Digitale media zijn niet meer weg te denken uit het leven van jongeren. En hoewel het soms lijkt alsof iedereen toegang heeft, liet de coronapandemie zien dat dit niet het geval was. Toen bleek dat bijvoorbeeld lang niet elk kind toegang had tot een (eigen) laptop om online onderwijs op te volgen. Hoe zorg je dan dat kinderen dezelfde kansen krijgen om zich te ontwikkelen? Op die vraag wil hoogleraar Liesbeth Kester samen met collega’s van andere kennisinstellingen en partners uit het veld, een antwoord vinden. Ze kreeg van NWO een subsidie van bijna drie miljoen euro om haar onderzoek samen met het consortium uit te voeren.
Jongeren, hun ouders, leerkrachten en andere begeleiders maken veel gebruik van de nieuwe mogelijkheden zoals sociale media en games, maar ook digitale leermiddelen en volgsystemen. Digitalisering lijkt grenzen tussen thuis, school en sociale omgeving te vervagen. Maar welke invloed heeft dat op de ontwikkeling van kinderen? Om de kansen en bedreigingen in kaart te brengen, is het NWA-programma programma ‘Jeugd en digitalisering – impact op identiteitsontwikkeling, relaties en kansengelijkheid’ in het leven geroepen (1). Het programma heeft als doel om handelingsperspectieven te ontwikkelen om de kansen van digitalisering te benutten en de negatieve impact te reduceren. De Utrechtse hoogleraar Liesbeth Kester is de eerste die een subsidie krijgt vanuit het programma, en deze ronde ook de enige (2).
‘Doordat we jongeren, hun ouders, leerkrachten en andere begeleiders gedurende het hele onderzoek nauw betrekken, vergroten we de kans dat ons onderzoek het verschil gaat maken’ - Liesbeth Kester.
“Het is geweldig dat we met ons consortium de mogelijkheid krijgen bij te dragen aan een oplossing voor het maatschappelijk vraagstuk: kansenongelijkheid", aldus Kester. "Door te kijken naar de bewegingen van onze jeugd in het medialandschap dat hen omringt, thuis, op school en in de buurt, proberen we erachter te komen welke impact de digitale media in dit landschap hebben op hun ontwikkeling en kansen."
In het consortium dat Kester leidt werkt ze samen met bijna twintig partners; van de Universiteit Twente tot het Centrum Jeugd en Gezin. Het doel daarvan is om een brug te slaan tussen de wetenschap en de maatschappij, zodat samen antwoord wordt gevonden op maatschappelijke vraagstukken.
"Deze brede benadering van de impact van digitale media is uniek aan ons voorstel, net als onze kennisketenbrede aanpak. Hiermee bedoel ik dat fundamentele onderzoekers samenwerken met praktijkgerichte onderzoekers en dat de jeugd, hun ouders, leerkrachten en andere begeleiders gedurende het hele onderzoek nauw betrokken zijn. Dit verhoogt de kans aanzienlijk dat ons onderzoek verschil gaat maken.”
Vanuit de Universiteit Utrecht zijn ook universitair docenten Ina Koning (3) en Helen Vossen (4) betrokken bij het onderzoek.
https://www.nwo.nl/onderzoeksprogrammas/nationale-wetenschapsagenda-nwa/thematische-programmering-nwa/jeugd-en
https://www.uu.nl/medewerkers/LKester1
https://www.uu.nl/medewerkers/IMKoning
https://www.uu.nl/medewerkers/HGMVossen