Het is algemeen bekend hoe een coronatest werkt: je rijdt, fietst of loopt naar de GGD en daar stopt iemand het gevreesde wattenstaafje in je neus en in je keel. Minder bekend is wat er vervolgens met dat wattenstaafje met lichaamsmateriaal erop gebeurt. Hoe lang wordt het lichaamsmateriaal en de persoonsgegevens die daarbij horen bewaard? En welke regels gelden hiervoor? Voor het bewaren van lichaamsmateriaal blijkt geen eenduidige wetgeving te zijn. Labs gaan hier daarom verschillend mee om. Dat blijkt uit een onderzoek van de NOS.
De GGD verzamelt alle Coronatests en mag de persoonsgegevens die daarbij horen vijf jaar bewaren, inclusief de uitslag van de test. Deze bevoegdheid heeft de GGD in het algemeen belang van ziektebestrijding. Zij bewaren de buisjes met lichaamsmateriaal echter niet, die worden naar verschillende labs door het hele land gestuurd. Vanwege het grote aantal tests zijn dit zowel academische labs als commerciële bedrijven.
Al deze labs hebben hun eigen regels, want voor het bewaren van lichaamsmateriaal is er (nog) geen wetgeving. Uit het onderzoek van de NOS blijkt dan ook geen eenduidig antwoord te bestaan op de vraag hoe lang het testmateriaal bewaard wordt. In de meeste gevallen wordt het materiaal na de uitslag van de test vernietigd. Het materiaal dat wel langer wordt bewaard en gebruikt voor verder onderzoek wordt in principe geanonimiseerd.
Er zijn verschillende codes en wetten van toepassing op deze procedure, maar voor het gebruik en bewaren van anonieme monsters uit lichaamsmateriaal is nog geen overkoepelende wet. De Tweede Kamer is wel bezig met een wetsvoorstel dat gaat over het bewaren van anoniem lichaamsmateriaal; de Wet zeggenschap lichaamsmateriaal. Hier is de Tweede Kamer al enkele jaren mee bezig, maar er ligt op dit moment nog geen concreet wetsvoorstel.
Zolang er geen wet is die het bewaren van lichaamsmateriaal reguleert, blijven het de labs zelf die de regels maken en toetsen. Er is geen externe toezichthouder die hierover gaat. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gaat alleen over persoonsgegevens en niet over lichaamsmateriaal. Ook de inspectie in de zorg en de medisch-ethische toetsingscommissies blijken hier niet op te handhaven. Sommige labs vallen onder het toezicht van de Raad voor Accreditatie, maar ook zij controleren niet hoe lang materiaal wordt bewaard en wat er uiteindelijk met de monsters gebeurt.
In principe heeft eenieder wel het recht om bezwaar te maken tegen het gebruik van lichaamsmateriaal in onderzoek. En als het niet wordt geanonimiseerd voor verder onderzoek, dan moet er expliciet toestemming worden gegeven. Hier is een uitzondering op, namelijk bij het bestrijden van een uitbraak. Dan mag alleen de GGD, op grond van de wet publieke gezondheid, onderzoek doen met lichaamsmateriaal zonder dat de eigenaar hier vanaf weet.