Het wordt tijd dat banken hun oordeel over open banking herzien. In de huidige transactie- en datagedreven wereld is het wenselijk om het delen van data te decentraliseren op een interoperabele en betrouwbare manier, schrijft Shikko Nijland, de managing partner van Innopay.
auteur: Shikko Nijland
De wijze waarop gereguleerd toezicht en controle plaatsvindt in de wereld van betalingen zou ook moeten gelden voor het delen van data. Banken bevinden zich op dit moment in de unieke positie om hun relevantie zeker te stellen. Ze zijn in staat om de strijd aan te gaan met de Big Tech’s en hen zelfs te overtreffen.
Maar alleen wanneer ze hun kerncompetenties, infrastructuren, bedrijfsmodellen en jarenlange ervaring met betalingen en transacties – vooral op het gebied van digitale identiteiten – op de juiste manier weten in te zetten. Daarvoor is het belangrijk dat ze voldoende investeren in open banking. En wel nu, voordat het te laat is.
Ondanks wet- en regelgeving zoals PSD2 en GDPR blijft het volume, de waarde en de complexiteit van data veel sneller groeien dan we als samenleving aankunnen. Dit leidt met name tot uitdagingen als het gaat om het delen van data en aanverwante zaken zoals privacy, datasoevereiniteit en de datawaarde-balans (‘data benefit balance’).
We weten inmiddels dat in onze datagedreven wereld een handvol grote spelers complete sectoren domineert. Deze platformen worden beschermd door de netwerkeffecten van klantbereik aan beide zijden van de markt en de informatievoorsprong op basis van hun gemonopoliseerde toegang tot relevante markt- en klantdata.
De data als schaarse resource is het onderwerp van geopolitiek geworden, hetgeen zich onder andere uit in de manier waarop neutraliteit wordt toegepast. Ons gezamenlijk maatschappelijk onvermogen om de nieuwe regels van het spel volledig te begrijpen en erop te acteren, heeft geresulteerd in disruptie van vrijwel elke sector en markt. Mensen hebben niet langer het gevoel dat ze leven in een digitale datademocratie die is ingericht volgens dezelfde principes als de echte democratie waarvan ze deel uitmaken.
Als we het in Europa belangrijk genoeg vinden om de controle over onze data terug te krijgen, lijkt het elimineren van de kernoorzaken van de genoemde exponentiële datanetwerkeffecten het meest effectief. Dat kan worden bereikt door het opzetten van een gedecentraliseerde en toch interoperabele aanpak voor het delen van data die is gebaseerd op een fundament van vertrouwen.
Dit vraagt niet alleen om een grensoverstijgende samenwerking, maar vereist tegelijkertijd ook de inzet van nieuwe en disruptieve technologieën, de beschikbaarheid van lokaal en wereldwijd geaccepteerde afsprakenstelsels en de aanwezigheid van bewezen betrouwbare operationele modellen met een 24/7-beschikbaarheid. Banken hebben decennialang laten zien over al deze competenties te beschikken.
Bovendien hebben banken al in een vroeg stadium geleerd wat het belang is van interoperabiliteit. Ze hebben uitgebreide ervaring met het opzetten en beheren van afsprakenstelsels en samenwerkingsverbanden met betrekking tot betalingsverkeer. Het inzetten van deze competenties voor het delen van data is in onze ogen een logische volgende stap voor banken om relevant te blijven.
Er ligt een kans voor banken om hun relevantie in de toekomst veilig te stellen door zich te ontwikkelen van een ‘hoeder van geld’ tot een ‘hoeder van data’. Tot aanjager van eerlijk en veilig datadelen. Een voorbeeld: digitale identiteit kan worden beschouwd als de essentie van datasoevereiniteit – het verschaft de cruciale, wettelijke basis waarmee individuen en bedrijven aanspraak kunnen maken op hun data.
In deze context kunnen banken hun rol als vertrouwenspartij versterken door proposities voor digitale identiteiten te ontwikkelen. Daarnaast kunnen banken – behalve compliant zijn met GDPR en PSD2 – relevantie creëren door hun klanten de concrete tools en middelen te verschaffen om daadwerkelijk controle uit te oefenen op hun data. In de visie van Innopay zou open banking moeten worden geherpositioneerd als ‘efficiënt en veilig hergebruiken van data’.
Om de bancaire sector in staat te stellen om deze nieuwe rol te vervullen en een duurzame, solide en winstgevende positie in de dataeconomie te realiseren, zouden banken moeten overwegen om hun budgetten voor open banking aanzienlijk te vergroten in plaats van te verkleinen.
Voor banken die de ambitie hebben om opnieuw de betrouwbare hoeksteen van de samenleving te worden, is nu het moment aangebroken om voldoende kapitaal te steken in open banking data- en API-competenties. Door vooruit te denken helpen banken niet alleen zichzelf maar ook hun klanten om te opereren binnen niet alleen huidige wetgeving, maar ook binnen de vergaande datawetgeving die in de maak is in Europa.
Het is goed om te beseffen dat de omvang en reikwijdte van hun open banking-voetafdruk bepaalt hoe snel banken zich ontwikkelen van een hoeder van geld tot een hoeder van data. Het bepaalt hoe snel en adequaat zij in de toekomst nieuwe datagedreven open business- en operationele modellen kunnen toepassen en daardoor in de toekomst relevant en van toegevoegde waarde blijven.
bron: Banken.nl