De Nederlandse politie werkt al jaren samen met honderdduizenden particulieren en bedrijven bij het oplossen van misdrijven. Ze heeft namelijk een register, genaamd Camera in Beeld, waar particulieren en bedrijven hun camera’s kunnen registreren als ze de politie willen helpen. Zo zijn talloze camera’s in Nederland vindbaar via het register en kunnen misdrijven sneller worden opgelost. Handig, maar het brengt ook risico’s met zich mee.

We schreven eerder al over de slimme deurbelcamera. Net zoals bij de deurbelcamera filmen de meeste camera’s die zijn aangesloten bij de samenwerking Camera in Beeld niet alleen het eigen terrein. De overgrote meerderheid filmt de openbare ruimte, waardoor er een netwerk is ontstaan van ongeveer 300.000 particuliere camera’s die de openbare ruimte filmen.[1] Wie op straat rondloopt, kan onbewust door tientallen camera’s worden vastgelegd – vaak door buurtgenoten die hun huis willen beveiligen en hopen de buurt een stukje veiliger te maken. En met een beetje pech betekent dit dat je iedere keer als je thuiskomt of weggaat op de camera van de buurman staat.
Het gemak waarmee een particulier te enthousiast de openbare ruimte kan filmen, is enorm. En dat terwijl, wanneer de gemeente of politie zelf wil filmen, er terecht strenge voorwaarden gelden. Cameratoezicht moet bekend worden gemaakt en de noodzaak moet onderbouwd worden: het mag alleen als er geen andere alternatieven mogelijk zijn. Ook moet er sprake zijn van overlast of criminaliteit die niet op een andere manier kan worden aangepakt. Het is daarnaast altijd tijdelijk en alleen de politie mag de beelden bekijken.[2] Dat betekent dat je kunt weten waar je gefilmd wordt en de mogelijkheid hebt om navraag te doen of dit volgens de regels gebeurt. Mocht het een te grote inbreuk op je privacy vormen, dan kan je naar de rechter stappen.
Als de buurman een camera ophangt, ligt dat anders. Cameratoezicht moet officieel kenbaar worden gemaakt, maar in de praktijk gebeurt dat lang niet altijd. Zelfs met een bordje dat er cameratoezicht plaatsvindt, is het voor de voorbijganger niet in te schatten of ook de openbare weg wordt gefilmd. Van buiten is immers lastig te zien wat het gezichtsveld is, of de camera altijd aanstaat, of bijvoorbeeld pas werkt zodra er wordt aangebeld of iemand op het terrein komt. Met andere woorden: je weet vaak niet dat je gefilmd wordt en al helemaal niet hoe.
Ook is het maar de vraag of de buurman zich aan de regels houdt. Camerabeelden mogen namelijk niet te lang worden bewaard en er mag alleen gefilmd worden als dat echt niet anders kan. Gezichtsherkenning is bovendien verboden. De politie heeft recent delen van de Camera in Beeld dataset openbaar gemaakt, en daaruit blijkt dat niet iedereen zich aan de regels houdt.[3]
We zien bovendien regelmatig dat beelden herkenbaar worden gedeeld. Wat denk je van de opnames van dat groepje jongeren dat overlast veroorzaakt en in de buurtapp verschijnt? Of van die pakketbezorger die na het aanbellen direct in de auto stapt en op Dumpert of YouTube belandt? Zouden deze personen toestemming hebben gegeven voor herkenbare publicatie?
En om eerlijk te zijn: de overmaat aan cameratoezicht komt de politie eigenlijk goed uit. Hoe langer beelden bewaard worden en hoe meer er wordt vastgelegd, hoe groter de kans dat er bij een misdrijf bruikbare beelden zijn. Het gebrek aan kennis en interesse in privacy wordt door de politie dankbaar gebruikt om het werk makkelijker te maken. Sterker nog: de politie moedigt cameratoezicht actief aan en geeft op de politiewebsite ook instructies om de camerabeelden zo bruikbaar mogelijk te laten zijn.[4]
Daardoor ontstaat een gevaarlijke situatie: een vorm van surveillance zonder wettelijke basis. De politie maakt handig gebruik van een grijs gebied: zij filmt immers niet zelf, maar weet precies waar particuliere camera’s hangen en hoe ze beelden kan opvragen. Zo wordt een publieke taak – toezicht houden in de openbare ruimte – uitbesteed aan particulieren, zonder de waarborgen die normaal gelden. Er wordt een truc toegepast: de regels voor overheidscameratoezicht worden omzeild, terwijl het resultaat hetzelfde is.
Voor de gewone burger is dat nauwelijks te doorzien. Het toezicht is niet kenbaar, er is geen bordje van de gemeente of besluit van de burgemeester, en niemand weet of en hoe vaak beelden worden opgevraagd. Zo ontstaat grootschalige, onzichtbare surveillance, met alle beveiligingsrisico’s van dien. De beelden van goedbedoelende burgers worden een honeypot voor politie, inlichtingendiensten, hackers en kwaadwillenden. En ondertussen legitimeert het systeem misstanden bij particulieren die zonder toezicht grenzeloos filmen. Wat begon als een handig hulpmiddel om misdrijven op te lossen, dreigt zo een structurele inperking van onze vrijheid te worden zonder dat daar een wettelijke basis voor is.
[4] https://www.politie.nl/informatie/wat-is-camera-in-beeld.html

