In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober vergelijken we in deze verkiezingsspecial de standpunten van de acht grootste partijen volgens de peilingen. In deze editie zetten we de digitaliseringsagenda’s van de SP en JA21 naast elkaar.
Disclaimer: de vergelijking is uitsluitend gebaseerd op de verkiezingsprogramma’s, niet op andere uitlatingen van partijleiders of fractieleden.
Beide partijen erkennen dat de overheid een sterkere regierol moet nemen in digitalisering, maar ze leggen verschillende accenten.
De SP pleit voor stevige publieke sturing, ondergebracht bij een speciaal Ministerie van Digitale Zaken dat burgers moet beschermen tegen de negatieve effecten van technologie. Overheidssystemen dienen volgens de SP te draaien op open source en open standaarden, terwijl publieke data uitsluitend in Nederlandse datacentra mogen worden opgeslagen. Daarnaast stelt de partij een digitaal voorzorgsprincipe voor: technologische innovaties worden pas toegelaten na een ethische en maatschappelijke toets.
JA21 deelt de wens voor meer nationale grip, maar vanuit het perspectief van digitale soevereiniteit. Nederlandse data horen volgens de partij thuis in nationale cloudoplossingen, onder Nederlandse wetgeving. Buitenlandse — met name Amerikaanse of Chinese — techbedrijven moeten worden geweerd. JA21 wil een nationale digitaliseringsstrategie waarin overheid en markt duidelijk samenwerken, met een verantwoord ministerie dat scherp toetst op effectiviteit.
Vanuit die regievraagstuk lopen de visies op AI verder uiteen.
De SP ziet kunstmatige intelligentie vooral als iets dat stevig moet worden gereguleerd. Transparantie is essentieel: het moet altijd zichtbaar zijn wat door AI is gemaakt, en AI-systemen mogen enkel worden getraind met publieke informatie. De partij verzet zich tegen geautomatiseerde besluitvorming zonder menselijke tussenkomst bij ingrijpende besluiten. Publieke alternatieven voor grote platforms moeten worden versterkt, en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) krijgt een grotere rol bij toezicht.
JA21 daarentegen bekijkt AI primair als economische motor. De partij wil toepassingen juist stimuleren — vooral in het mkb, onderwijs, zorg en Defensie. Ethiek blijft een kader, maar het hoofddoel is productiviteitsgroei. Menselijke controle blijft wel vereist: de overheid mag nooit volledig op algoritmes leunen. Ook pleit JA21 ervoor dat kennis van AI op bestuursniveau aanwezig is, zodat beleid en toezicht op voldoende deskundigheid rusten.
Waar AI gaat over innovatie en regie, draait het volgende thema om bescherming.
De SP beschouwt digitale veiligheid als een basisbehoefte. Investeringen moeten daarom vooral naar preventie en publieke regie gaan. Bedrijven worden verplicht tot streng cybersecuritybeleid, met bijzondere aandacht voor burgerrechten en toezicht op techbedrijven en platforms. Ook jongeren en andere kwetsbare groepen moeten beter beschermd worden, onder meer via toegankelijke media-educatie.
JA21 kiest hier een meer veiligheidsgerichte benadering. De partij koppelt cybersecurity aan nationale verdediging: het Defensie Cyber Commando wordt uitgebreid, en bij dreiging moet actieve tegenactie mogelijk zijn. Nederlandse bedrijven krijgen voorrang bij publieke cybersecurityprojecten. Daarnaast wil JA21 digitale weerbaarheid al op jonge leeftijd bevorderen via onderwijs en privacybewustzijn.
De nadruk op bescherming keert ook terug in de privacystandpunten, al met een ander uitgangspunt per partij.
De SP stelt dat dataminimalisatie leidend moet zijn bij zowel overheid als bedrijfsleven. Burgers moeten weten welke gegevens over hen worden gebruikt en het recht behouden om die te laten verwijderen. Handel in persoonsgegevens wordt waar mogelijk verboden, en de AP krijgt meer slagkracht. Ook gratis digitale diensten moeten dezelfde privacybescherming bieden als betaalde producten.
JA21 legt de focus juist op digitale autonomie en grondrechten. De partij wil digitale rechten verankeren in de Grondwet en voorkomen dat overheidsdata in buitenlandse handen vallen. Binnen instellingen krijgen privacywaakhonden een sterke, onafhankelijke rol. Profilering op basis van etniciteit of mentale gezondheid wordt expliciet verboden.
Tot slot verschillen de partijen in hoe ze digitalisering economisch willen benutten.
De SP ziet digitalisering vooral als maatschappelijke hefboom. Ze wil publieke alternatieven voor commerciële platforms versterken, transparantie bij algoritmes afdwingen en Big Tech streng reguleren. Daarnaast moet er een investeringsbank komen om het mkb te ondersteunen, en wordt internet beschouwd als nutsvoorziening: iedereen heeft recht op digitale of alternatieve publieke dienstverlening.
JA21 verbindt digitalisering juist aan nationale autonomie en economische groei. Een nationale investeringsbank moet innovatie stimuleren, met prioriteit voor glasvezel en regionale digitalisering. De partij benadrukt dat technologische vernieuwing alleen duurzaam is als ze begrijpelijk blijft voor burgers en past binnen de menselijke maat. De markt krijgt ruimte, mits strategische autonomie en veiligheid gewaarborgd zijn.
Dit artikel is (deels) tot stand gekomen met behulp van AI, op basis van [JA21: Juiste aanpak voor Nederland en SP: SUPERSOCIAAL!].