De Wet op de defensiegereedheid (Wodg) is een stap dichter bij invoering gekomen. De ministerraad heeft ingestemd met het wetsvoorstel, dat Defensie meer ruimte moet geven om sneller en realistischer te oefenen en te opereren. De wet gaat nu voor advies naar de Raad van State, waarna behandeling volgt in de Tweede en Eerste Kamer.

Volgens het kabinet is de wet nodig omdat de huidige regels zijn ingericht op vredestijd en Defensie daardoor onvoldoende voorbereid is op de huidige geopolitieke situatie. De oorlog in Oekraïne en de toegenomen spanningen met Rusland maken volgens het kabinet duidelijk dat de krijgsmacht beter en sneller moet kunnen trainen, ook in Nederland en in alle domeinen: op land, zee, in de lucht, digitaal en in de ruimte.
De Wodg moet procedures vereenvoudigen en verkorten. Daardoor kan Defensie bijvoorbeeld sneller schietoefeningen uitvoeren (ook ’s nachts), loopgraven aanleggen op eigen terreinen en trainen met drones. Ook moet de wet het mogelijk maken om beter gebruik te maken van moderne technologieën zoals data-analyse, sensoren en kunstmatige intelligentie, onder meer om cyberdreigingen het hoofd te bieden.
Volgens het ministerie ontbreken hiervoor nu soms duidelijke wettelijke grondslagen, waardoor Defensie achterloopt en niet altijd kan oefenen volgens het principe ‘train as you fight’.
Tegelijkertijd staat de wet al langer onder kritiek vanwege mogelijke gevolgen voor de privacy van burgers. In een eerder artikel, ‘Privacy onder druk door nieuwe defensiewet’ (september 2025), werd gewezen op zorgen dat Defensie met drones en sensoren ook onbedoeld personen of voertuigen buiten militaire terreinen kan registreren. Juist vanwege privacywetgeving worden zulke middelen nu vaak niet ingezet.
Critici vrezen dat de Wodg deze bescherming verzwakt. In het voorlopige wetsvoorstel krijgt de minister van Defensie vergaande bevoegdheden om tijdelijk af te wijken van bestaande regels, onder meer op het gebied van gegevensverwerking. Dat zou kunnen gebeuren zonder voorafgaande parlementaire goedkeuring of inspraak van burgers.
Voorstanders benadrukken dat snelheid cruciaal is in de zogeheten ‘grijze zone’ tussen vrede en oorlog. Tegenstanders waarschuwen dat noodmaatregelen dreigen te normaliseren en dat fundamentele rechten structureel onder druk kunnen komen te staan.
Volgens het kabinet is bij het aangepaste wetsvoorstel rekening gehouden met reacties uit de internetconsultatie, waaraan burgers, organisaties en medeoverheden deelnamen. Waar mogelijk zijn zorgen en suggesties verwerkt. In hoeverre dit ook de privacybezwaren voldoende adresseert, zal nu worden getoetst door de Raad van State en later door het parlement.
Met deze volgende stap wordt duidelijk dat de Wodg niet alleen een technische defensiewet is, maar ook een politieke en maatschappelijke discussie oproept over de balans tussen nationale veiligheid en burgerrechten.
