de gelegenheid om ‘mee te denken’ in rechtszaken die gaan over rectificatieverzoeken in het kader van de Wet basisregistratie personen (brp). De Afdeling bestuursrechtspraak maakt zo gebruik van het instrument van de ‘amicus curiae’.
Op 1 juli 2021 is de Wet amicus curiae en kruisbenoemingen in werking getreden. Daarmee is in de wet vastgelegd dat de hoogste bestuursrechters in concrete rechtszaken inbreng kunnen vragen van externe ‘meedenkers’. Normaal gesproken maakt de bestuursrechter alleen gebruik van informatie die procespartijen in een concrete rechtszaak aanleveren, maar soms heeft de bestuursrechter behoefte aan meer of andere informatie. Door de inbreng van externe meedenkers kan de rechter een beter en breder zicht krijgen op de mogelijke maatschappelijke gevolgen van de beslissing die hij moet nemen en zo een beter gefundeerde uitspraak doen. Deze ‘meedenkers’ leveren daarmee een bijdrage aan de rechtsvorming.
Het gaat om vier rechtszaken die bij de Afdeling bestuursrechtspraak in procedure zijn en waarbij de gemeente een verzoek heeft geweigerd om identiteitsgegevens te wijzigen in de Basisregistratie Personen. In deze zaken speelt vooral bewijsproblematiek: wanneer zijn de overgelegde documenten voldoende om de wijziging door te kunnen voeren? De Afdeling bestuursrechtspraak heeft behoefte om een breder beeld te krijgen van deze bewijsproblematiek. In de tweede plaats spelen de gevolgen van wijzigingen die de gemeente wel en niet doorvoert. Die onttrekken zich vaak aan het zicht van de Afdeling bestuursrechtspraak, eenvoudigweg omdat de dossiers daar niet over gaan. Zij heeft daarom behoefte om een breder beeld te krijgen van die gevolgen, zodat zij beter begrijpt hoe haar oordelen over verzoeken op grond van de Wet brp kunnen ingrijpen in de levens van de mensen om wie het gaat én hoe haar uitspraken kunnen ingrijpen in de maatschappij en bestuurlijke organisatie van Nederland. De Afdeling bestuursrechtspraak zal de vier rechtszaken op dinsdag 3 juni 2025 op zitting behandelen.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft een aantal specifieke organisaties gericht uitgenodigd om schriftelijk te reageren op haar vragen, zoals de IND, het ministerie van Justitie en Veiligheid, de Sociale Verzekeringsbank, Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Nederlands Forensisch Instituut. Tot en met 28 maart 2025 wil zij daarnaast iedereen de gelegenheid bieden om schriftelijk te reageren op onderstaande vragen. Dat kan via het formulier op deze website.
Hieronder zijn de vragen opgesomd. De vragen zijn verdeeld in drie rubrieken: de bewijsproblematiek, de gevolgen van een rectificatieverzoek en de belangen van burgers. Als u wilt reageren, hoeft u zeker niet alle vragen te beantwoorden. Het staat ‘meedenkers’ vrij om te kiezen welke vragen zij wel en niet beantwoorden. Maar u moet bij uw reactie wel uw naam vermelden. Anonieme reacties worden niet meegenomen.
1.1 Welke (bewijsrechtelijke) problemen ondervinden burgers wanneer zij rectificatieverzoeken op grond van de brp doen?
1.2 Welke (bewijsrechtelijke)problemen ondervinden gemeenten wanneer burgers rectificatieverzoeken op grond van de brp doen?
1.3 Tegen welke knelpunten lopen BDOC en de Nederlandse consulaire vertegenwoordiging in het buitenland aan wanneer zij vervalsing en andere gebreken van documenten onderzoeken?
1.4 Zijn er landen waar identiteitsfraude en vervalsing van documenten vaak voorkomen? Welke gegevens zijn bekend over de betrouwbaarheid van paspoorten en notariële aktes uit het buitenland?
1.5 Is er informatie bekend over het onderzoek dat buitenlandse ambassades doen bij afgifte van een paspoort? Zijn er ambassades waarvan bekend is dat zij zonder behoorlijk onderzoek een paspoort afgeven?
In de zaken die de Afdeling voorgelegd krijgt, spelen vaak Chinese documenten een rol. Daarom stelt de Afdeling enkele vragen die specifiek over Chinese documenten gaan.
1.6 Wat is u bekend over de betrouwbaarheid van Chinese paspoorten? Kan er in de regel van worden uitgegaan dat een behoorlijk onderzoek heeft plaatsgevonden voordat het paspoort werd verstrekt en dat de identiteit van de houder daarvan is geverifieerd?
1.7 Het is de Afdeling bekend dat er problemen zijn met het vaststellen van de authenticiteit van notariële aktes uit China. Wat is u bekend over de betrouwbaarheid van gewaarmerkte kopieën opgenomen in notariële aktes in China? Heeft de toetreding tot het apostilleverdrag hier invloed op?
1.8 Wordt bij de afgifte van documenten zoals omschreven in art. 2.8, tweede lid, onder c, van de Wet brp in China onderzoek gedaan voorafgaande aan de afgifte van deze brondocumenten? Heeft de notaris in China een onderzoekplicht of de instantie van afgifte voorafgaande aan de afgifte een behoorlijk onderzoek heeft uitgevoerd?
2.1 Wat zijn de maatschappelijke en juridische gevolgen van een wijziging van de persoonsgegevens in de brp na lange tijd? Wat zijn de maatschappelijke en juridische gevolgen als een foute registratie van persoonsgegevens niet wordt gecorrigeerd?
2.2 Is er inhoudelijke afstemming tussen gemeenten over de behandeling van rectificatieverzoeken o.g.v. artikel 2.58 Wet brp? Bijvoorbeeld over de vraag aan welke eisen voldaan moet zijn om verzoeken te honoreren. Is er andere inhoudelijke afstemming tussen gemeenten over rectificatieverzoeken? Als dat niet het geval is: wat zijn de gevolgen daarvan? Ervaren gemeenten die coulanter omgaan met rectificatieverzoeken problemen? Ervaren gemeenten die strenger omgaan met rectificatieverzoeken problemen?
2.3 Indien er geen coördinatie tussen gemeenten is op dit vlak, wat zijn de gevolgen daarvan voor burgers?
2.4 Wat is er bekend over de foutmarge in de huidige brp: is er kennis over het aantal onjuiste registraties in de brp?
2.5 Als de gegevens in de brp worden gewijzigd kan dat gevolgen hebben voor eerder afgegeven documenten waarin de oude gegevens staan vermeld. Levert dat problemen op? Denk bijvoorbeeld aan problemen met diploma’s, of het rijbewijs, een eventueel huwelijk, of een kind dat is geboren en diens aktes.
2.6 Welke gevolgen voor het pensioen heeft een wijziging van de persoonsgegevens (lees: de leeftijd) in de brp na vele jaren? Kan een verzoeker financieel voordeel of nadeel hebben bij een dergelijke wijziging? Blijft premie/inleg behouden voor die persoon met andere identiteit?
2.7 Welke gevolgen voor de AOW of Kinderbijslag heeft een wijziging van de persoonsgegevens in de brp na vele jaren? Kan een verzoeker financieel voordeel of nadeel hebben bij een dergelijke wijziging?
3.1 Wat zijn de gevolgen voor burgers als aan de verzoeken om identiteitswijziging geen gevolg wordt gegeven? De Afdeling verneemt graag over de gevolgen van feitelijke aard (bijvoorbeeld: ouders in het land van herkomst niet kunnen bezoeken) en van juridische aard (bijvoorbeeld erfrechtelijk).
3.2 Wat is uw beeld van de redenen waarom buitenlandse personen soms pas na decennia verzoeken om rectificatie van hun gegevens in de brp?
3.3 Is in dat verband de correctiemogelijkheid op basis van de ‘Regeling ter afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (RANOV-regeling)’ relevant?
3.4 Zijn er indicaties dat rectificatieverzoeken met oneigenlijke bedoelingen worden gedaan? Om welke gevallen gaat het dan?