Met slimme mobiliteit helpt de provincie Noord-Holland de verkeersoperatie rond de Formule 1-race in Zandvoort (25-27 augustus) in goede banen te leiden.
De uitdaging is groot, omdat de Grand Prix in hetzelfde weekend plaatsvindt als dancefestival Mysteryland. Dit betekent dat er per dag ruim 100.000 racefans in Zandvoort zijn en Vijfhuizen dagelijks 30.000 (vrijdag) tot 50.000 (zaterdag & zondag) feestvierders over de vloer heeft. Een logistieke puzzel, want het circuit en het festivalterrein liggen hemelsbreed amper 18 kilometer uit elkaar. Op die ‘postzegel’ moeten samenwerkende partijen zorgen dat inwoners, weggebruikers en bezoekers zo min mogelijk overlast ervaren. Hoe doen ze dat?
Volgens verkeersmanager Myrte Neele van de provincie Noord-Holland zijn 3 zaken cruciaal: een glashelder mobiliteitsplan, slimme verkeerssystemen en data. Het plan is de basis én de baas. Voor de Formule 1-race stelde organisator Dutch Grand Prix (DGP) deze aanpak op met informatie van onder meer de provincies Noord- en Zuid-Holland, het Rijk, gemeenten, NS, ProRail, Connexxion en PWN. Doelen: bezoekers veilig, slim en snel van en naar het circuit loodsen, zorgen dat het evenemententerrein vrij van verkeer en gevaar blijft en garanderen dat bewoners, ondernemers en hulpdiensten in Zandvoort en omliggende gebieden kunnen komen.
Neele: “De organisatie staat voor een fantastisch evenement en de provincie staat voor een fantastische doorstroming daarbuiten; zowel voor bezoekers als voor inwoners die op de koffie willen bij oma.” Toeschouwers worden aangemoedigd om zo duurzaam mogelijk naar Zandvoort te reizen: lopend, fietsend of met het openbaar vervoer of touringcar. Met succes. Vorig jaar kwam 42% van bezoekers met het ov, 37% met de fiets en 10% per touringcar.
In het raceweekend rijdt iedere 5 minuten een trein tussen Amsterdam Centraal en Zandvoort. Zo vervoert NS 10.000 Formule 1-bezoekers per uur. Daarnaast rijden buslijnen 300 en 356, die normaal Haarlem als eindbestemming hebben, door naar het circuit.
Om de bezoekersstromen te stroomlijnen, zet de provincie slim verkeersmanagement in. Vanuit het mobiliteitscentrum op het circuit wordt elk uur de verkeerssituatie rondom Zandvoort gepeild. Hiervoor leveren alle samenwerkende organisaties data aan. Zo zetten slimme camera’s langs de fietspaden voorbijgangers meteen om in cijfers. Omdat alleen de aantallen passerende (brom)fietsers tellen, worden de beelden niet opgeslagen.
“Verder heeft DGP contact met de mensen bij de parkeerplaatsen, fietsenstallingen en het openbaar vervoer”, aldus Neele, die op het circuit nauw samenwerkt met een collega van de verkeerscentrale. “Met die informatie kunnen we groentijden van fietsverkeerslichten aanpassen.”
Camera’s en weginspecteurs zijn de ogen op de route. Vanwege het drukke weekend zijn het er dit jaar meer. De weginspecteurs van de provincie werken ook ‘s nachts. “In tegenstelling tot de organisatie zijn zij bevoegd om na een ongeval of na de uitstroom de weg vrij te geven”, zegt Neele. “Ook volgen zij continu wat er op onze wegen gebeurt en of de verkeerscentrale daar iets mee moet. Omdat de provincie dat weekend door wegafsluitingen minder wegen beschikbaar heeft, willen we snel handelen bij verstoringen. Daarvoor staan onze weginspecteurs nu ook de hele nacht paraat.”
Overdag worden fietsers naar Zandvoort beter gemonitord; vooral de stroom vanuit Hoofddorp die Heemstede inkomt bij de Herenweg en de Leidsevaart. Volgens Neele moest daar vorig jaar geregeld een weginspecteur naartoe om te zien of alles goed ging. “We willen nu permanent zicht op kritieke plekken, zodat we meer grip hebben. Bij de meeste verkeerslichten hangen standaard camera’s, maar op sommige locaties zijn deze speciaal geplaatst voor deze fietsstroom. Als veel mensen op hetzelfde moment ergens zijn, willen we sneller groentijden kunnen aanpassen.”
Wat helpt, is dat historische data zorgt voor betrouwbare voorspellingen. Neele: “Omdat we deze evenementen vaker hebben gedaan, weten we wanneer welke bezoekersstromen op gang komen. We weten dat heel veel mensen ’s ochtends naar het circuit reizen, en gedurende de dag heel veel mensen naar Mysteryland. In theorie moet dat goed gaan. Wanneer de Mysteryland-instroom begint, zitten de meeste Formule 1-fans waarschijnlijk al op het circuit.”
Afhankelijk van de drukte en doorstroming bepalen de provinciecollega’s welke weggebruikers specifieke informatie krijgen: festivalgangers of circuitbezoekers. Slimme mobiliteit speelt daarbij een rol. Zo ontvangen weggebruikers die naar Mysteryland gaan live verkeersupdates via hun navigatie. Een vernieuwing. “Voorheen hadden we alleen informatieborden langs de weg; nu kunnen we mensen ook in de auto bereiken.”
Dat biedt extra mogelijkheden als het nodig is, want onvoorziene omstandigheden maken het werk spannend volgens de verkeersmanager. “Wat doen bezoekers bijvoorbeeld bij slecht weer? De tribunes op het circuit zijn grotendeels onoverdekt. Zorgt dat in een regenweekend voor andere situaties? Op die vraag hebben we na 2 racejaren nog geen antwoord. Ook weten we niet hoeveel toeristen er straks zijn en wat dat betekent. In de regio’s Noord en Zuid is het dan nog zomervakantie.”
Toch vindt Neele onwetendheid geen nadeel. Omdat de provincie óók daarvan leert. “Zo kunnen we de bereikbaarheid bij evenementen blijven optimaliseren. Juist omdat elk jaar anders is, leren we veel. Bij de eerste race waren vanwege corona niet alle bezoekers welkom, bij de tweede was het vol en bij de derde is er in hetzelfde weekend een groot festival om de hoek. Maar juist dat maakt het zo leuk. Je voelt hoe je als wegbeheerder van toegevoegde waarde kunt zijn in een drukke regio. Als het goed is, wordt het ook nu weer een feestje voor bezoekers en een normale dag voor weggebruikers.”
Bekijk de workshop Cameratoezicht & Privacy