Meer dan de helft van de Nederlanders denkt dat het onmogelijk is dataprivacy te garanderen. Ongeveer één op de drie meent bovendien dat hij geen controle heeft over zijn privégegevens. Met name op de werkvloer vinden medewerkers het niet prettig om persoonlijke informatie prijs te geven.
Dat blijkt uit de nieuwste editie van de Unisys Security Index, het langstlopende wereldwijd onderzoek naar de bezorgdheid van consumenten over beveiliging en privacy. Het onderzoek vond afgelopen jaar plaats onder ruim 11.000 consumenten uit 11 landen, waaronder duizend Nederlanders.
Door de coronapandemie werken steeds meer Nederlanders van huis uit. Dat heeft een positieve uitwerking op de verkeersproblematiek en uitstoot van stik- en fijnstof, maar kent ook een keerzijde. Met grote regelmaat horen we verhalen over cyberaanvallen, datalekken en DDoS-aanvallen. Steeds meer Nederlanders zijn zich bewust van en maken zich zorgen over hun online privacy. Dat is goed terug te zien in de resultaten van het onderzoek.
Onderzoekers vroegen aan respondenten hoe zij zich voelen als hen gevraagd om persoonlijke data te delen. Uit de peiling blijkt dat Nederlanders erg terughoudend daarin zijn. Drie op de tien ondervraagden (29 procent) vindt dat ze weinig tot geen controle hebben over hun persoonlijke gegevens. Deze groep maakt zich dan ook grote zorgen over hun internetveiligheid: ze denken dat er een reële kans is dat ze het slachtoffer worden van identiteitsdiefstal (38 procent), virussen en hackaanvallen (38 procent).
Zeven op de tien respondenten (71 procent) zegt terughoudend te zijn als ze een e-mail of sms-bericht van een onbekende ontvangen. Zij openen daarom niet zomaar een bijlage en tikken ook niet op URL’s. Nederlanders geven dus aan erg voorzichtig om te springen met verdachte berichten. Dat is een goed teken. Tegelijkertijd zegt driekwart (77 procent) dat ze geen idee hebben met welke instanties en organisaties ze contact moeten opnemen als ze onverhoopt toch het slachtoffer zijn van phishing of sim swapping. Het antwoord op die vraag vind je in ons artikel ‘Ik ben gehackt: wat nu?’.
Ook op de werkvloer leven privacyzorgen. Bijna driekwart van de ondervraagden (73 procent) vindt het niet fijn als biometrische gegevens (zoals een vingerafdruk) voor verificatiedoeleinden worden opgeslagen in een centrale database bij een commerciële partij. Bij de overheid of een bank liggen de percentages net iets lager, respectievelijk 65 procent en 64 procent. Een meerderheid van de Nederlanders (58 procent) staat het liefst geen vingerafdruk, irisscan of gezichtsprofiel af aan zijn baas, ook niet als het voor verificatiedoeleinden is.
Eén op de drie respondenten (33 procent) zegt het niet prettig te vinden als ze tijdens het thuiswerken, op wat voor manier dan ook, op afstand gemonitord worden door hun werkgever. Het leeuwendeel van de werknemers lijkt er dus begrip voor te hebben. Echter, monitoring door software als een keylogger gaat de meesten (73 procent) een stap te ver.
Al met al denkt ruim de helft van de Nederlanders (55 procent) dat dataprivacy een fabeltje is.
Jeroen Zonnenberg, Team Lead Security Consulting bij Unisys, zegt dat dit geen toeval is. “We leven in een bijna volledig gedigitaliseerde wereld, waardoor er een directe link bestaat tussen persoonlijke veiligheid en internetveiligheid. Steeds meer mensen en organisaties hebben last van hacks, virussen of ransomware-aanvallen, waarbij (persoonlijke) data wordt misbruikt of gestolen. Mijns inziens is het daarom terecht dat de zorgen hierover stijgen.”
Dat heeft er volgens Zonnenberg voor gezorgd dat het bewustzijn van Nederlanders over internetveiligheid en online privacy de laatste jaren een vlucht heeft genomen. Dat ziet hij als een positieve trend en een eerste stap om het gevaar van digitale dreigingen te verkleinen. Wel valt er volgens Zonnenberg nog een wereld te winnen.
“Er is behoefte aan meer transparantie en informatie over dit onderwerp. Een goed beveiligde, centrale dataopslag verkleint de kans op privacyinbreuken, zorgt ervoor dat data minder versnipperd wordt opgeslagen en vermindert de kans om slachtoffer te worden van hackaanvallen. Als werkgever is het daarom zaak om hier open en eerlijk over te communiceren en personeel uit te rusten met de juiste tools waarmee ze over een werkplek beschikken die veilig is én maximale productiviteit mogelijk maakt.”
