Uitgerekend op Valentijnsdag, een commerciële dag bij uitstek, is in het nieuws dat de Autoriteit Consument en Markt (de ‘ACM’), onderzoek doet naar bol.com (1). Of eigenlijk, alleen naar bol, nu het bedrijf heeft aangegeven de .com niet meer te gebruiken.
Bol heeft een van de grootste online platforms in Nederland. Waar het vroeger zo was dat bol al haar spullen zelf verkocht, is het platform tegenwoordig een soort marktplaats. Iedereen die dat wil kan (volgens de voorwaarden van bol), producten te koop aanbieden op het platform. Dit is zowel voor bol als voor de handelaren voordelig. Er is immers sprake van een groter aanbod en een groter bereik.
Kennelijk zijn niet alle handelaren even tevreden. Uit het persbericht van de ACM blijkt namelijk dat meerdere partijen hebben geklaagd over bol. Het aanbod van deze partijen zou minder goed zichtbaar zijn dan de aanbiedingen van bol of geselecteerde partners, zelfs bij gunstiger prijzen of kwaliteit. Bol zou dus producten van zichzelf of van bepaalde ondernemers voortrekken. Daarnaast zou bol data die zij via het online platform heeft verkregen, gebruiken om de eigen positie op het platform te versterken, zonder toestemming van de handelaren.
Dit zijn natuurlijk meldingen van andere partijen. Ook voor bol geldt dat zij onschuldig is, totdat het tegendeel is bewezen. Kennelijk zijn de meldingen voor de ACM echter wel van een zodanige aard dat zij een officieel onderzoek is gestart.
ACM is als toezichthouder belast met het toezicht op de vrije mededinging binnen Nederland. Anders gezegd, de ACM zorgt ervoor dat er geen oneerlijke concurrentie plaatsvindt.
Als zou blijken dat de aantijgingen tegen bol kloppen, dan beperkt dat de vrije mededinging. Immers, consumenten krijgen dan niet (of slecht) de producten met de laagste prijs, of de beste prijs/kwaliteit verhouding te zien. Zij kopen dan dus mogelijk duurdere producten dan het geval zou zijn als de producten van deze handelaren wel goed zichtbaar waren.
Juridisch gezien (1) wordt dit aangeduid als misbruik van een economische machtspositie. Het is voor een bedrijf niet verboden om een economische machtspositie te hebben. Ook een monopolie mag bestaan. Wat niet mag, is daarvan misbruik maken. Bijvoorbeeld door als platform producten van andere partijen minder goed vindbaar te laten zijn dan de eigen producten, of de producten van voorkeursleveranciers.
Of echt sprake zal zijn van misbruik van een economische machtspositie, of wellicht een ‘kleinere’ overtreding, is op dit moment lastig te zeggen. Bol geeft zelf aan volledig mee te werken met de ACM, waartoe zij overigens ook wettelijk verplicht is. Zelfs al zou de ACM vaststellen dat de klachten gegrond zijn, dan krijgt bol ook nog de mogelijkheid om zich te verweren. Mogelijk zijn er goede verklaringen voor de klachten.
Desalniettemin zal bol hier niet blij mee zijn. Het is immers negatieve publiciteit. Bovendien zijn veel online platforms sowieso al vaak verdacht, getuige ook de diverse juridische procedures tegen onder meer Google. Bol probeert zelf altijd als ‘positief’ merk gezien te worden en daar kan het een onderzoek als dit natuurlijk niet bij gebruiken.
In het meest ongunstige scenario voor bol kunnen er boetes worden opgelegd door de ACM en zouden de handelaren op het platform hun geleden schade kunnen proberen te verhalen. Zelfs claims van consumenten voor misleiding en te hoge prijzen zijn niet uitgesloten. Een en ander zal sterk afhangen van de uitkomsten van het onderzoek en de reactie van bol.
ACM geeft zelf aan (2) meer controles te gaan uitvoeren bij online platforms. Daar wordt zij ook toe verplicht vanwege recente Europese regelgeving, waaronder de Digital Services Act (3) die vergaande verplichtingen aan online platforms oplegt.
Bol zal mogelijk ook dienen als een waarschuwing voor overige platforms. Wanneer immers uit onderzoek blijkt dat bol de wet heeft overtreden, dan zullen andere platforms snel geneigd zijn om dergelijke praktijken te staken. Deze manier van handhaving kennen we bijvoorbeeld ook van de Autoriteit Persoonsgegevens in het kader van de AVG. De voorbeeldfunctie is immers sterk, maar een andere reden is dat de overheidstoezichthouders over beperkte handhavingscapaciteit beschikken.
Hoe het precies zal aflopen is dus afwachten.
Wij ronden af met enkele aanbevelingen:
Hebt u zelf een online platform waarop meerdere partijen producten aanbieden, zorg er dan voor dat de regels voor iedereen hetzelfde zijn en u de eigen producten niet voortrekt. Kijk ook of u aan de diverse aangescherpte (Europese) regels voldoet, zeker voor online platforms verandert er namelijk veel.
Bent u handelaar op een online platform, houd dan goed in de gaten of de regels van het platform helder zijn en vooral of zij ook transparant en eerlijk worden toegepast. Zo niet, dan kunt u daarover klagen. Begin eerst bij het platform en geef de kans om te reageren. Zo niet, dan is klagen bij de ACM mogelijk, of eventueel een gang naar de rechter.
Vragen? Neem contact op met het team van IE/ICT & Privacyrecht (4).
Lees het origineel: https://vil.nl/nl/blog/strenge-regels-voor-online-platforms-acm-doet-onderzoek-naar-oneerlijke-mededinging-door-bol
(1) Hier spelen onder meer de Mededingingswet, het Verdrag inzak de werking van de EU, de P2B Verordening en de Digital Markets Act een rol.
(2) https://www.acm.nl/nl/organisatie/missie-en-strategie/onze-agenda/acm-agenda-2022-2023/digitale-economie
(3) https://vil.nl/nl/blog/de-digital-services-act-een-introductie
(4) https://vil.nl/nl/advocaten#discipline=11&branch=&lawyer=