Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0

Wie is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van beelden die met cameratoezicht door de overheid in de openbare ruimte zijn gemaakt?

Autoriteit Persoonsgegevens 16 mrt 2022

Vraag & Antwoord

ANTWOORD

Bij het cameratoezicht in de openbare ruimte om de openbare orde te handhaven, spelen de gemeente en de politie beide een rol. De burgemeester beslist, samen met de gemeenteraad, over de inzet van het reguliere cameratoezicht, maar de politie is verantwoordelijk voor de verwerking van de camerabeelden. De burgemeester is daarom in politiek-bestuurlijke zin verantwoordelijk voor het cameratoezicht, maar is niet de verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden. Dat is de korpschef van de politie. Hieronder leest u waarom.

Burgemeester beslist over inzet

Gemeenten kunnen cameratoezicht inzetten om toezicht te houden op openbare plaatsen als dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde. Artikel 151c van de Gemeentewet bevat hiervoor de regels. De burgemeester beslist, samen met de gemeenteraad, in welke gevallen, waar en hoe lang cameratoezicht wordt ingezet. Als u het niet eens bent met het besluit om op een bepaalde plaats toezichtscamera’s te plaatsen, dan kunt u bezwaar maken tegen dit besluit van de burgemeester.

Camerabeelden zijn politiegegevens

Volgens de Gemeentewet valt de verwerking van de camerabeelden onder de Wet politiegegevens. Dit betekent dat de camerabeelden politiegegevens zijn.

Verwerking van politiegegevens

Hoewel de burgemeester beslist over de inzet van het reguliere cameratoezicht op grond van artikel 151c van de Gemeentewet, is hij niet de verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden. Wie voor de verwerking van politiegegevens de verwerkingsverantwoordelijke is, staat in de Wet politiegegevens. In dit geval is dat de korpschef van de politie. Dat de verwerking van de camerabeelden onder de Wet politiegegevens valt, betekent ook dat die verwerking aan de eisen van de Wet politiegegevens moet voldoen. Bijvoorbeeld dat de politie een data protection impact assessment (DPIA) moet opstellen voordat met de verwerking van de camerabeelden wordt begonnen.
De politie mag de camerabeelden bekijken en gebruiken voor de handhaving van de openbare orde. Bijvoorbeeld om onveilige situaties of regelmatige wanordelijkheden tegen te gaan. Als er op de camerabeelden incidenten zijn vastgelegd, zoals een vechtpartij, mag de politie de camerabeelden ook gebruiken om de daders van strafbare feiten op te sporen.

Incidenteel cameratoezicht door politie: camerabeelden ook politiegegevens

De politie kan ook incidenteel cameratoezicht inzetten op grond van artikel 3 van de Politiewet als daarvoor een concrete aanleiding bestaat en het noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde.
Bijvoorbeeld bij onvoorziene ordeverstoringen of (de vrees voor) ordeverstoringen van tijdelijke aard, zoals een risicowedstrijd in het betaalde voetbal, bij (dreigende) rellen, bij evenementen of bij demonstraties.
Ook bij dit incidentele cameratoezicht valt de verwerking van de camerabeelden onder de Wet politiegegevens. De korpschef van de politie is de verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de camerabeelden (politiegegevens), en de verwerking moet voldoen aan de eisen van de Wet politiegegevens.

Korpschef is verwerkingsverantwoordelijke

De Gemeentewet bepaalt dat de beelden uit cameratoezicht op openbare plaatsen politiegegevens zijn die onder de Wet politiegegevens vallen en door de politie worden verwerkt. De Wet politiegegevens bepaalt dat de korpschef van de politie de verwerkingsverantwoordelijke is voor de verwerking van de camerabeelden.
De korpschef is namelijk bij wet aangewezen als verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van politiegegevens bij de politie. Doordat de wetgever heeft bepaald wie verwerkingsverantwoordelijke is voor de verwerking van politiegegevens bij de politie, doet het niet meer ter zake wie in de praktijk het doel van en de middelen voor de verwerking heeft bepaald.
De korpschef van de politie is er daarom voor verantwoordelijk dat de verwerking van de camerabeelden voldoet aan alle vereisten van de Wet politiegegevens. Hij moet dat ook kunnen aantonen.

Verstrekking van camerabeelden

De politie mag de camerabeelden alleen verstrekken als dit op grond van de Wet politiegegevens is toegestaan. De gemeente heeft dus niet zomaar toegang tot de camerabeelden en de politie moet hierop toezien.

Uitvoeren DPIA

Dat de korpschef de verwerkingsverantwoordelijke is, betekent ook dat hij verantwoordelijk is voor het uitvoeren van een DPIA. Dit moet gebeuren voordat met het cameratoezicht en dus met de verwerking van de camerabeelden wordt gestart. Omdat de burgemeester bij regulier cameratoezicht onder andere beslist over de plaats van het cameratoezicht en de duur, ligt het voor de hand dat de korpschef de burgemeester betrekt bij het uitvoeren van de DPIA.

Afspraken met de gemeente

Ook ligt het voor de hand dat de politie en de gemeente nauw contact hebben over de uitvoering van het cameratoezicht. Bijvoorbeeld over het informeren van burgers. Op grond van de Gemeentewet moet de gemeente duidelijk aangeven waar camera’s hangen. De politie moet op grond van de Wet politiegegevens betrokkenen informeren over de verwerking van politiegegevens (de camerabeelden) en over hun privacyrechten. Denk aan het inzagerecht.