De CTIVD heeft vandaag een zorgbrief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin zij aandacht vraagt voor haar oordeel over bepaalde ontwikkelingen en activiteiten van de Algemene en Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (AIVD en MIVD) in het kader van publiek-private samenwerkingen op het terrein van cyberveiligheid die wij als onrechtmatig hebben beoordeeld.
De CTIVD is van oordeel dat een wettelijke grondslag voor deze specifieke samenwerkingen ontbreekt.
De CTIVD betwist niet dat een noodzaak kan bestaan voor deze publiek-private samenwerkingen. Het probleem zit erin dat de afzonderlijke bepalingen uit de Wiv 2017 die zijn gekozen als grondslag onvoldoende waarborgen bieden. In het kader van deze publiek-private samenwerkingen in het cyberdomein vindt het ontvangen en verstrekken van gegevens op regelmatige basis plaats en dienen die daarom in onderlinge samenhang te worden beschouwd. Er bestaan aanzienlijke risico’s bij dit type samenwerkingen en bij de partijen met wie wordt samengewerkt. Zo dienen deze partijen andere belangen dan nationale veiligheid en ontbreekt toezicht op wat deze private partijen met de verkregen gegevens doen. Daarom vindt de CTIVD het van groot belang dat wordt voorzien in een regeling die recht doet aan deze samenwerkingen met daarin de juiste waarborgen. De afzonderlijke bepalingen van artikel 39 en artikel 62 Wiv 2017 voorzien hier niet in.
De enige mogelijkheid op grond van de huidige wet is gelegen in het opstellen van een Algemene Maatregel van Bestuur op grond van artikel 96 Wiv 2017. Hoewel wij de diensten en de ministers hier al sinds december 2023 op wijzen, is dit tot op heden nog niet gerealiseerd. De diensten en ministers wijzen het onrechtmatigheidsoordeel van de CTIVD af en vinden dat de gekozen grondslag wel volstaat. Vanwege deze zorgwekkende situatie heeft de CTIVD besloten deze situatie onder de aandacht van de Tweede Kamer te brengen.
De CTIVD heeft tegelijkertijd ook een gerubriceerde brief over dit onderwerp aan de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer gestuurd.
De ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie hebben een gezamenlijke reactie op de brief van de CTIVD naar de Tweede Kamer gezonden.