Paul Blokhuis, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is niet van plan actie te ondernemen tegen de Parnassia Groep. Dit stelt de staatssecretaris in zijn antwoord op Kamervragen van SP Kamerlid Nina Kooiman over het bericht dat de GGZ-instelling ROM-gegevens deelt met Stichting Benchmark GGZ, zonder hier expliciet toestemming voor te vragen bij de patiënten om wiens gegevens het gaat.
Volgens de staatsecretaris is het nog maar de vraag of ROM-gegevens onder persoonsgegevens vallen zoals omschreven in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De Autoriteit Persoonsgegvens (AP) onderzoekt dit momenteel. Tot het AP uitspraak doet adviseert de staatssecretaris wel om voor de zekerheid met expliciete toestemming van de patiënt te werken. Parnassia Groep volgt volgens de staatsecretaris zijn advies: “Patiënten ontvangen een brief met uitleg over de ROM. Voorts is er informatie beschikbaar op de website van Parnassia Groep. Daarnaast bespreekt de behandelaar de werkwijze en het doel van de ROM met zijn patiënten. Hierbij staat het iedere patiënt vrij om niet deel te nemen aan ROM.”
Blokhuis wijs er tevens op dat het niet aan hem maar aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is om partijen als Parnassia - indien nodig - tot de orde te roepen. Het AP is toezichthouder op het gebied van privacy. Om die reden is de staatssecretaris ook niet van plan om een groter onderzoek naar het delen van ROM-gegevens te starten.
ROM (Routine Outcome Monitoring) is een methodiek voor het structureel en veelvuldig meten van de toestand van een patiënt, met het oog op evaluatie en behandeling. Gegevens die hierbij worden behandeld worden ROM-gegeens genoemd. Parnassia Groep deelt ROM-gegevens om zorg voor patiënten met een psychische stoornis te verbeteren. Meten en vergelijken helpt om resultaten van behandelingen inzichtelijk te maken, volgens de GGZ-instelling.
Klik hier om alle antwoorden op de Kamervragen te bekijken.