Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden gaat mogelijk de slimme camera’s die op de campus hangen opnieuw inschakelen. De privacy- en securityproblemen die voorheen bestonden, zijn volgens het bestuur verholpen. Nieuwe afspraken moeten er bovendien voor zorgen dat instellingen niet zomaar aangepast kunnen worden. De Tweede Kamer heeft zijn bedenkingen bij het voornemen.
Dat blijkt uit schriftelijke vragen (1) van Peter Kwint (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert Dijkgraaf.
In oktober 2020 besluit het College van Bestuur van de Universiteit Leiden om 371 slimme camera’s op te hangen in zeven gebouwen en acht onderwijsruimtes op de universiteitscampus. Het doel van de camera’s is om op een privacyvriendelijke manier te controleren of studenten, medewerkers en bezoekers zich aan de coronaregels houden. Verder wil het bestuur met de camera’s het aantal mensen op de campus tellen en de bezetting en benutting van de onderwijszalen optimaliseren.
Het voornemen leidde tot groot ongenoegen onder studenten. De camera’s tellen niet alleen mensen, maar kunnen tevens lengte meten, leeftijden inschatten en looproutes volgen. Bovendien maken de camera’s die het bestuur heeft laten installeren gebruik van kunstmatige intelligentie (AI). “Dat betekent dat ze op eigen houtje net iets te veel kunnen. En als je dat combineert met een slecht beveiligd netwerk, dan zijn opeens je gegevens niet meer zo veilig”, zo vertelde Joris Wiebes, de initiatiefnemer van het protest.
Een grove schending van hun privacy (2), zo vonden studenten. Daarom gingen ze in december 2021 de barricade op (3) om te protesteren. En met succes. Het College van Bestuur besloot na het protest om te stoppen met de pilot en de camera’s uit te schakelen (4). Het bestuur beloofde de evaluatie van de proef naar voren te halen en een Data Protection Impact Assessment (DPIA) te laten uitvoeren.
De gegevensbeschermingseffectbeoordeling is afgerond. Volgens het universiteitsblad Mare (5) staat er in het verslag dat de privacybezwaren die er bestaan ingeperkt kunnen worden. Eén van de nieuwe afspraken is dat de instellingen van de camera’s niet zomaar gewijzigd kunnen worden. De leverancier beheert het wachtwoord dat hiervoor nodig is.
Verder zijn er altijd twee medewerkers betrokken om eventuele aanpassingen te doen. Tevens komen er jaarlijkse audits om de privacyrisico’s in de gaten te houden en hanteren de camera’s het strengste privacyniveau. Tot slot heeft Bart Schermer, hoogleraar Recht & Technologie aan de Universiteit Leiden, het systeem onderzocht en goedgekeurd.
Er is nog een restrisico. Om technische redenen is het namelijk lastig om het systeem uit te schakelen. Dat betekent dat deze dag en nacht draait. Medewerkers die op rustige momenten in de universiteitsgebouwen aanwezig zijn, zoals schoonmakers en portiers, kunnen zodoende individueel gevolgd worden.
Martijn Ridderbos, vicevoorzitter van het College van Bestuur, is blij met de nieuwe afspraken. “Met deze maatregelen vind ik dat de privacy echt goed geborgd is. Net zo goed als alternatieve systemen, misschien nog wel beter, en we kunnen er nauwkeuriger mee meten”, zo zegt hij tegen het universiteitsblad.
De slimme camera’s gaan echter niet meteen aan: dat gebeurt op zijn vroegst pas in april. Het bestuur heeft de Universiteitsraad om advies gevraagd. Dat is het centrale medezeggenschapsorgaan dat het bestuur controleert en bestaat uit acht studentvertegenwoordigers en acht afgevaardigden van universiteitsmedewerkers. Ridderbos zegt dat het bestuur het advies zeer serieus neemt.
SP-Kamerlid Peter Kwint zet zijn vraagtekens bij het voornemen van het College van Bestuur om de slimme camera’s weer in te schakelen. In een reeks schriftelijke vragen vraagt hij aan minister Dijkgraaf van Onderwijs wat hij van dit plan vindt. Kwint vraagt zich af waarom Universiteit Leiden de camera’s mogelijk weer in gebruik neemt ondanks alle privacy- en veiligheidsrisico’s. Hij vraagt zich af hoe de privacy en veiligheid van studenten, medewerkers, schoonmakers en portiers is gegarandeerd.
De SP’er wil van de minister weten wat de onderwijsinstelling met de camerabeelden en gegevens die ze verzamelen gaat doen. Kwint vraagt zich tevens af welke bedrijven betrokken zijn bij de inzet van de camera’s en welke partijen toegang hebben tot de beelden. “Welke hogescholen of universiteiten maken gebruik van slimme camera’s, of zijn voornemens deze in te gaan zetten”, zo wil hij weten.
Het Tweede Kamerlid vraagt zich af of het inderdaad technisch gezien zo moeilijk is om het systeem iedere dag opnieuw op te starten. “Zijn er naast het genoemde restrisico nog andere restrisico’s?”, informeert Kwint. Tot slot vraagt de SP’er aan de minister of hij samen met onderwijsinstellingen en privacydeskundigen een richtlijn wil opstellen ‘om te voorkomen dat iedere instelling zelf het wiel gaat uitvinden’.
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2023Z00299&did=2023D00803
https://www.vpngids.nl/privacy/
https://www.vpngids.nl/nieuws/leidse-studenten-protesteren-tegen-slimme-cameras-op-campus/
https://www.vpngids.nl/nieuws/universiteit-utrecht-stopt-met-cameraproef-na-studentenprotest-leiden/
https://www.mareonline.nl/nieuws/slimme-cameras-gaan-weer-aan/