Driekwart van alle leergegevens van Nederlandse studenten zijn opgeslagen in een clouddienst van Microsoft of Amazon. Dat blijkt uit onderzoek van de TU Delft, het Max-Planck-Instituut en de Technische Universiteit in Wenen.
Tobias Fiebig, Seda Gürses en Martina Lindorfer bestudeerden het cloudgebruik van universiteiten in verschillende landen vanaf 2015. De titel van het onderzoek luidt: Heads in the Clouds: Measuring the Implications of Universities Migrating to Public Clouds (1). Nederlandse universiteiten blijken eerder voor publiek cloudproviders te kiezen. Duitse en Franse onderwijsinstellingen gebruiken daarentegen eigen oplossingen. In 2015 stond slechts een kwart van de Nederlandse studentgegevens in de cloud. Inmiddels is dat opgelopen naar 75 procent. Het betreft zowel studieprestaties en persoonsgegevens als onderzoeksgegevens en digitale lessystemen.
“Universiteiten moeten weloverwogen beslissingen nemen over de softwarebedrijven waarmee ze samenwerken. Door technische, financiële en bestuurlijke afhankelijkheden kan de manier waarop onderwijs gegeven wordt veranderen. Daar maak ik me zorgen over”, vertelt Gürses tegenover het journalistieke platform Delta van de TU Delft. Volgens haar bestaat het risico dat de universiteiten de gegevens van studenten en onderzoekers doorgeven aan de tech-industrie: “Het betekent ook dat we onze studenten in de armen van de technologiereuzen drijven. Zij zullen niet vertrouwd raken met andere systemen.”
De Universiteiten van Nederland (UNL) hebben laten weten dat de academische waarden in contracten met techbedrijven zijn vastgelegd. Onderzoeker Fiebig vindt dit echter naïef: “De techbedrijven zeggen in feite: we beloven geen misbruik van jou te maken, zolang je maar in een positie komt waar je niet kunt weigeren als we dat wel doen.” Hij voegt eraan toe dat het geld dat Nederlandse universiteiten aan Amerikaanse techreuzen besteden ook ingezet kan worden om zelf oplossingen te ontwikkelen.
https://arxiv.org/pdf/2104.09462.pdf