De Federal Communications Commission (FCC) heeft de intentie om zo’n 200 miljoen dollar aan boetes voor te stellen tegen vier grote telecombedrijven in de VS. Dit stelt The New York Times naar aanleiding van communicatie die zij hadden met drie stakeholders in de zaak.
Het bedrag is niet definitief vastgesteld, en de bedrijven, AT&T, Sprint, T-Mobile en Verizon, zullen de kans krijgen om te reageren en zichzelf te verdedigen tegen dit boetevoorstel.
De verkoop van gegevens was de drijfveer achter de boetes, die tientallen miljoenen dollars zouden bedragen voor elk van de vier bedrijven. De FCC beboet bedrijven op basis van het aantal dagen dat de praktijk voortduurt. Senator Ron Wyden, die eerst zorgen over het delen van gegevens uitsprak en herhaaldelijk de bedrijven en de FCC over de kwestie heeft ondervraagd, zei in een verklaring over dat de boetes “komisch ontoereikend” waren om toekomstige privacyschendingen af te schrikken.
Omdat het miljoenen mensen betreft, en details over hun leven kan onthullen, is de handel in locatiegegevens naar voren gekomen als een zeer gevoelige privacy kwestie. Jessica Rosenworcel, commissaris bij de FCC, gaf vorige maand al aan in een verklaring: “Het brengt de veiligheid en privacy van elke Amerikaan met een draadloze telefoon in gevaar”. De verkoop van de gegevens gebeurt regelmatig, maar het betreft vooral technologiebedrijven en niet de telecommunicatiesector. Deze sector is echter onderworpen aan strengere wetten die de privacy van klanten beschermen.
Wat het verdere vervolg is, is nog onbekend.